maandag 13 november 2006

Terecht


Toen men hem na lang zoeken had gevonden onder een hoop rommel op een kleine kamer tweehoogachter zei hij weinig. "Ik ben hier maar even." En even later fietste hij met volle bepakking, zijn tas vol papieren, boeken, kleren en meubels richting het ouderwetse moderne station. "Op naar de hoofdstad."
Het bleek geen eenvoudige opgave zijn gangen na te gaan, want er waren vele deuren die hij geopend had kunnen hebben, of links gelaten. Het was wel van belang te weten waar hij was, hoe konden ze hem anders nog te spreken krijgen, of te zien. Honden snuffelden om zijn geur op te vangen, de AIVD had hele afdelingen paraat. Maar ze kregen de vluchtige slechts zelden en kort te zien. Toeval.
Wel was hij vaak vriendelijk bereid tot een kort praatje. Maar juist als ze hem tot de kern van de zaak wilden dwingen, pakte hij zijn biezen, of fiets. De afgelopen weken heeft hij zich in gezelschap van verschillende personen begeven in Leiden, Amsterdam, Voorschoten, Utrecht, Parijs en heeft zelfs op een onbewaakt ogenblik het in zijn botte kop gehaald om van Leiden naar Wageningen te gaan en weer terug, per rijwiel. Af en toe wist hij zelf niet waar hij was. "Waar ben ik?"
Maar na weken rennen en vliegen brachten de tentamenweek (!) en de vrije week in Parijs hem de benodigde rust. Zozeer zelfs dat hij zijn schamele onderkomen heeft opgeruimd. Als een heertje leeft hij nu, in de wetenschap dat het strakke trainingsregime dat hem de afgelopen weken ontbrak, zal zorgen voor rust. Rust, in volle inspanning.

vrijdag 13 oktober 2006

A uit ?



In krantenkringen. Niet te verwarren met de dinsdagse krantenkring op de Dukdalf. Die behelsde namelijk het voorlezen van een artikel waarna de klas er een korte discussie over hield. Zo nam Saskia Jansen een keer een artikel over een wedstrijd tussen Ajax en Feijenoord mee en dit leidde tot een ware klassenstrijd. Twee kampen stonden tegenover elkaar zo hard mogelijk (nog harder, nog harder) AJAX danwel FEIJENOORD te roepen. En Selma, de invaljuf, kon ons niet meer stil krijgen en vluchtte uiteindelijk huilend de klas uit. Nou had dit niet alleen met het feit te maken dat zij als PSV aanhanger geen aandeel in de strijd kon hebben, maar ze was voornamelijk van streek omdat daags ervoor er bij haar een tumor in de buik was vastgesteld die, hoe ironisch, zo groot was als een voetbal(!). Maar goed, zulke krantenkringen bedoelde ik niet. Ik bedoelde de krantenwereld. In de krantenwereld plaatst men nimmer anonieme brieven op de discussiepagina. De strijd voert men met open vizier, of niet. In de internetwereld echter plaatsen de anoniemen hun bijdragen zelf, op weblogs. Zo ook bij mij. Ik heb al eerder anonieme berichten gekregen, die bij nader inzien niet zo anoniem waren omdat uit de inhoud bleek dat het ofwel mijn moeder, vader ofwel mijn zus betrof. Nu weet ik niet wie mij heeft aangesproken en tegen alle schrijverswetten in reageer ik toch op dit anonieme bericht, want het raakte me. Wil de anonieme reageerder dat ik blijf schrijven omdat hij of zij dat leuk vindt? Of wil diegene weten hoe het met me gaat? (goed) Ik weet het niet. Anoniempje uit ? meldt u alstublieft...

maandag 18 september 2006

E=mc2


"Albert heeft natuurlijk gelijk."
- "Absoluut, alles is relatief."
"Precies!"
-"Betrekkelijk relatief natuurlijk."
"Ja dat wel."
-"Exact."

vrijdag 15 september 2006

In de categorie non-fictie in bus 3...



Een eenzijdig mobielverslag:

(...)
"Nee we hebben er al een gekozen."


(...)
"Een eers, eh, een sjaars, een sjaarsje."
(...)
"Ja man, best wel een prima baas."
(...)
"Nou, prima, maar vanavond moet ie dus adje-kratje"
(...)
"Moet ie zoveel mogelijk biertjes uit een krat..."
(...)
"Op zich best prima, maar ik doe er niet aan mee. Ik bedoel, vorig jaar had er eentje 39 gedronken. Die lag voor comateus op de vloer. Hebben we bijna naar het ziekenhuis gebracht."
(...)
"Nou hij moet natuurlijk ook nog wel meer hj-taken doen, maar das prima allemaal."
(...)
"Hé, ik heb gisteren nog even een Veritasje gepakt, maar d'r was niet zoveel aan, dus ik ben erna maar naar het Pakhuis geweest. Met Koen, koentje, prima baas, zit ook bij Ephaidra (of zoiets - red.)"
(...)
"Prima. Hoi!"

maandag 28 augustus 2006

Hard

Op vrijdagavond was de renner opgebeld of hij wellicht de dag erna een wedstrijd van honderdtachtig kilometer wilde rijden. Dat wilde de coureur wel. De pedaleur wist echter dat hij op zondag een nog langere en nog zwaardere wedstrijd op het programma had staan. De pedaalridder was hierdoor slechts een klein beetje geremd. De cyclist had zich voorgenomen het rustig aan te doen in de Omloop van Lek en IJssel. Het lukte wonderwel en maar één enkele keer liet de wielrenner zich op de kop van het peloton zien, waarna de peddelaar in een kansrijke kopgroep terechtkwam, die helaas zo'n zeventien kilometer voor de streep werd teruggehaald. Hierna bereidde het peloton zich voor op een massale eindsprint, en terwijl op de lekdijk nog een zevental rijders zich los wisten te maken haakten enkele sturen in elkaar en gingen er ongeveer twintig beloften onderuit, vijfhonderd meter voor het einde.
Ik ook. Ik kwam hard met het asfalt in aanraking, niet omdat ik zelf tegen de gevallenen aanreed, maar omdat door het slippend remmen de jongens achter me in mijn nek vlogen. Het was één grote chaos. Ik lag naar adem te happen op de grond, overal om me heen lagen fietsen en renners, op elkaar. Twee renners waren helemaal overdekt door anderen en hun fietsen. Ik kon me redelijk snel weer oprichten, maar door de pijn in mijn kuiten kostte het me enige tijd om daadwerkelijk op te staan. Ondertussen kermden en schreeuwden de jongens om me heen van pijn en om hulp. Bij het hulpverlenen ging een renner met zijn wielerschoen nog op mijn vinger staan. Ook dat nog! Uiteindelijk ben ik weer op mijn fiets gekropen om ruimte te maken voor de auto's met EHBO'ers en de wedstrijdarts.
Bij de EHBO bij de finish merkte ik dat ik een grote wond onder mijn rechterborst had, waarschijnlijk wasiemand daar met zijn wiel in gereden. Verder had ik nog wat kleine schaafwonden her en der. Maar, nadat de eerste pijn was weggeëbt, voelde ik me toch behoorlijk vrolijk. Het viel me allemaal nog erg mee. Ik ben namelijk nog nooit écht gevallen in een wegwedstrijd, slechts één keer met veldrijden en met een training, vijf jaar geleden, of zes.
De dag erna ben ik dan ook gewoon van start gegaan in de Ronde van Midden Nederland, onder toeziend oog van Jonneke, Ditte en Stef. Ik had niet geweldig geslapen, want ik lig normaliter op mijn buik, maar met een borstwond is dit niet zo aangenaam. Vanaf de start voelde ik me bagger en heb ik grote delen van de wedstrijd in het laatste wiel gehangen. Ik wist dat er maar één punt was dat ik me naar voren moest werken om een goede uitslag te bewerkstelligen: vlak voor de Lekdijk, bij Amerongen. Maar in de aanloop ernaartoe werd ik al uit de wielen gereden en vond ik mezelf bij het oprijden van de dijk terug tussen de auto's. Directeur sportif Wobbe gaf mij mijn huissleutels en ik wilde mijn ketting al op het binnenblad leggen, teleurgesteld, toen een renner mij voorbijreed en ik uit gewoonte in zijn slipstream wipte. Voor ons was het hele peloton uiteengeslagen door de wind en een nare valpartij, en ik werkte me van groepje naar groepje verder naar voren om uiteindelijk toch nog te finishen als 76. Nu onder toeziend oog van Jonneke, Ditte, Frank en de familie Breed. (Mijn groep hoefde niet de laatste lus te rijden, dus wij hadden honderdvijfentachtig kilometer achter de wielen en de winnaar uiteindelijk tweehonderdvijf.) Na afloop voelde ik me echter een stuk beroerder dan de dag ervoor, niet alleen mijn gekwetste ledematen schrijnden, maar ook de anderen. Wat een zwaar weekend! Poeh. Nu lekker uitrusten...

maandag 21 augustus 2006

York...

Anderhalve maand lijkt lang geleden,
maar ver van ver verleden.

donderdag 3 augustus 2006

Lat


De geleerden zijn het erover eens, tweelingen zijn iets bijzonders. Ik kan dit slechts met veel enthousiasme onderschrijven. Als je de mensheid zou vergelijken met, bijvoorbeeld, fruit dan is het onmiddelijk duidelijk. Iedereen weet dat de appel de meest volmaakte vrucht is. Deze boomschat combineert op onnavolgbare wijze de beste eigenschappen. (Noot van de uitgever: het betreft hier natuurlijk alleen Jonagolds, andere appels zijn allemaal van mindere statuur, ook goed natuurlijk, maar niet zo goed als de Jonagold, zeker de Granny Smith niet. Ik weet niet wie Granny Smith was, maar volgens mij is het de boze koningin uit Sneeuwwitje, die niet voor niets in een diepe coma raakte na het eten van zo'n chemisch appeltje. Kom nou! Zo groen, dat kan niet goed zijn.) De appel voorziet de behoeftige mens namelijk van zowel voedsel als vocht, van ambrozijn en nectar, van spijs en drank. En dat zonder extra eisen of kosten, de appel is immers spotgoedkoop. Bovendien is de appel buitengemeen eenvoudig in het gebruik. Immers, een appel hoeft niet geschild, het wassen of wrijven tegen een dikke duffelse jas of schipperstrui is voldoende. Een appel hoeft niet gekookt of gebakken. Maar het mooie is dat dat allemaal niet hoeft, maar wel kan. De eter heeft de keuze, de appel is ongelooflijk democratisch. Een appel hoeft niet precies rijp te zijn, maar is over een lange periode lekker. Én een appel is erg mooi, het misstaat op geen enkel schilderij, fruitschaal of gewoon zo maar ergens in de ruimte.
Kortom de appel is de keizer van het fruit. Zo zijn tweelingen ook. Niet van het fruit natuurlijk, dat is de appel al, dat zeg ik toch net. Nee van de mensen. Niet dat tweelingen dezelfde appelige eigenschappen bezitten, zo zijn wij noch bedoeld om te eten noch om te schillen of te koken. En slechts bij uitzondering worden wij over een dikke duffelse jas gewreven. Wassen kan wel, graag zelfs. Maar, vooral twee-eiïge tweelingen hebben veel te bieden, zij combineren gelijkgestemdheid, met verschillen. Zij komen vanuit dezelfde achtergrond met verschillende ideeën en beelden. Zij vermaken elkaar, maar ook anderen. En als de ene helft vervelend is, dan kan de andere helft het aanzien meer dan waard zijn. Tweelingen bieden opties, onbegrensd. Zelfs met een lat(living apart twins)relatie kunnen zij nog steeds dezelfde kwaliteit leveren. Leve tweelingen, zo zouden er meer moeten zijn!

zondag 2 juli 2006

Warm, oh oh oh, warm!

Welnu, ik ben er weer. Nu wordt het afwachten hoe intensief deze weblog nog gebruikt gaat worden. We zullen zien.

Warm, oh oh oh, warm!

Welnu, ik ben er weer. Nu wordt het afwachten hoe intensief deze weblog nog gebruikt gaat worden. We zullen zien.

dinsdag 27 juni 2006

Verslag

Even een egostrelend wielerverslag, maar tevens een inkijkje in de wereld van het Britse wielrennen voor diegenen die het niet kennen. Klik hier. En nog mooier (zie de titel! Hahaha) hier.

Tunnel

Het einde is in zicht. Dit is mijn laatste dinsdag in York, en gisteren was het mijn laatste maandag en daarvoor mijn laatste weekend, want vrijdagavond ga ik scheep. En ik ben niet de enige die zijn biezen pakt, nagenoeg iedereen vertrekt op vrijdag. Maar omdat anderen al eerder vertrekken had ik gisteren een vaarweldiner georganiseerd bij de plaatselijke Italiaan. Ook had ik dit weekend eindelijk de langverwachte Fulford College polo's opgehaald en dus waren we gisteravond in stijl gekleed. Ik moet nog snel van iedereens computer foto's afhalen en vanavond ga ik uit eten met Alastair, Kit en Charlie om mijn Engelse fietsseizoen af te sluiten.
Maar ik heb geen tijd om te treuren, want ik heb een stapel aan Erasmusformulieren om in te vullen, die ik na mijn terugkomst in moet vullen en die voor 1 juli naar de universiteit gestuurd moeten zijn. De oplettende lezer ziet meteen dat dit niet kan omdat 1 juli de dag is dat ik terugkom. Maar omdat sommige formulieren op de laatste dag van mijn verblijf ingevuld dienen te worden heb ik geen andere mogelijkheid dan ze vrijdag nog te faxen, zonder handtekeningen van de verantwoordelijke personen van de Universiteit Utrecht, maar daar tillen ze niet zo zwaar aan. Leve Erasmus, leve de bureaucratie! Hoezo! Hoezo! Hoezo!

dinsdag 20 juni 2006

Afstand

Twee berichten op een dag en dan nog wel zo vlak achter elkaar...
Ik heb net twee uur achter de computer gezeten om te wachten op de verkiezingsuitslag van de Utrechtse Historische Studentenkring (UHSK). En ik kan met vreugde mededelen dat de leden hebben gestemd voor het installeren van het nieuwe bestuur met Christie, Anna, Katie, Michiel, Stefan en mij als bestuursleden. Ik ben vanaf september voorzitter van de UHSK. Hoera!

Even Apeldoorn bellen...

***Ik had net een emotioneel verhaal geschreven en ik was bijna klaar toen plotseling het brandalarm afging en ik kennelijk mijn verhaal niet had opgeslagen. Ik probeer het nog een keer***


Afgelopen weekend was ik wederom in Nederland om wedstrijden te fietsen, ditmaal met het gewenste succes. Ik werd elfde in de Omloop van de Kerspelen en hierdoor hebben de Swabeulen zich geplaatst voor het finaleweekend, oftewel het Nederlands Kampioenschap voor Clubteams. Maar er was niet alleen fietsvreugd, want toen ik vrijdagavond thuiskwam vertelden mijn vader en mijn moeder met een brok in hun keel over het droeve lot van de Zwarte Fiets (ook bekend als Papa's Fiets).
Papa's Fiets (alias de Zwarte fiets) was mijn papa's papa's fiets, een prachtexemplaar: een oerdegelijke Hollandse Gazelle, met Lepperzadel. Toen mijn opa overleed orf mijn vader zijn scheerkwast en zijn fiets, de Zwarte Fiets (ook wel: Papa's Fiets). Gezamenlijk toerden zij door heel Europa, rond de Noordzee, door de Elzas en de stad. Met zesentwintig reservespaken op de bagagedrager, want ja meneer fietst verkeerd, en spaken sprongen om de haverklap. Dat was het enige minpunt aan de fiets, of eigenlijk aan zijn berijder, want ik heb nooit een spaak gebroken. En ondanks het gewicht van bagage en de fiets zelf gleed dit stalen ros als een slede in de sneeuw over 's Heren wegen.
In de jaren '90 raakte Papa's Fiets (de Zwarte Fiets) enigzins in onbruik, dit omdat mijn vader zich met veel plezier voortbewoog op zijn Hakuna Matata. Toen ik in de vijfde zat begon ik de Zwarte Fiets (Papa's Fiets voor vrienden) steeds vaker te gebruiken en ik stofte hem af, ik schuurde hem op en verfde hem opnieuw, de sticker tegen atoomwapens liet ik echter wel zitten (geschiedenis). Ik genoot van het vorstelijk rijgedrag en ook andere gezinsleden gebruikten de Fiets (Zwarte of Papa's) steeds vaker. Zowel Anne als papa als ik maakten menige tocht.
Zo ook vorig weekend (niet het afgelopen, maar dat ervoor), toen het prachtige weer Anne de fiets op naar het strand dreef. Voorwaarde voor het gebruik van Papa's Fiets (ook: Zwarte Fiets) was dat hij altijd stevig aan een paal op slot gezet diende te worden. Volkomen in lijn met deze voorwaarde stalde mijn zuster bij aankomst in Katwijk het rijwiel aan een lantaarnpaal. Na uitvoerig zonne- een zeebaden kwam zij terug en trof de Zwarte Fiets (vaak Papa's Fiets genoemd) in erbarmelijk omstandigheden aan. Een tractor met oplegger had de lantaarnpaal, fiets en twintig andere rijwielen omver gereden. Papa's Fiets (Zwarte) had een verwrongen voorvork, twee kapotte wielen en de deskundigen (papa en ik) zijn er nog niet uit of het frame en het stuur ongeschonden uit de strijd tevoorschijn zijn gekomen. Volgens mij zijn het stuur en kader nog goed en is Papa's Zwarte Fiets nog te herstellen. Ik ga deze zomer maar eens op zoek naar een oude voorvork, een antiek spatbord en twee mooie wielen.

dinsdag 13 juni 2006

Didn't we have a lovely time...

Het was weer even stil (aan de overkant), maar nu toch weer een bericht van mijn hand. Ik ben nog in het land der levenden, en Engelsen.
Ik had wederom een wielerloos weekend, want ik was in Wales. Chiara, Lisa, Sasha en ik waren samen met Marta, Yukino en Barbara (ja zes deernes en slechts een enkele knaap) een weekendje weg. Lekker weg in andermans land. We vertrokken zaterdagochtend met twee huurauto's naar Angelsley. De reis verliep volledig smetteloos, hoewel Marta bij vertrek haar auto te dicht langs een taxi reed en een mooie kras creeerde (ik kan geen trema vinden) en bij aankomst in Beaumaris haar achteruitkijkspiegel aan diggelen reed, en die van een geparkeerde auto. Aangekomen na een excellente roadtrip, dompelden we ons onder in het karakter van het gezellige Beaumaris.
's Avonds reden we naar ons hotel in Llandudno (spreek uit: Vwergwynned) (oh nee toch niet: Landidno) (het is toch onverstaanbaar, dat Welsh), een Victoriaans plaatsje in de buurt van Bangoren Conwy, waar we in een prachtig hostel verbleven. Het weer was ondertussen ook nog eens prachtig en we konden ons geluk niet op.
Op zondag was Lisa jarig en zij wilde dolgraag naar Conwy om het kasteel te bezoeken. Wacht! Niet lachen, dat gebeurt nu eenmaal als je archeologie studeert en bovendien waren Sasha en ik, als geschiedenismalloten ook wel te porren voor een tweede kasteelbezoek. Ik weet niet of de anderen dat ons in dank afnamen.
Behalve een gigantisch kasteel bezit Conwy nog een grote attractie: het kleinste huis in Groot-Brittannie. Ik heb het bezocht en er zijn foto's genomen met een hoog slapstickgehalte omdat mijn kruin ongeveer tot het raam op de eerste verdieping reikt. (foto's volgen)
Na ons bezoek aan het pittoreske plaatsje vertrokken we met taart en zwemspullen naar Llanberis. Nu kreeg ik eindelijk de kans om ten volste te genieten van mijn Engelse auto (het was een Chevrolet, dus niet Engels, maar het stuur zat wel aan de verkeerde kant.) (en de bijrijder ook...), want we namen een mooie toeristische route dwars door Snowdonia, waar we verblind werden door de schoonheid van het gebied. In Llanberis hielden we een picknick en Lisa, Sasha en ik waagden ons bovendien nog in het meernaast de leisteenmijnen. Hartfalen en onderkoeling was ons deel, maar de kou verdoofde alle negatieve gedachten.
Hierna was het helaas alweer tijd om de biezen te pakken, en dat deden we dus ook. We stopten de biezen in de achterbak en reden plankgas terug naar Yorkshire, waar het nog veel warmer was dan Wales. Nu nog smelt ik weg achter het beeldscherm. Ach was het maar weer herfst, dan kon ik weer met mijn zuidwester over straat...

dinsdag 6 juni 2006

Roem


Gisteren was ik op Schiphol. En daar zag ik tot mijn grote verbazing een vliegtuig. (dat is niet zo verbazend op een vliegveld, maar wees niet ongeduldig; het was niet het vliegtuig an sich dat mij verbaasde.) Een KLM toestel(foto van het betreffende vliegtuig) met de naam Annie Romein erop. Fantastisch! Dat moet toch de hoogst haalbare roem zijn. Zeker voor een historicus/ca. Wie had dat ooit gedacht: met de 'Annie Romein' naar Marbella, of Moskou. Ahh... Als ik later groot ben dan...

maandag 29 mei 2006

Kip?

Het afgelopen weekend stond voor het eerst in lange tijd niet in het teken van fietsen. Nee, ik heb me met mijn tweede liefhebberij bezig gehouden: eten.
Zoals iedereen natuurlijk weet is het namelijk vandaag memorial day in de Verenigde Staten. En wat doen Amerikanen om dit te vieren? Zij komen allen tezamen om te barbecuen. Jawel. En omdat zaterdag beter uitkwam dan maandag vond er zaterdagmiddag om vier uur 's middags (wat een tijd!) een barbecue plaats.
Ik had speciaal voor de gelegenheid mijn Amerikaansevlagboxer aangetrokken en een t-shirt met 'Wisconsin Wildcats' erop (ik blijf natuurlijk een cheesehead). Zo helemaal op mijn memorialdaybest gekleed stortte ik me op de heerlijke spijzen die op de tafel in de woonkamer waren uitgestald. Een waar feestmaal!
Toen de avond viel gingen we met een groepje de stad in. Nou heb ik in vorige verhalen al enkele facetten van het Engelse uitgaansleven belicht, maar een belangrijk onderdeel ervan is, naar ik meen, nog in duisternis gehuld. Ik had me er ook nog niet erg in verdiept tot ik er zaterdag op overweldigende wijze mee werd geconfronteerd. Natuurlijk, ik had wel vaker groepjes vrouwen, soms ook mannen, verkleed door York zien lopen. Met een paarse glittercowboyhoed op, of allemaal in het knalgeel gekleed, maar ze waren me nooit echt opgevallen, maar nu kon ik er niet meer omheen: engelsen en hun vrijgezellenfeesten. Of zoals ze hier heten hen parties (voor vrouwen) en stag parties (voor mannen).
Wij bevonden ons die avond in een bar met de welsprekende naam Orgasmic, met zo'n naam kan je ook eigenlijk niets anders verwachten. We hadden een tafeltje veroverd naast de dansvloer (aanwezig in elke club, terwijl geen enkele Engelsman of -vrouw met de voetjes van de vloer gaat), en hadden juist geproost toen er een lading vreemd gekleedde vrouwen het etablissement binnengolfde. Ze kwamen in etappes. Eerst waren daar de in nachtclubkleding gehulde struise dames, vervolgens dromden er ladingen dienstertjes om ons heen, met witte schortjes. Achter mij kwamen twee dunne verpleegstertjes te zitten terwijl aan de andere kant van de dansvloer een zestal playboy bunnies de kroeg op stelten zetten. Ook was er een dame in leer gehuld en een ander was in nagenoeg niets gehuld. Kortom, een gezellige boel, schaamteloos en verbazingwekkend afstotelijk, maar gezellig.
Daarna vulde een groep in pak gehulde mannen de dansvloer en zij probeerden wanhopig om indruk te maken op Heather (zij ging trouwen. Dat weet ik want dat stond op de enorme button die ze achterop haar rug had) en haar vriendinnen. De jongen die ging trouwen (naam onbekend, maar hij had een ketting met een gigantische hanger eraan, waar STAG! op stond om zijn nek hangen) en zijn vrienden dropen echter snel af. Daarna liep de pub snel leeg, en moesten we wederom verbaasd vaststellen dat we om half twaalf naar huis gingen.
De dag erna werd ik om kwart voor twaalf 's ochtends wakker om om twaalf uur met Sasha en Lisa naar de Evil Eye Lounge te gaan. Daar zouden wij, en dat hebben we ook gedaan, genieten van een sunday roast. We kregen ieder een bord met onnoemlijk veel voedsel voorgezet. In ieder geval kregen we vlees, Yorkshire pudding, wortel, aardappel, broccoli, turnip en rode kool. Dit alles was overgoten met jus, en daarna nog een keer met nog meer jus. En dat dan twee keer. Minimaal. Inderdaad, een eenvoudig doch voedzame maaltijd... en een goed weekend.

woensdag 24 mei 2006

The Dutchie of York

Ik ben er nog, weest niet bevreesd, maar ik ben steeds maar kort in de buurt van internet. Van schrijven komt dus maar weinig, maar ik maak voldoende mee. Ik zal proberen hiervan weer wat vaker kond (hihi) te doen.

Afgelopen week, dus voor het weekend, waren de York Races. Ik wist dit niet. Ik kwam er achter toen ik samen met Kit en Alastair op weg was naar een race in Little Weighton (waar ik 2e werd). Het was me namelijk opgevallen dat er behoorlijk wat limousines door de straten gleden. Dit was zo legden zij uit vanwege de paardenrennen. Tout York en omstreken steekt zich dan in hoed en jurk, of in pak en das, want York is een rijke en lichtelijk bekakte stad.
Toen ik vrijdag langs de paardenrenbaan reed zag ik met eigen ogen alle opgesmukte paardenliefhebbers langswandelen. De dames flaneerden in zonjapon en de mannen in pak. Maar er stond een harde zuidwestenwind en donkere wolken haasten zich door de lucht. Niet bepaald een dag om in een zomerjurk buiten door te brengen. Maar ja, Engelsen voelen geen kou en bij paardenrennen horen jurken.
Behalve kleding is ook vervoer erg belangrijk. Waar bij wielerwedstrijden veel toeschouwers zelf op de fiets komen, daar heb ik geen enkele ruiter in de stad gezien. Nee, men komt met de auto. En niet zomaar een auto. Een Bentley, MG, Jaguar of Rolls en het liefste met een zo kort mogelijk nummerbord, voor ons huis reed een auto met D6 als nummerbord. Want hoe korter hoe duurder het nummerbord. Sowieso zijn nummerborden hier een lust voor het oog. Wat te denken van K9 DOG: een hondenliefhebber tot en met. Maar niet alle nummerborden zijn even geslaagd. Neem nu de volgende, die ik twee weken geleden zag:K7 LUC. Het kan toeval zijn, maar volgens mij wilde iemand een geluksnummerbord, maar was 7 LUCK al vergeven en ging hij (of zij, maar waarschijnlijk hij) akkoord met dit matige alternatief.
Als ik later met mijn Triumph rondrij dan lijkt 3 OCT me een leuke optie.

vrijdag 12 mei 2006

Schone schijn

Overal gele bloemen, of blauwe lucht, en heel veel groen gras. En af en toe blauwe bloesem of witje wolken. Maar alleen heel af en toe, voor de afwisseling. Er groeit hier vooral veel koolzaad. Ik denk dat ongeveer een vijfde van het land verborgen is onder een dik tapijt koolzaad. Het ruikt een beetje naar kaas, vind ik. Het heeft een beetje een weeige zoete geur, wel lekker. Het is eigenlijk alsof ik voortdurend in een ansichtkaart gevangen zit.
In Engeland mag het dan officieel verdwenen zijn, maar de klassenmaatschappij bestaat nog steeds. Iedere Engelsman weet uit welke klasse hij komt en in welke klasse hij niet terecht wil komen. Je kan je dus ook beter voordoen dan je bent: keeping up appearances. Zelfs bloemen doen hier aan mee. Koolzaad niet nee, die niet. Koolzaad is een hardwerkend gewas dat de grond vruchtbaar maakt en tevreden is met zijn lot: als niets meer op de grond wil groeien dan kan koolzaad er bloeien alsof het een zachtaardige composthoop betreft. Nee dandelions, dat zijn de nouveaux riches van het bloemenrijk. Wat nou dandelion! Dat klinkt toch veel te stijlvol en dapper. Het lijkt haast wel een samenvoegsel van Dandy en Lion. Een bloem met gevoel voor mode en het hart van een leeuw. Jaja, ik moet het nog maar zien. Het is gewoon een paardenbloem!

Zelfs in huize Fulford is de lente in volle hevigheid losgebarsten, want toen ik vanmorgen Chris, onze hobbit/dwerg/schoonmaker verwachtte, stond er plotseling een lange blonde deerne in de keuken te boenen. Ze valt even in voor Chris.

dinsdag 9 mei 2006

Briefgeheim


We krijgen altijd heel veel post. Niet omdat we enorm populair zijn, maar omdat de vorige bewoners van ons huis een grote schare fans blijken te hebben. Vooral James Peasland is uitermate in trek. Gewoonlijk laten we de stapel post groeien en groeien en gooien het vervolgens in de hoek van de huiskamer, waar het gestaag verder groeit. Eersgisteren echter hebben we een brief geopend. De envelop schreeuwde er om! De brief was namelijk geadresseerd aan:

Private Investigator Sam TURNER
67 Fulford Road Fishergate
YO10 4BD York
Royaume - Uni


En afkomstig van:

Gérard SEURAT
11 Grandes Allee de la Faisanderie
77185 Lognes
FRANCE

Omdat we wel wilden weten met wat voor spannende zaken Sam Turner zich bezig hield openden we de envelop. Er zat één blaadje in met een surrealistische tekst (als je de afbeelding opslaat kan je zien wat er in staat):


In het kort bestaat de brief uit twee delen. Ten eerste een dialoog over het bekijken van de binnenkant van de voet van Deux. Het is daar prachtig, en groot, en laat je denken over het wezen van het bestaan. Bovendien is het ideaal omdat je zo de voet kan bestuderen terwijl hij nog werkt, net zoals je vissen het best in het water kan bekijken in plaats van opgevist.
Het tweede deel lijkt een korte monoloog, ofwel van Daniil, ofwel van Antony. Hierin wordt beschreven hoe de ik-persoon geniet van het in elkaar slaan van ongenode gasten. Kortom een vrolijke knakker.

We hebben er ons in Fulford College eens in verdiept, maar we komen er niet uit. Is het een grap? Is het een code? Het lijkt een deel van een toneelstuk. Het is pagina 9, waar is de rest? Hoe loopt het af? Kortom een groot mysterie. Ik hou u op de hoogte...

zondag 7 mei 2006

Vereniging

Wie had ooit gedacht dat ik mij nog eens met een houten driver over zou geven aan freestyle outdoor cross country golf? Toch was het zo. Nadat ik donderdag de steilste asfaltweg van Engeland had beklommen (33%), ben ik vrijdag met Sasha, David, Yukino en Lisa langs de Ouse gelopen naar een groot open veld. Daar hebben we onder een zinderend lentezonnetje een balletje geslagen. Die ballen waren we daarna onmiddelijk kwijt in het hoge gras, althans als we ze daadwerkelijk wisten te raken.
(merk club: Wilson. Handig om mee te nemen naar een onbewoond eiland. Mocht je daar terechtkomen. Dan heb je iets om tegen te praten. Wilson, in plaats van Vrijdag. Goh, dat zou een leuke film op kunnen leveren...)

A person can belong to a club, but with golf, a club can belong to a person too...

dinsdag 2 mei 2006

Omslachtig

Gisteren ben ik teruggekeerd in York. "Wederom?", zult u zeggen. Ja, wederom. Ik was afgelopen weekend namelijk in Nederland, niet vanwege Koninginnedag, maar omdat ik voor Swabo de PWZ Zuidenveld Tour moest rijden. En met redelijk succes. De Swabikkels bereikten ondanks het slechte weer tijdens hun rit een mooie negende plaats in de ploegentijdrit. En de dag erna was ik de enige van de ploeg die de finish haalde, ik was 35e. Van de 160 gestarte renners kwamen er maar 38 aan de meet. Kortom ik had het aardig goed gedaan. Toch was ik niet tevreden; het was de derde keer in drie weken dat ik 35e werd. En ik wil juist in de top 30, want daar liggen punten, geld en eeuwige roem...

Gisteren kwam ik na een ware Odyssee weer aan bij Fulford College. Toen de rozenvingerige Eoos zich bij lange na nog niet liet zien en zowel de dieren, als de mensen, als de goden nog in diepe slaap verzonken waren, toen rende ik met mijn aluminium ros in een plastic fietskoffer door het centrum van Leiden. Op weg naar het station om de trein van tien voor half zes te halen. Van de tocht bezweet en met vermoeide ledematen wist ik mij vlak voor het fluitje in de trein te werpen, tussen de deuren door. De deuren die als de klaprotsen reizigers, vermoeid, telkenmale weer verbrijzelen, terwijl zij jammeren en kermen.
Toen dan nu eindelijk Helios zich aan de hemel had genesteld, koos ik het ruime sop. De groengrijze zee was kalm, maar de regen daalde dicht en nog grijzer neer. Op het schip richtte ik een feestmaal aan, nadat ik het vet op de schenkelstukken had gebonden en aan de goden had geofferd. Daarna stortte ik me op het ontbijt zoals honden zich na een lange dag zonder eten en drinken, rond hun voederbakken elkaar verdringend, kwispelend en nu en dan luid blaffend de stukken rauw vlees verscheuren die hun baasje ze in hun trog te eten gaf. Zo nu at ik met plezier mijn boterhammetjes.
Nadat ik de gevaren van de Sirenen had leren kennen en had doorstaan door een mp3 speler op mijn oren te zetten, kwam het land in zicht. Bij Harwich gingen we aan land. Het eiland was vruchtbaar, want het vee was dik, de mensen vriendelijk en overal bloeide de kornoelje.
Per trein reisde ik verder naar Londen, de navel van het eiland. Daar aangekomen kwam een in geel gehulde behelmde man op mij af. Een ziener. Hij vertelde me hoe ik, alvorens mijn reis te vervolgen, af moest dalen naar de Hades. Ik kon hier, zo vertelde hij mij, zonder de hulp van de oude veerman Charon geraken, door met fietskist en al de diepe grotten van Londen af te dalen, daar zou ik met de hulp van reusachtige slangen mijn weg in de onderwereld kunnen vinden. Ik deed zoals mij gezegd was, terwijl mijn makkers jammerden en kermden. Ik daalde met fietskist en al af in de diepe grotten van Londen. Daar zag ik de zielen van de overledenen. Het was een verschrikkelijk gezicht, en ik weende korte tijd. Plotseling kwam er met donderend geraas een reusachtige slang op me af die me opzoog en even later met grote kracht me weer uitspoog. Ik was in een labyrint geraakt. Maar ik vond mijn weg eenvoudig, zoals de Minotaurus, wanneer er jonge mannen in zijn doolhof dolen, zonder moeite hen weet te vinden en verslindt. Zo vond ik een open ruimte waar een tweede slang mijn opzoog en wederom weer uitspoog. Nu was mijn opdracht volbracht en ik worstelde me naar boven met de zware koffer achter me aan.
En voort ging de tocht. Boven gekomen rende ik naar de trein die mij na al die dagen weer thuis zou brengen, naar Berik. Het laatste deel van mijn reis was echter een ware beproeving. Urenlang bracht ik staande door, terwijl de honger en de dorst me kwelden, zodat ik jammerde en kermde. Maar uiteindelijk verschenen de bekende contouren van York aan de horizon. Ik was thuis. Nadat ik op zeer treffende, maar bloederige wijze, de vrijers die zich om Beriks hand verdrongen met mijn grote boog naar Hades had gestuurd, kon ik eindelijk rusten. Hehe...

dinsdag 25 april 2006

Terug

Eric van Lakenfeld is terug in York, waar de bloesem, de behaalde cijfers en de zonneschijn de weergekeerde toelachen. Wat een lente hier. Het lijkt wel zomer...

vrijdag 7 april 2006

Holadiejee

Ziek en bijna bezweken aan een verwaarloosde knieblessure werd hij teruggevonden in de ouderlijke woning. Zijn huid was vettig en zijn oogopslag dof. Mentaal en geestelijk gebroken. En psychisch geknakt. Het zat de jongeman niet mee, dat viel meteen te zi
Ho, ho! Dat is niet waar. Zo is het helemaal niet. Ik moet hier toch even ingrijpen. Die verteller gaat volledig de verkeerde kant op met zijn verhaal. Wat een quatsch. Ik lig hier helemaal niet in kommervolle omstandigheden weg te kwijnen. Integendeel, zou ik willen zeggen. Ik ben juist volkomen hersteld van griep en zelfs mijn knie doet al een ruime week geen pijn meer, al houdt de smurfenkleurige tape mijn knieschijf nog steeds in het gareel.
Volledig hersteld van zijn knieblessure zagen we hem terug in het wielerpeloton. Op zondag twee april zou hij zijn eerste overwinning gaan behalen. In de omloop van de Glazen Stad. Meteen vanaf de start draaide Swabo soepeltjes op kop. Op de Maasdijk demarreerde hij en niemand die hem nog terug kon pa
thetische leugenaar! Kan je dan niet gewoon beschrijven wat er werkelijk gebeurde? Dat ik na drie uur op en leeg uit de wedstrijd werd gehaald. Maar dat ik desondanks blij was omdat ik sinds twee weken nog niet zo lang op de fiets gezeten had. Kan je dat niet gewoon vertellen!? Malloot. Ik denk dat ik voortaan maar mijn eigen verhalen schrijf. Ik heb jou als spookschrijver helemaal niet nodig, Mart!

maandag 27 maart 2006

Dekens

En toen werd ik zaterdagnacht ook nog eens ziek! Wat een waanzin, ik lag rillend en bevend met gierende keelpijn in bed. Om twee uur 's middags stak mijn moeder haar hoofd om mijn deur om verbaasd vast te stellen dat ik inderdaad nog steeds in bed lag. Ik had haar niet van mijn ongesteldheid op de hoogte gesteld omdat ik me te beroerd voelde om uit mijn bed te komen. Het had me al onmenselijk veel moeite gekost om naar de wc te gaan, terwijl die vlak naast mijn kamer is.
Ik voelde me uiterst onprettig, ik kon niet eens lekker liggen vanwege de spierpijn in mijn onderrug. En dat terwijl dat nu juist een van de weinige voordelen is van ziek zijn: je kan lekker de hele dag een liggen. Het moge bekend zijn dat ik dat graag doe. Maar gisteren dus niet, ik lag hevig gekweld in mijn kamer; zelfs in lezen had ik geen zin. In plaats van eenentwintig en 1.95 meter voelde ik me vier en klein. Pas 's avonds laat waagde ik me aan het tweede voordeel van ziek zijn: appelpartjes.
Sinds mensenheugenis eet men in het gezin Van Lakerveld appels, er is zelfs een obscuur gezinslid dat zonder enige moeite kilo's appels per week wegwerkt, inclusief klokhuizen en steeltjes. Maar in geval van ziekte worden de Elstars of Jonagolds geschild en in stukjes gesneden door een van gezondheid blakend familielid. Zo ook gisteren, gelukkig, en zelden smaken appels zo goed. Hmmmm...
Vannacht werd ik nog rillend wakker en begaf me schuddend en bevend naar de wc, maar vanochtend voelde ik me alweer wat beter. Om twaalf uur heb ik uitgebreid gebruncht en mezelf min of meer genezen verklaard, hoewel mijn keel nog wel pijn doet.

PS Ik ben net bij Van Putten (mijn fysiotherapeut) geweest en hij heeft mijn knie weer ingetapet en gezegd dat ik hiermee zoveel mogelijk moet proberen te trainen. De tape houdt mijn knieschijf zoveel mogelijk op zijn plaats en door te blijven fietsen train ik mijn spieren zo dat die de rol van de tape overnemen. Zo hoef ik niet het krachthonk in om speciale krachttraining te doen, maar kan ik blijven doen wat een ware wielrenner echt wil. Fietsen. Met een beetje geluk is het over een kleine vier weken allemaal voorbij.

zaterdag 25 maart 2006

Blauw

Ik ben vandaag niet alleen geen wereldkampioen geworden (wel werden Yvo Kusters en Malaya van Ruitenbeek 1e en 3e), maar bovendien heb ik na tachtig kilometer de strijd moeten staken. Mijn knie, die staakte. Ik had al eerder afgelopen week een pijnlijke knie, maar na een bezoek aan de fysiotherapeut had ik weer moraal. Mijn knieschijf spoorde niet maar een aantal repen tape, die de fysiotherapeut aanbracht met origamische precisie zouden het in het gareel houden.
Helaas, dat deden ze wel, maar anderhalf uur te kort. Ik zit hier nu zonder verzuurde benen, maar met een zwaar verzuurd gemoed... Nou maar hopen dat ik hier snel vanaf kom.

maandag 20 maart 2006

Leiden

"Hee bekakte student, ben je d'r weer?!"
Ja, de ontvangst was ouderwets hartelijk toen ik me zaterdagochtend vroeg bij mijn ploegmakkers voegde. We zouden om zeven uur naar Groningen vertrekken voor de mooiste wedstrijd van het jaar: De Ronde van Groningen. SwABo reed sterk, nagenoeg elke Swabeul reed voorin het peloton. Maar helaas wisten we in de laatste vijf kilometer niets klaar te spelen en gingen we roemloos ten onder met slechts vijf punten, en een 54e plek voor mij. Bovendien was Norbert (VdS) in de laatste drie kilometer gevallen, de tweede keer al die dag. En hard gevallen. Kortom we hadden met zijn allen nogal een kater. Had ik daar nu weken naartoe geleefd? Stiekem wel, Groningen is doorgaans mijn lievelingsronde omdat ie vaak mythisch zwaar is. Maar ik heb de komende weken nog voldoende kansen om mijn benen te laten spreken, te beginnen met zaterdag.
Gelukkig valt mijn terugkeer verder niet tegen, ik was zeer verheugd dat ik het WK allround kon volgen en ik heb dan ook zitten smullen toen Sven vannacht een prachtig wereldrecord op de afstand der afstanden, de tien, reed. Wat een held! En ook nog eens derde in het klassement, omdat Hedrick voor de derde keer in zijn loopbaan (of is het schaatsbaan) vergat te wisselen... Hij hupte halverwege de bocht nog over de blokjes, maar dat mocht niet baten. Dag Chad! Toch nog een Nederlandse medaille, ik kon met een gerust hart gaan slapen.

woensdag 15 maart 2006

Huis

Vandaag heb ik mijn twee essays ingeleverd, het blok zit er op. Nu heb ik vijf weken, jawel vijf weken, vakantie.(Tsja het studentenbestaan is een luizenleventje, tien weken studeren, vijf weken vakantie) Ik kom tijdens mijn vakantie terug naar Nederland om mijn makkers van SwABo bij te staan in Neerlands wielerwedstrijden. Bovendien moet ik nog een essay voor Sociale Geografie in elkaar draaien en ik ga me eens verdiepen in mijn academische toekomst.
Morgen pak ik de trein naar Harwich en dan de veerboot naar Hook of Holland, en dan ben ik weer thuis. Juist op tijd voor de Ronde van Groningen en Annes verjaardag.
Tot gauw!

maandag 13 maart 2006

Op hoop van zege

Mijn eerste overwinning van het seizoen is binnen. Charlie en ik hebben de koppeltijdrit in Beverley gewonnen, onder erbarmelijke omstandigheden! (de dag erna werd ik bovendien nog 5e in een handicaprace, best wel goed, vooral omdat ik in mijn eentje vanuit de laatste groep naar voren ben gereden, bijna naar voren...)

En dan nu:

Het beeld is sterker dan het woord!



















En gehuldigd als winnaars: Charlie en ik.


vrijdag 10 maart 2006

Kijken

Wij van Fulford Road zijn officieel allen leden van Vanbrugh College, en wij niet alleen, maar ook de mensen die verderop op Fulford Road wonen en de studenten in Fairfax House (en de bewoners van Vanbrugh zelf natuurlijk). Nou zijn we in naam dus leden van Vanbrugh, maar in ons hart zijn we onoverwinnelijke Fulfordianen. Bovendien is het contact tussen ons huis en Vanbrugh zeer beperkt. We krijgen de waarschuwende posters over chlamydia, maar verder gaat het niet. Misschien is dat maar beter ook want chlamydia is al behoorlijk intiem. Toch zijn de banden deze week eens stevig aangetrokken door Sam.
Sam is een vrolijke bekrulde jongeling die in Fairfax House (voor de meer bedeelden) woont en de ondankbare taak op zich heeft genomen om de externe leden van Vanbrugh te helpen. Enkele weken geleden was hij de situatie op komen nemen en had ons verzekerd dat hij zich hard zou maken voor de verbetering van 65-67 Fulford Road. Wij knikten en hadden er maar weinig vertrouwen in. Wie zou zich nou om ons bekommeren?
Des te groter was de verbazing toen dinsdag de bel ging. Ik deed open en daar stond hij, onze grote kleine vriend, met een doos.
"Wat heb je daar?", vroeg ik belangstellend (en in het Engels).
- "Een cadeau."
"Oh."
En wat bleek, hij had een DVD-speler voor ons geritseld. Zijn timing had niet desastreuser kunnen zijn. Dit prachtige stukje moderne techniek werd met enthousiasme begroet en uit alle hoeken en gaten kwamen welhaast ongebruikte DVD's van hoge kwaliteit tevoorschijn. Onmiddelijk startte Sasha 'Muriel's Wedding' en de rest van de middag zwijmelden Sasha, Inez, Lisa en ik bij de tonen van Abba en het knauwend Australische accent. 's Avonds keken we Lord of War. Deze film is bepaald geen komedie, zoals de naam wellicht al weggeeft, maar toch uitermate onderhoudend. Gisteren hebben we Northern Exposure en Blackadder voorbij zien komen.
Dit klinkt allemaal prachtig (is het ook, is het ook), maar iedereen moet studeren op dit ogenblik. Volgende week vrijdag moeten alle essays ingeleverd zijn en dan pas kunnen we achterover leunen en als zombies naar de beeldbuis koekeloeren. Nu houdt het ons alleen maar van ons werk. Bedankt, Sam!

zondag 5 maart 2006

Wit

Het sneeuwde. Het sneeuwde deze week. Het sneeuwde zo hard deze week dat scholen in Schotland dicht bleven en zelfs York veranderde in een wit winterwonderwalhalla. Dinsdag was de sneeuw niet ten zuiden van de North York Moors gekomen, voor mij een reden om op de fiets naar de Howardian Hills te gaan om van het geweldige uitzicht te genieten. Vanaf die heuvels kan je namelijk heel mooi naar de nog hoger gelegen heidegebieden van de Moors kijken.
Vrijdag bereikten de sneeuwstormen York. Ik was die dag op de fiets onder het genot van een winterzonnetje naar een ander heuvelgebied gepeddeld, de Wolds. Vanaf daar kon ik heel precies York zien liggen, of althans de plek waar York normaliter te zien was. Nu, echter, zag ik alleen een grote zwarte wolk: sneeuw. Gelukkig barstte de ijstijd pas echt los toen ik York binnenreed, en ik kwam redelijk warm en droog mijn huis binnen.
Omdat Engelsen niet goed voorbereid zijn op sneeuw (ook niet op zon, regen, hagel, wind, onweer, mist en wisselvallig weer, maar dat terzijde) lag het hele land op zijn gat. Na telefonisch overleg met Charlie besloten we niet de volgende ochtend om half zeven naar Liverpool te vertrekken voor de Eddie Soens Memorial Race, gelukkig maar, want de volgende ochtend werd hij afgelast. En hoewel heel Engeland ten noorden van de lijn Penzance-Bournemouth-Dover afgesneden was van alles, behalve de veilingprogramma's op tv, belde ik Alastair op om naar zijn plannen te vragen.
Hij deelde me mee dat juist ten zuiden van het Peak District in Derbyshire (Darbiesjur) een wedstrijd werd gehouden die wel doorging. Fluks pakte ik mijn spullen en Ali en ik spoedden ons naar Ashbourne, preciezer nog naar Darley Moor. Daar reden we een korte wedstrijd waarin ik derde werd en hij zesde. Daarna zijn we nog voor een uurtje het peak district ingetrokken. Dat was werkelijk bloederig mooi. Sowieso voelt elke training hier alsof ik op vakantie ben, en dat terwijl ik tijdens mijn vakantie juist naar Nederland ga! Het moet niet gekker worden...

woensdag 1 maart 2006

Left, right?

Links rijden is niet alleen tegennatuurlijk, gevaarlijk en onhandig, maar het past bovendien totaal niet in de taligheid van het vertoog waarin we ons bevinden! Als voorbeeld de volgende dialoog:

Sasha: "I was pulled over by the police today. I was cycling on the wrong side of the road."
Erik: "The right side..."
Sasha: "No, the wrong side."
Erik: "Right, the right side."
Sasha: "?"
Erik: "Never mind..."

Links in het Latijn is niet voor niets sinister!

maandag 27 februari 2006

Afzien

Gisteren was het dan eindelijk zover, mijn eerste wedstrijd van het seizoen en in Engeland nog wel. Ik had zaterdag al mijn spullen al ingepakt en zelfs boterhammen gesmeerd omdat ik om half acht 's ochtends bij Alastair had afgesproken, en zo lang mogelijk in mijn bed wilde blijven liggen. We zouden samen naar de Clayton Velo Spring Classic Handicap nabij Clitheroe (Lancashire) gaan.
De volgende morgen werd ik met goed moed wakker en spoedde me na een voedzaam ontbijt van Schotse Havermout naar 10 Barlow Street, de residentie van de heer Alastair Kay. We laadden de fietsen in en na een voorspoedige reis kwamen we aan in een regenachtig Bashall Eaves. We kleedden ons om in de Village Hall, waar alle Engelsen zich beklaagden over de kou. Daarnaast klaagden een boel coureurs dat er zo'n sterk deelnemersveld was op komen dagen dit jaar. Tijdens het inrijden lichtte Alastair me in dat er een aantal kleppers aanwezig waren en dat ik daar op moest letten.
Toen wij, categorie 1 (ben ik) en Elite, als laatste vertrokken lag het tempo onmiddelijk hoog, en omdat de wind uit oostelijke hoek bulderde posteerde ik me in het soepel draaiende molentje vooraan het vijftig man grote peloton. Ik was deze wedstrijd ingegaan als trainingswedstrijd en schuwde het zware werk niet, misschien had ik dat beter wel kunnen doen. Hoewel... mede door mijn inzet slaagde ik weg te komen in een kopgroep van zo'n tien man, het aantal medevluchters wisselde nogal omdat we ook mensen uit andere categorieen oppikten. (voor uitleg klik hier) Ik dacht dat de kopgroep na een aanvankelijk loeizware fase wel een wat aangenamer tempo zou aannemen, maar dit bleek ijdele hoop. De mannen van Dart en Recycling bleven de groep geselen met hun aflossingen, ik verzaakte zo nu en dan aan de staart van de groep om even op adem te komen.
De wedstrijd was 90 kilometer lang, en dat betekende in dit geval 17 rondjes. We waren ontsnapt na 5 rondjes en twee ronden voor het einde begon het gelazer: demarrages... Ik kon ondertussen mezelf wel voor mijn kop slaan, gelukkig had ik mijn helm op, want ik had mijn kruit in het begin van de strijd verschoten en voelde nu dat mijn lot onherroepelijk zwaar zou zijn. Mijn hoofd wilde wel, maar mijn benen begonnen langzaam maar zeker leeg te lopen. Ik had in mijn enthousiasme en omdat de koers voortdurend hard werd gemaakt te weinig gegeten en gedronken en voelde mijn spieren tegen de kramp aankruipen. Anderhalve ronde voor het einde moest ik de kopgroep laten gaan en even later werd ik ingehaald door een groepje achtervolgers onder aanvoering van Alastair. Ik kon niet meer aanpikken en volledig murw gebeukt door de wind en opgebrand door de harde koers werd ik nog door een enkeling gepasseerd en moest genoegen nemen met de 16e of 17e plek. (alleen de eerste 10 worden hier geklasseerd...)
Ik was hevig teleurgesteld, maar Alastair (de beste wielrenner uit York, zo zegt men: onder andere winnaar van een bergetappe in de Ronde van Saudi Arabie in 2001) was hevig onder de indruk van mijn rijden. Maar ik was uit de kopgroep gelost, zei ik, volgens mijn coach is dat de grootste zonde! Maar ach, het was een goede training en een wijze les. Bovendien, na de koers legde Alastair uit met wie ik nou precies op pad was geweest: de top 10:

1 Chris Newton
2 Kevin Dawson
3 Graham Briggs
4 Ben Greenwood
5 Sam Webster
6 Robin Sharman
7 Dieter Droger
8 Stephen Feeney
9 Paul Oldham
10 Alastair Kay

De moraal van het verhaal: ook al heb je goede moraal, met een wereldkampioen, de beste Britse allrounder en de nationaal kampioen bij de Beloften in een kopgroep moet je op je tellen passen...

donderdag 23 februari 2006

Veilig

Vreest niet! Ik ben er nog. Ik verkeer in goede gezondheid en de drukte van de afgelopen dagen weerhield me van het schrijven van uitvoerige verhalen. Mij kan namelijk weinig gebeuren. Ik woon op de veiligste plek van Engeland, vermoed ik. Ongeveer tweehonderd meter (het kunnen ook yards zijn) voorbij mijn huis is het politiebureau van York. De auto's rijden af en aan met gillende sirenes en felle draailichten. Jawel, draailichten, want zo meent oom agent, het lichtje zwaait niet, maar draait. Juist...
Naast het politiebureau liggen de barrakken van het Tweede Signaal Regiment. Op weg naar de campus fiets ik tussen de twee delen van de militaire kazerne door en groet altijd vriendelijk en beleefd de soldaat met het automatische geweer. Sommige mensen kan je maar beter te vriend houden, zo lijkt me. Het grappige is dat op de achterkant van alle voertuigen een Union Jack en twee gekruiste sleutels gestickerd zijn. Perfect: de Leidse sleuteltjes in York.
Dus mocht er nu een eersteklas terrorist in Fulford College (zoals we ons nu gedoopt hebben, de polo's zijn nog in ontwikkeling) binnen dringen, dan zijn politie en leger binnen luttele seconden ter plaatse. Dit is een geruststellende gedachte in het land van Abu Hamza wiens echte naam Mustafa Kamel op zijn Engels uitgesproken werkelijk hilarisch is. (Must have a camel...) En als er onverhoopt een onverlaat een schilderijlijst kapot maakt, dan kunnen we meteen Fulford Picture Framing van de overkant laten aanrukken. Nee, mij kan niets gebeuren.

En dan tot slot het Wapen van Fulford College, ontworpen door Sasha en mij. Enige uitleg is op zijn plaats:
- De koeien staan voor de vlekkerige zoogdieren die grazen in de wei tussen ons huis en de campus en die hier in Engeland bekend staan als 'cows'. Ze zeggen geen boe, maar meuh. (Rare jongens die Engelsen)
- Het huis met de twee rode deuren is Fulford College zelf.
- De wereld staat symbool voor het internationale karakter van het huis, alhoewel Jiliangs Maleisië niet vertegenwoordigd is... Maar ja, ach, het is Azië maar.
- Dan hebben we de rivier, de Ouse die in het laatste vierkant aanwezig is. We wonen er vlakbij en voelen een enorme aantrekkingskracht tot het woelige water.
- Bovenop het wapen staat Paco, de huisplant, die het huiselijke karakter symboliseert in ons Babylonische huis.
- Tot slot de 'spreuk' onderaan. Dit is een verhaspeling van het Franse woord partouze, dat zoiets als orgie betekent en op de een of andere manier een running gag is in huize Fulford... Maar om niet als een stel puberale obscene studenten (!) over te komen hebben we geprobeerd de indruk te wekken dat het met de Ouse te maken heeft, en dat wij een deel van de wereld zijn. Diep...

woensdag 15 februari 2006

Koud

Tsja, in deze barre tijden zit u natuurlijk allen binnen aan de buis gekluisterd. Terwijl de wind om het huis giert, de pannen van het dak waaien en de buurvrouw haar hond uitlaat (hondenweer) is er gelukkig de warme wetenschap dat de Olympische Winterspelen bezig zijn. Het normale leven staat dan stil, bijna zoals de spoorwegstaking van 1903, slechts tien jaar voordat ik mijn moeder in een deken naar school bracht omdat de winter van 1913 zo extreem koud was. Ja, dat waren nog eens winters. Mannen liepen rond met beijsde baarden en vrouwen ook. Paarden vroren dood op de stoep en werden daarom de huizen ingehaald. Een overblijfsel hiervan zien we nog in de populaire liedcultuur. Dat was de enige tijd in het jaar dat je als jongen met je handen onder de dekens slapen omdat anders je vingers eraf vroren. In die dagen mocht je blij zijn als het boven de -10 kwam. Dat beschouwden we in die dagen als dooi, dan ging de knickerbocker uit de kast en kwamen de kuiten weer bloot, want kousen waren voor watjes. Ik herinner me nog goed hoe ik... Ho, wacht laat ik niet afdwalen naar de winter van 1913 noch naar de spoorwegstaking van 1903. Ik wilde het vandaag met u hebben over de Olympische Winterspelen, die vrijdag met zoveel grandeur begonnen.
Aanvankelijk heerste onder het Nederlandse volksdeel in Fulford Road 65/67 de angst dat de Spelen niet uigezonden zouden worden, maar deze angst bleek ongegrond. De BBC heeft vermoedelijk diep in de buidel moeten tasten om de rechten voor het evenement te verwerven, want het trekt immers onnoemlijk veel kijkers. Dus nu zend de Britse publieke zender op prime-time de belangrijkste sporten uit. De belangrijkste sporten zijn: curling en kunstschaatsen. U leest het goed, curling en kunstschaatsen. In deze sporten hebben de Britten ooit medailles behaalt en men teert nog steeds op dat succes. In 1984 namelijk wonnen Jayne Torvill en Christopher Dean goud met ijsdweilen. Het succes van de curlingers is redelijk recent (Salt Lake) en hierom zond men eergisteren opnieuw de gewonnen finale van vier jaar geleden uit, toen Engeland onder leiding van een blonde akela de Zwitsers in de pan hakten. (Zwitserland uit, altijd lastig? Ik dacht dat ze neutraal waren...)
Maar tussen al het vegen en zwieren door vang ik af en toe nog een glimp snelschaatsen op. Ze laten meestal alleen de 'medailleritten' zien, dus ik hoop dat de Nederlanders goed blijven/gaan presteren, want dan zie ik er nog wat van. Met weemoed denk ik aan Herbert Dijkstra en de truien van Mart Smeets...

maandag 13 februari 2006

Bezoek

Dit weekend had Olijs bezoek. U weet dat we hem de vorige keer achtergelaten hadden bij Sintmaartensvlotbrug alwaar hij een brutale oude grijsaard ontvluchtte. Ik kan u mededelen dat hij zonder kleerscheuren op deze grijze, maar met zwarte accenten, bladzijde uit zijn levensgeschiedenis kan terugkijken. Olijs verkeert in blakende gezondheid en werkt wederom alle dagen van de week in de kleine klompenklopperij van opa Azram. (dat is geen Turks, dat is Westfries, komt van Miedema)
Maar in het weekend is hij vrij en hoeft hij geen klomp te kloppen. Dan gaat Olijs dingen doen. "Het is belangrijk", zo zegt hij altijd, "om nu en dan eens wat dingen te doen. Vooral het weekend leent zich uitermate goed voor het doen van dingen." Zo ook afgelopen weekend. Bij uitstek eigenlijk afgelopen weekend, want er kwam bezoek. En dingen doen alleen is maar alleen. Samen dingen doen is altijd een stuk plezieriger. Olijs keek dan ook al weken uit naar het bewuste weekeinde waarin een oude vriend, van over de grote plas, op bezoek zou komen. Helemaal vanuit Stavoren, een Oostfries zogezegd. Sierk-Jan Steigenga was ergens midden in de jaren negentig vanuit het veilige West-Friesland vertrokken naar het woestere moederland. Hier was hij neergestreken in een van de meest onaanzienlijke dorpjes in deze negorij: Goenga. Daar had hij met blote handen een boerderij gebouwd en was koeiensexer geworden, een edel beroep.
Maar nu had Sierk-Jan dus genoeg geld gespaard om zo snel als zijn skonkjes hem dragen konden de gevaarlijke overtocht te aanvaarden. Op de vroege mistige zaterdagmorgen kwam hij aan. Op de kaai stonden Olijs, opa Azram en de grote Friese stamboek Bertha BSC hem op te wachten. Kortom het hele dorp was uitgelopen. Ontdaan dooor zoveel vriendelijkheid pinkte Sierk-Jan een traantje weg en sloot de eveneens hevig snikkende Olijs in zijn armen: "Zo, ik ben er weer", sprak hij en dat was niets teveel gezegd. Hij was er weer.
Het hele weekend lang vulden Olijs en Sierk-Jan de tijd met spelletjes en uitstapjes in de omgeving. Het was weer net als vroeger toen ze de donkere bossen rond Midwoud en Hoogwoud onveilig maakten en de moeders hun kinderen voor het slapen bang maakten met de woorden: "als je nu niet braaf gaat slapen dan moet je mee met Olijs en Sierk-Jan en dan, en dan, en dan...!" Geen enkel kind kon die gedachte verdragen en deed dus prompt wat moeder vroeg. Slapen.
Olijs en zijn teurggekeerde strijdmakker reden op hun stalen rossen door de omgeving, bezochten Grootebroek, de middeleeuwse universiteitsstad. Daar in die stad studeren de kinderen van de Westfriese adel en notabelen, die niet slim genoeg zijn voor de prestigieuze Universiteit van Nibbixwoud.
Helaas kwam aan dit eindeloze weekend een eind en moest Sierk-Jan weer op huis aan. Met een hutkoffer vol nieuwe kleren in zijn ene en drie kilo biefstuk in de andere hand stapte hij de loopplank op.
"Tot ziens Olijs."
"Tot ziens S-J."
Terwijl de boot het ruime sop koos en Olijs' ogen zich vulden met evenzo zout water hoorde hij nog net Sierk-Jan roepen:"Weet je hoe de Engelsen rodelen noemen? ... Luge!"
"Goh", dacht Olijs, "dat is nog eens handig om te weten."

maandag 6 februari 2006

Bericht'n voor de fietsers

Engelsen hebben een bijzondere manier om hun wegennet te onderhouden. Om het wegdek te beschermen smeren ze er een mengsel van drek, leem, pekel en diesel op. Dit voorkomt de zogenaamde asfaltcorrosie. Nadeel is echter dat het wegdek glad als ijs wordt. Zo kan het gebeuren dat bij het binnenrijden van York, nabij de paardenrenbaan, de fietser niet het gebruikelijke tweederde deel van de minirotonde aflegt, maar halverwege slippend en slechts door acrobatisch wonderwerk overeind blijvend rechtdoor gaat. Dan mag de fietser zich verheugen dat zich daar een stoep bevindt en geen gapend gat of een diep ravijn.

zondag 5 februari 2006

Gratis

De Wet van Beijen:
In het dagelijks leven geeft de Nederlandse Erasmusstudent ponden uit alsof het euro's zijn. Dit zijn het niet. De pond is ongeveer anderhalve euro (in waarde) en ook de munten zijn verschillend. Zo hebben de Engelse om een duistere reden een 2 pence munt ter grootte van een wagenwiel. Het is verreweg de grootste munt. Een keer niet gepast betalen betekent bovendien een portemonnee gevuld met pennies en die waardeloze rijksdaalderachtige munten.
In al deze miserie fonkelt echter een lichtpuntje: kortingen. Daar zijn de engelsen dol op. Wie niet? Ik heb al twee keer geluk gehad en de vrekkige Hollander in mij eens lekker verwend.
Toen Frank bij mij op bezoek kwam (vorige week donderdag) had zijn trein vertraging. Omdat ik al naar het station aan het lopen was besloot ik om even de stad in te gaan. Ik ging naar de Gap omdat daar een jasje hing dat ik wilde kopen. Bovendien was het in de uitverkoop, dus echt duur kon het niet zijn. Bij nadere inspectie bleek het £49.99 te kosten. Bijna vijftig pond dus. Nou geef ik vaak ponden uit of het euro's zijn, toch was dit jasje een kleine vijfenzeventig euro. Hmm. Ik besloot, na ampel beraad met mijn andere persoonlijkheden ('Das niet duur' 'Nee' 'Hoewel..., nee'), het te kopen. Met een energieke pas hobbelde ik naar de kassa. Alwaar de kassamevrouw me toevertrouwde dat dit jasje met fijne snit slechts £8.97 kostte. Dat is bijna negen pond! Zelfs als ik ponden uit zou geven als euro's... dan nog! Sindsdien draag ik het ding dag en nacht, want van zo'n voordeel moet een mens optimaal genieten.
De dag erna volgde nog meer voordeel. Ik was die week erg onder de indruk geraakt van de Times. Wat een heerlijke krant. Daarom was ik de stad in te gaan om een exemplaar aan te schaffen. Vreemd genoeg zaten alle exemplaren op deze vrijdagmiddag in een cellofaantje. Maar ik liet me niet afschrikken door hun vreemde voorkomen en nam de bovenste krant van de stapel. Bij de kassa ontstond enige ophef omdat er kennelijk iets miste in mijn cellofaan. De verrassing was des te groter bij mij toen bleek dat ik een roman bij de krant cadeau kreeg. Hugo Hamilton's 'The Speckled People'. De kaft alleen al! Had ik zomaar voor £0.60 (iets meer dan een halve pond) een prachtig boek dat mij nu al de hele week boeit. Als ik niet aan het studeren ben natuurlijk, ik had het namelijk nogal druk de afgelopen week. Dat verklaart mijn zeven dagen durende mediastilte.
Ik moest de laatste hand leggen aan mijn werkstuk voor Onderzoeksseminar III, de biografie van Hanns Albin Rauter. Verder gingen mijn reguliere lessen hier ook gewoon door.
Gisteren hadden we een huisfeest in Huize Fulford. Sasha en Samia vierden beiden hun verjaardag. We begonnen de avond met een waar feestmaal dat Chiara in elkaar gedraaid had. De heerlijkste pizza's... Vervolgens hebben Claudia en ik een vrachtwagenlading ballonnen opgeblazen, waarvan ik nu nog de spierpijn in mijn wangen voel. Er zaten namelijk van die langwerpige tussen en het is een ware crime om die op te blazen. Het is nu alsof ik een hamster ben die teveel mondvoorraad in zijn wangen heeft geduwd en nu met heen en weer zwabberende wangzakken door het leven moet. Daarna stroomde het huis vol met studenten van velerlei pluimage (wederom voornamelijk Frans) en ontvouwde zich een magnifiek feest. De sfeer was buitengewoon goed en aan de ravage te zien die ik vanochtend aantrof toen ik om acht uur opstond (ik ging meedoen met de reliability ride van Clifton) had iedereen het naar zijn zin gehad. En toen ik terugkwam was een groot deel van de rommel opgeruimd en zat een groot deel van mijn huisgenoten zowaar aan een heus Engels ontbijt.
En nadat ik me ontdaan had van een dikke laag echte Engelse pekel en drek trakteerde ik mezelf op toost met kaas, lemon curd en marmite (niet allemaal door elkaar) en een grapefruit. Lekker... Hmmm. (belangrijk is om te weten dat ons gebaar voor 'hmmm lekker', het langs je oor zwaaien van je hand, in de meeste andere landen iets heel anders betekent. Meestal heeft het met een handgemeen te maken, u bent gewaarschuwd)

zondag 29 januari 2006

Meegemaakt en opgemerkt

* Een 'presentation' betekent geen presentatie, maar een samenvat- en voorleesbeurt.
* Op een Grieks feest draaien ze daadwerkelijk de Sirtaki en dansen de jongens met hun armen in de lucht. (borden blijven heel)
* 'Chips & Cheese' is een aanrader.
* Een 'Reliability Ride' heet niet zo omdat het zo'n betrouwbare groep renners is, maar omdat je alleen op je zelf kan vertrouwen.
* Engelsen hebben slechts een beperkt vélobulaire (fietsidioom). Geen 'porridge in the legs' of 'with your hole open'.
* Een echte Engelse fietserslunch (althans bij Charlie) bestaat uit witte boterhammen met gebakken spek en bruine saus en ettelijke kopjes thee met melk (hoera!).
* York heeft zo'n onverstaanbaar accent dat Yorkers elkaar niet eens begrijpen.

Is that all, lov'?
- Yes, it is.

dinsdag 24 januari 2006

Lyriek

Wat een weer vandaag! De Anglicanen alhier klagen steen en been over de bittere koude, maar ik geniet met volle teugen. Had ik schaatsen bij me, dan waren ze uit het vet en stond ik ze nu zingend te slijpen. Hoewel, er zijn hier weinig sloten en meren die daadwerkelijk dicht zouden kunnen vriezen. Gelukkig heb ik altijd nog mijn rijwiel. Mijn stalen ros, uit het vet noch geslepen, maar toch voldoet ie. Mijn trouwe tweewieler.
Het weer gaf de ommelanden een luister mee die ik nog niet eerder zo had ervaren. De blauwe lucht, het laagje mist boven de groene velden en het VSM landschap: bomen en heuvels vormden een pastelkleurig landschap dat steeds lichter werd tot het vervaagde in de lucht. Geen horizon.
Dat was nog toen het licht was, maar nu 's avonds voegt York een extra dimensie toe aan het winterweer, en andersom. De hele stad ruikt prikkelende naar kolenkachels. De rook kringelt op uit de vele schoorstenen envermengt zich met de mist. Dit geeft de stad een mystiek (of is het juist mistiek?) sfeertje.

De maaltijd wacht. Stamppot? Snert? Yorkshire pudding?

zaterdag 21 januari 2006

Bergafwaarts

Vandaag heb ik me voor en training bij de mannen (en een vrouw) van Clifton Cycling Club gevoegd. Ik had op internet gelezen dat ze elke zaterdag vanuit het centrum de omgeving in trokken, en dat leek me wel wat. Een kans om mensen te ontmoeten en om de omgeving een beetje te leren kennen.
Iets over tienen vertrokken we met een mannetje of twaalf voor een tocht heen en weer naar Malton. Hier liggen een aantal Zuid-Limburgachtige steile korte heuvels, en die zochten we natuurlijk op. Een beetje een wielrenner houdt niet van plat. (ik wel, maar ik hou ook van spaghetti met komijnenkaas en appelstroop, dus dat zegt niets) Het tempo lag niet heel hoog en aanvankelijk dacht ik dat ik erna misschien nog wat extra zou gaan trainen, maar de heuvels bleken echte kuitenbijters te zijn, dus na 2,5 uur had ik wel genoeg gedaan. Gelukkig ging het af en toe ook naar beneden en nu heb ik als maximum 78km per uur op mijn tellertje staan. Gordels vast...
Ik heb me tijdens de rit een beetje laten voorlichten over de wielrennerij in de omgeving. Er is voldoende te doen, zo begreep ik. Tijdritcompetities, wegwedstrijden en zelfs criteriums.
Toen de groep probeerde een soort wedstrijdje te maken van het einde van de tocht kwam ik met Charlie alleen vooruit te zitten. Vlak voor het plaatsnaambordje (niet York, maar de naam is me ontschoten) reed ik hem los. Hij was onder de indruk. Ik werd door hem meteen gerecruteerd voor de openingswedstrijd van het seizoen. Dit is op de eerste zaterdag in maart in Liverpool. Het is een zogenaamde handicaprace. Dit betekent niet dat er alleen kleurenblinde, krombenige en slordig in elkaar gezette coureurs mogen deelnemen. Het houdt, als ik het goed begrepen heb in, dat iedereen op een andere plek op het parcours begint, met de 'langzaamsten' vooraan en de snelsten achteraan, zodat het bij de finish heel spannend wordt. Lijkt me leuk.
Daarnaast verzekerde Charlie me dat ik altijd wel een lift naar de wedstrijden in de buurt kon krijgen. Dat is natuurlijk ideaal.
Tijdens de rit heb ik niet alleen Engels gepraat, want het bleek dat een van de renners Nederlands en bestuurskunde had gestudeerd in Hull. En ik moet zeggen, hij sprak goed Nederlands. Ok, zijn accent was een beetje vreemd, maar nog altijf beter dan veel in Nederland wonende Engelsen. Zijn zinsbouw was echter perfect en het was best grappig om met een Engelsman Nederlands te praten. Ik kan het nog.
Kortom, ik heb een prettige training beleefd en morgen ga ik met Charlie en een voor mij nog onbekende ander de hogere heuvels aan de westkant van York in. Boterhammen mee dus.

woensdag 18 januari 2006

Ondeugend

Vandaag had ik mijn eerste college... Ja, het was een zware anderhalve week. Na binnenkomst in de haast onvindbare zaal, toch gevonden, nam ik plaats op een stoel in de kring. Ik was weer helemaal terug in mijn kindertijd (heb ik eigenlijk nooit verlaten, maar dat terzijde) op de Dukdalf. Een kringgesprek! Ik had alleen niets bij me. Geen object voor de vreemde-dingenkring, geen artikel voor de krantenkring, geen versje voor de gedichtenkring. Niets. Ik hoopte dat het een vertelkring zou zijn. En gelukkig, dat was het ook.
Vreemder voor me was de stoel waar ik in zat. Het had slechts aan één kant een armleuning. En daar zat een tafeltje aan vast. Je weet wel zo'n Amerikaans schoolstoeltafeltje. Zo een waar met geen mogelijkheid een multomap op past. Nou heb ik geen klapper, dus dat kwam goed uit. Maar ik vond het een ervaring. Ik voelde me helemaal saved by the bell.
Wel merkte ik dat de stoelen een verkeerde verhouding hebben, althans met mij. Om namelijk een beetje goed te kunnen schrijven moet ik onderuitzakken. Dan pas kan ik mijn onderarm op het tafeltje leggen. Maar nu het probleem: van mijn moeder moet ik altijd rechtop zitten! Want anders groei ik krom, zoals zovelen aan mijn vaderskant van de familie. Maar belangrijker nog: onderuitgezakte studenten maken volgens mijn moeder een ongeïnteresseerde indruk, en dat wil ik ten allen tijde vermijden.
Ik stond dus voor een torenhoog dilemma. Ofwel mijn academische vorming verwaarlozen door niet mee te schrijven. Ofwel door ongehoorzaam te zijn. Wat een gruwelijk keuze. Maar ik heb uiteindelijk besloten om met een uitermate geïnteresseerd gezicht iets onderuitgezakt me volledig op het onderwerp te storten. Madness and the Asylum, net wat voor mij!

zondag 15 januari 2006

Feest en lange marsen

Gisteravond was mijn eerste huisfeest in York. Omdat de tentamens voorbij waren, die zijn hier aan het begin van het nieuwe blok, en omdat er nieuwe mensen in het huis waren. (waaronder ik inderdaad) Helaas was er voor het feest niet omstandig geadverteerd en dus was de opkomst redelijk gering. Een groot deel van de huisgenoten was er niet... Dit mocht de pret echter in het geheel niet drukken. Er waren voldoende versnaperingen, voldoende Fransen voor de sfeer en een prettige ambiance. Toen rond middernacht, of even erna, de Strongbow en andere spiritualia opraakten besloten de Franse fuifnummers om een ander feest te bezoeken. Altijd op zoek naar nieuwe horizonten besloot de meerderheid van de feestvierenden mee te gaan op weg naar het volgende huisfeest, slechts vijfentwintig minuten lopen van Fulford Road.
Op dit moment in het verhaal is het belangrijk om even terug te gaan naar de avond ervoor. Die avond hadden we met een groepje besloten uit te gaan. In eerste instantie had Gildas ons voortvarend naar een soort loungeclub geleid, alwaar Guillaume en enkele andere Franse studenten zich in weelde wentelden. Dit prettige knijpje sloot echter al om elf uur de deuren en dus stonden we snel weer buiten. Op dat moment namen de Fransen het heft in handen, maar zoals zou blijken, met de Franse slag. Na twintig minuten wandelen bleken we namelijk op weg te zijn geweest naar een reggae feest dat al afgelopen was. Onverrichterzake keerden we weer terug binnen de muren van York. (Echter vlak voor de muren in een parkje zagen we nog wel een beschonken Engels vrouwspersoon met haar billen bloot op het gras liggen terwijl even bezopen vriendinnen probeerden haar af te schermen van nieuwsgierige voorbijgangers, tevergeefs. Vermoedelijk moest het meisje plassen, maar was die handeling iets te ingewikkeld in benevelde toestand en was ze omgevallen. Over twee weken kan ik kwartetten met blote ledematen!)Uiteindelijk hebben we nog een pub gevonden waar we alsnog een prettige tijd hebben beleefd.
Toch betekende hetgene dat we vrijdag meemaakten een voorbode voor wat ons zaterdag te wachten stond. We gingen naar een huisfeest waar Harriet aanwezig was. Aanvankelijk wisten we alleen de straat waar het huis in kwestie, en dus ook het feest, zich bevond. Onderweg kregen we meer informatie: het was nummer 141, maar Harriet had left the building. Na ampel beraad besloten we om als doorgewinterde party crashers toch onze weg te vervolgen naar het feest. We hebben echter huisnummer 141 helemaal nooit gevonden. De rijtjeshuizen stopten bij 125 en gingen verder bij 145. Daartussen zaten twee appartementen complexen. Eén ervan met huisnummer 127 en de ander had de nummering van de zijstraat. Kortom we bevonden ons in een soort Bermudadriehoek waar huizen en feesten in het niets leken te verdwijnen. Na veel vruchteloze zoekpogingen hebben we het opgegeven en zijn we terug gegaan en hebben ons bed opgezocht...
Kortom, ik heb me uitstekend vermaakt. Ik heb het niet snel koud en ik heb geen problemen met nutteloze verplaatsingen (anders neem je niet deel aan de Ronde van Abbenbroek). Bovendien is het erg grappig om te zien hoe iederen elkaar als makke schapen volgt terwijl er geen duidelijk plan is. Ik dacht altijd dat dit een Italiaans verschijnsel was, ik noem een Voghera, maar kennelijk is het wijder verbreid.
Ja, je maakt wat mee als Vredestein band.

donderdag 12 januari 2006

Vers

Ik heb in de tussentijd kennis gemaakt met meer huisgenoten, en het leek me leuk om die ook even aan jullie voor te stellen. Op de avond van mijn eerste post leerde ik juliang (fonetisch) kennen. Hij is een Maleiër en stelt voortdurend vragen. Hij woont net als ik op de begane grond.
Daarnaast arriveerde enkele dagen geleden Inez, een klein Spaans meisje uit Sevilla. Zij bleek de vriendin van Gildas te zijn en oimdat ze elkaar tijdens de vakantie niet gezien hadden zaten ze gezellig samen spaanse ham en franse kaas te verorberen. Gelukkig kregen wij ook een hapje.
Naast deze kleine Spaanse werden we ook nog eens getrakteerd op de terugkeer van een Franse armada. Samia uit Toulouse en Emiline uit Marseille praten nu voortdurend frans met Gildas en Guillaume, een huisvriend. Dit zorgt voor een kakofonie aan geluid omdat de helft van het huis gebrekkig engels praat en bovendien altijd de televisie aan staat. We hebben maar vijf netten, dus meestal staat er een programma over chimpansees aan of darts, zoals vandaag. Jelle Klaasen heeft gewonnen! Jee!
Maar goed, behalve voornoemde buitenlanders heb ik vanavond kennis gemaakt met een inboorling, te weten Rob. Rob ziet er uit als een verlopen Daniël Lohues. Hij heeft dezelfde pafferige kop, donkere krullen en dikke buik. Wel heeft hij een bril, en geen zonnebril zoals Lohues weleens op heeft. Dus het is 'm niet. Misschien speelt hij wel heel goede blues. Daar moet ik eens naar informeren.
Ik heb nog steeds de mythische James niet ontmoet, maar ik heb wel Patrick zien lachen toen we gisteren met onze laptops in de keuken zaten en elkaar onze muziek lieten horen. Men was overigens niet zo gecharmeerd van I wanna be a hippy van de party animals. Onbegrijpelijk!

Dan zou ik graag deze update willen afsluiten met een paar losse opmerkingen:

- Engelsen rijden links, maar lopen rechts. Waarom?

- Ik rij af en toe rechts, maar kom er meestal op tijd achter dat dit niet de bedoeling is.

- Als je very outgoing bent betekent dit niet dat je een uitgaanstype bent.

- Waarom kan je in elke supermarkt dozen vol kant en klare maaltijden kopen, maar geen bladerdeeg, witlof, lemon curd en aanmaaklimonade? Schande!

- In Engeland is het hip om zadels te jatten, daarom zit mijn zadel nu met een slot aan mijn fiets.

woensdag 11 januari 2006

Fietstocht

Van York
via Rufforth
en Hutton Wandesley
rechtdoor in Long Marston.
Na Bickerton
linksaf naar Walton,
daar de tweede links richting Wighill.
Aldaar rechtsaf naar Tadcaster
en Bolton Percy.
Linksaf: Appleton Roebuck.
Tweede links naar Acaster Malbis,
Copmanthorpe,
Bishopsthorpe,
en Fulford.

Mind the pedestrian!

Loflied

Dankzij Nynke eet ik nog elke ochtend een lekker grote bak Brinta(bee). Waarvoor dank. Dit tot verbijstering van Chris, onze poetskabouter, die zelf altijd bij ons tosti’s staat te bakken, zoals vanmorgen. Of hij zit televisie te kijken. Of hij leest de krant. Of hij houdt een praatje. Hij doet een heleboel, maar hij doet bar weinig. Hij moet elke dag vier uur lang ons huis schoon maken(al ridicuul genoeg, zo vies zijn we niet), maar desalniettemin is het er niet okselfris. Maar dit terzijde.
Brinta dus. Ik ben elke dag weer dankbaar dat meneer Brinta ooit dit ontbijt der kampioenen heeft uitgevonden. Wat is er immers lekkerder dan een groot bord dampende Brinta? Het parfum van gekookt karton met melk doet zelfs de grootste chagrijn met een ochtendhumeur lachend de dag tegemoet treden…
Zoals de goden allemaal afkomen op de zoete geur van ambrozijn diep opsnuiven als hen op de Olympos een feestmaal te wachten staat, zo sta ik ’s ochtends in de keuken van mijn studentenhuis in York. Met bibberende neusvleugels van genot en de wetenschap dat ik de dag mag beginnen met zo een hemels maal. Dan ben ik geroerd tot in het diepst van mijn ziel. (Dat is belangrijk anders brandt het aan, dus: goed roeren)
Oh Brinta! Je bent een genoegen voor elk zintuig. Je smaak, als de beste wijn. Je geur als een bloemenbed in april. Het geluid dat je maakt wanneer ik het met aan kunst grenzende elegantie in mijn papbak kwak. Oh, en dan heb ik het nog niet eens over je textuur, hoe het voelt. Niets is zachter, daar kunnen geen babybilletjes tegenop. Nee zelfs Page komt er niet bij in de buurt. Het is alsof ik zijde inhaleer. In één woord: supercalifragilisticexpialidoceous!
Maar gruwel, over enkele dagen zal het pak leeg zijn… Heeft mijn leven dan nog zin? Wat moet ik dan? Eieren, champignons, bacon, worstjes, tomaten, bonen, jam en toost?

Full English Breakfast?

There once was an old man in York,
He was killed with only a fork.
The killer was caught,
Said: "Just as I thought
Human flesh tastes better than pork."

maandag 9 januari 2006

Uit

Op de eerste zaterdagavond was het meteen raak. De pub lonkte. De roep was te luid om het te weerstaan en daarom had Gildas een aantal jongelingen uit Fulford Road 65-67 opgetrommeld om York eens even goed onveilig te gaan maken. Zo gezegd, so done.

Claudia, Gildas, Sacha, Chiara, Martha, Mikhail en Erik wandelden langs de Ouse naar het centrum waar de gehele Yorkse jeugd al op de been was om eens flink te gaan kantelen. Het was pas half tien, voor de Hollander in het gezelschap was het dus een behoorlijk vreemd gezicht. In Nederland ben je niet bepaald hip als je al om half tien je stampub in komt waaien. Nee, het liefst steek de Nederlander zijn hoofd pas rond middernacht om de deur van Lokaal 9. Maar dit was niet het enige dat opviel. Eigenlijk vielen de nieuw aangekomen Erasmusstudenten van de ene verbazing in de andere. Zo bleken Engelse meisjes het dragen van een jas op een natte koude winteravond volkomen onnodig te vinden. Op naaldhakken en in opzichtige kleding gehuld bibberden ze door de straten. Het leek haast of er een themafeestje in de stad was waarvoor de dames zich verkleed hadden. Het leek wel of het een wedstrijdje sletterig kleden was. Maar nee, dit is folklore, bezweerde Gildas. Je kan de Engelse meisjes alles laten doen op een uitgaansavond, knipoog, niets is te gek. Maar na afloop zijn ze je naam vergeten, zuchtte hij.

Na enkele vruchteloze pogingen om een geschikte pub (waaronder café Orgasmic!?) te vinden zeeg het groepje neer in de zachte stoelen van een knijpje aan de oever van de Ouse. Hier probeerden zij elkaars talen te spreken, dat lukte heel behoorlijk. Nazdravje, prost, santé, salute, proost, cheers! De muziek was een vreemde mix van Franz Ferdinand, Abba en de Spice Girls. Kortom de stemming was opperbest.

Rond middernacht keerden de studenten huiswaarts en waren ze getuige van een opzienbarende gebeurtenis, althans in hun ogen. Vlak voor het groepje waggelde namelijk een zwaar beschonken Engelse met vriend. Zij, fors uitgevallen, had moeite om te blijven staan op haar hakken. Hij had moeite om haar overeind te houden, zij was immers fors gebouwd. Aanvankelijk zwalkten ze nog vrij succesvol, ze kwamen vooruit. Plotseling bukte de deerne, wellicht omdat er iets aan haar schoen markeerde, wellicht zonder reden ze was tenslotte lam. Bij deze onverwachte manoeuvre lichtte haar onderrug annex aanzet tot bilspleet bleek op in het licht van de straatlantaarns. Daar bevond zich een tatoeage. Ze had haar naam op haar rug getatoeëerd! Waarom? Wie zet in vredesnaam zijn naam op zijn rug? Was het opdat mannen ’s ochtends bij het ontwaken dan toch haar naam wisten als ze heimelijk haar kamer verlieten? Met moeite hees haar vriend haar overeind, en voort ging de tocht.

Maar het zat het koppel tegen. Na het oversteken van een straat was de schoen van de dame half los geraakt. Aangezien zij zich onmogelijk kon bukken om er iets aan te doen had de man zich laten verleiden tot hulp. Zonder enig succes stond hij aan haar voet te sjorren. Of hij nu uit evenwicht was geraakt en zich aan haar had vastgegrepen of dat zij zelf debet was aan datgene dat volgde is onduidelijk. Wel duidelijk was dat ze daar plotseling met een borst uit haar shirt tegen de gevel hing terwijl de jongen zijn aandacht nog volledig op haar schoen gericht had. Al met al maakte ze geen charmante indruk…

Toen zei Sacha: “En het was niet eens een mooie borst. Hij was lelijk!” En zo was het.