Tijdens Sinterkerst, dé traditionele feestdag op 23 december, verzamelde een hechte vriendengroep zich in het legendarische Grote Lombokhuis (te Lombok). Aan de lange schragentafels laafden zij zich aan de heerlijkste spijzen. De ene gang was nog orgastischer dan de andere. Iedereen had duidelijk zijn best gedaan. Het was een lust voor het oog, een lust voor de tong en bovendien een lust voor het oor. Het vrolijk gekwinkeleer van de adolescenten vulde de ruimte en zou zelfs de grootste zwartgallige piskijker een lach op het gezicht hebben getoverd.
In deze amicale ambiance ontvouwde zich na het copuleuze diner het belangrijkste van deze decemberavond: de uitwisseling der geschenken... Niemand had zich hier met een jantje-van-leiden afgemaakt. Desalniettemin werd het een grote janboel van cadeaupapier en ellenlange gedichten, nee de aanwezigen waren niet voor jandoedel bijeengekomen. Het was geen avond van Jan kom kietel me.
Na het uiteenscheuren der papieren verpakkingen van de pakjes ontspon zich een gesprek over de vraag wie de grootste nerd was. De vrienden kwamen er niet uit. Maar gelukkig staat de moderne techniek voor niets, er bestaat een testje voor. De schrijver dezes kan met gepaste trots melden een score van 95% te hebben gehaald! Een volbloednerd.
dinsdag 27 december 2005
donderdag 22 december 2005
Een schizofreen is nooit alleen...
Sommige dingen kan je niet alleen doen. Of je kan ze niet alleen doen.
Een aantal voorbeelden:
- Merci kopen en opeten.
- Kaasfonduen.
- Badmintonnen.
- Wippen.(Let wel, op een wip! Geen wipkip.)
Sommige dingen kan je alleen alleen doen. Of je kan ze alleen alleen doen.
Een aantal voorbeelden:
- Bij jezelf te rade gaan.
- Een solo. (Lang of kort, maakt niet uit.)
- Dromen.
- Alleen zijn.
Sommige dingen kan je alleen niet alleen, maar ook niet niet alleen. Of je kan ze alleen niet alleen, maar ook niet niet alleen.
En dat is pas echt jammer.
Een aantal voorbeelden:
- Merci kopen en opeten.
- Kaasfonduen.
- Badmintonnen.
- Wippen.(Let wel, op een wip! Geen wipkip.)
Sommige dingen kan je alleen alleen doen. Of je kan ze alleen alleen doen.
Een aantal voorbeelden:
- Bij jezelf te rade gaan.
- Een solo. (Lang of kort, maakt niet uit.)
- Dromen.
- Alleen zijn.
Sommige dingen kan je alleen niet alleen, maar ook niet niet alleen. Of je kan ze alleen niet alleen, maar ook niet niet alleen.
En dat is pas echt jammer.
zaterdag 17 december 2005
Ouderwets stevig swingen II
Er is één ding dat me al jaren bezig houdt.
Wat fluit een hardcore death-metal fan op de fiets?
Hier zou een wetenschapper zich eens over moeten buigen. Er zijn natuurlijk verschillende mogelijkheden:
1. De death-metal fanaticus heeft altijd een mp3 speler op zijn harses. (foute boel)
2. De dode-metaal liefhebber fluit niet, maar brult. (huuuuu, eng!)
3. Het langharig tuig fietst niet. (schande! schande! schande! Driewerf schande! Wie fietst er nou niet? Rota ruo, ergo sum!, dat zeiden de groten der klassieken al.)
Wie, o wie helpt me uit de brand? Ik ben als dikke tante Mina Lutteput. Wie? Wie? Misschien ken je iemand die van die muziek houdt. Ja, normaliter hou je dat geheim, maar dit is wetenschap. De onderste steen moet boven!
PS Boudewijn de Groot heeft ooit 'A well respected man' van de Kinks gecoverd. Ik ken pas sinds kort het nummer van de Kinks (dankzij Pim en Suzan), nu nog op zoek naar die van Boudewijn de Groot.
Wat een toeval! De Kinks en Boudewijn de Groot in één, kan het beter? Het antwoord volgt later...
Wat fluit een hardcore death-metal fan op de fiets?
Hier zou een wetenschapper zich eens over moeten buigen. Er zijn natuurlijk verschillende mogelijkheden:
1. De death-metal fanaticus heeft altijd een mp3 speler op zijn harses. (foute boel)
2. De dode-metaal liefhebber fluit niet, maar brult. (huuuuu, eng!)
3. Het langharig tuig fietst niet. (schande! schande! schande! Driewerf schande! Wie fietst er nou niet? Rota ruo, ergo sum!, dat zeiden de groten der klassieken al.)
Wie, o wie helpt me uit de brand? Ik ben als dikke tante Mina Lutteput. Wie? Wie? Misschien ken je iemand die van die muziek houdt. Ja, normaliter hou je dat geheim, maar dit is wetenschap. De onderste steen moet boven!
PS Boudewijn de Groot heeft ooit 'A well respected man' van de Kinks gecoverd. Ik ken pas sinds kort het nummer van de Kinks (dankzij Pim en Suzan), nu nog op zoek naar die van Boudewijn de Groot.
Wat een toeval! De Kinks en Boudewijn de Groot in één, kan het beter? Het antwoord volgt later...
donderdag 15 december 2005
Blues
Het is een bekend gegeven, verdriet leidt tot het mooiste. De mooiste liederen, gedichten, boeken en schilderijen gaan over verdriet. En het summum van verdriet is zonder twijfel liefdesverdriet. Dit leidt tot grootse inspiratie, zegt men.
Is inspiratie nat en rolt het uit je ogen? Ik hoop het, want dan kunnen jullie ongetwijfeld binnenkort mijn eerste roman verwachten. Een vuistdik boek met de titel Hemelzwart. Ook vermoed ik dat mijn eerste film, Starstruck, in januari in de meeste bioscopen vertoond zal worden. Gaat erheen! Of luister anders naar de luisterliedjes met een scherp randje die op de cd Constant Huygens Unplugged te beluisteren zijn. Een cd, ook van mijn hand.
Vooralsnog is het behoorlijk leeg.
Is inspiratie nat en rolt het uit je ogen? Ik hoop het, want dan kunnen jullie ongetwijfeld binnenkort mijn eerste roman verwachten. Een vuistdik boek met de titel Hemelzwart. Ook vermoed ik dat mijn eerste film, Starstruck, in januari in de meeste bioscopen vertoond zal worden. Gaat erheen! Of luister anders naar de luisterliedjes met een scherp randje die op de cd Constant Huygens Unplugged te beluisteren zijn. Een cd, ook van mijn hand.
Vooralsnog is het behoorlijk leeg.
woensdag 14 december 2005
Blusdeken
In de serie Gezinsverhalen volgt nu het verslag van het vertoeven van de Van Lakervelden in den vreemde.
Het gezin zat al weken uit te kijken naar de reis. De voorpret was zo enorm dat het werkelijke bezoek alleen maar tegen zou kunnen vallen, maar dit bleek niet het geval. Gelukkig maar. "Maar waarheen", zult u zich afvragen, "zou het befaamde Leidse vijftal afreizen?" Welnu, beste lezer, naar Lancaster. Aldaar zou de oudste telg haar mastertitel uitgereikt krijgen. (Ach, wat worden kinderen toch snel oud. Ik weet nog goed hoe ze geboren werd, tsja...) Ja, zo'n uitreiking der mastertitel is waarlijk geen kleinigheid. Dat staat in de hiërarchie ongetwijfeld boven het Overlevingsbrevet, hoewel watertrappelen met kleren aan bepaald geen sinecure is, dat weet een kind. Kortom de master in spé, de ouders en de tweeling zaten al weken met rode koontjes te wachten tot het moment gekomen was dat ze gezamenlijk naar Lancaster zouden afreizen. Alhoewel, geheel gezamenlijk ging het gezin niet op weg. Een meerderheid van vier verplaatste zich per Peugeot Partner en ferry (niet Hoogendijk). De jongste dochter zag zich door studiedruk genoodzaakt haar bezoek tot een minimum te beperken. Als een ware vrouw van de wereld liet zij zich invliegen om van de ceremonie getuige te zijn. Aldus geschiedde.
Het gezelschap nam zijn intrek in een koddige cottage in het Lancastriaanse heuvelland. Hier brachten zij met plezier het weekend door, maandag zou het ware reisdoel immers pas plaatsvinden. Zij vulden hun tijd met wandelen, lezen en het kijken van Disney-films. Ondertussen was het aantal flauwe grappen niet van de lucht. Het is u ongetwijfeld bekend dat de schrijver dezes hier groot plezier aan beleeft en er zelf graag deel aan heeft. Nu heeft hij dit niet van een vreemde. Een appel valt doorgaans niet ver van de boom. De pater familias heeft alle remmingen laten varen sinds zijn kroost het huis heeft verlaten, zo lijkt het althans. Aan de lopende band kraamt hij nonsens uit. Het summum hiervan was wel zijn niet aflatende stroom verhalen over Pakze.
Pakze is de naam van een imaginaire hond. Deze naam had de oude man enkel en alleen verzonnen om omstanders de stuipen op het lijf te jagen. De vader van het gezinnetje zag helemaal voor zich hoe voorbijgangers verstijfd van schrik zouden blijven staan als hij zijn hond riep: "Pak ze! Pakze!" Om hetgeen aan zijn geestesoog voorbijtrok kracht bij te zetten riep de man te pas en te onpas plotseling de naam van zijn hond en veinsde bovendien dat de trouwe viervoeter hard aan zijn leiband (eveneens imaginair) trok. De verhalen over het lieve huisdier waren zo talrijk dat ondergetekende precies weet wat voor hond Pakze is. Het is een zogenaamd vuilnisbakkenras, met korte krul, een soort kroeshaar. De kleur is aldus onduidelijk want vlekkerig van aard. Het beestje is niet groot en niet klein. Hij is aartsbraaf en luistert uitstekend naar zijn naam.
Vreemd genoeg werden de verhalen over Pakze afgewisseld met onverwachte exclamaties van de zin: "had ik maar een blusdeken". Voorgaande uitgesproken als ware de vader een Rinus Michels-imitator. Zowel bij de verhalen over Pakze als bij de blusdeken liep de moeder paars aan en schoot in een nimmer aflatende lachhik. Zoon en dochters konden niet anders dan met open mond en verschrikking in de ogen toekijken. (Hoewel de potsen van hun vader ook meer dan eens een lach aan hen ontlokten) Vervolgens herpakten zij zich, gebaarden naar de verbaasde Engelsen dat hun ouders became mad, indeed, om erna het ouderpaar weer tot bedaren te brengen.
De uitreiking zelf was een lust voor oog en oor. De professoren kwamen ieder in hun persoonlijk kleurig kleed de grote zaal in, begeleid door drie trompettisten. Een waar schouwspel. De alumni, ook gekleed in lange gewaden en getooid met een hoed met kwastje, werden gefeliciteerd door de rector magnificus. Tot slot kreeg Prinses Alexandra een eredoctoraat uitgereikt in de muziek. Het kon de vijf zeer behagen in dat zij in Engeland getuige waren van een typisch engelse situatie. Klassen spelen nog immer een belangrijke rol in het Verenigd Koninkrijk en het ontging de oplettende luisteraar natuurlijk niet dat het Uwe Koninklijke Hoogheid niet van de lucht was.
Vanaf deze plek zou ik nog graag de oudste dochter willen feliciteren met het behalen van de mastertitel: Gefeliciteerd!
Het gezin zat al weken uit te kijken naar de reis. De voorpret was zo enorm dat het werkelijke bezoek alleen maar tegen zou kunnen vallen, maar dit bleek niet het geval. Gelukkig maar. "Maar waarheen", zult u zich afvragen, "zou het befaamde Leidse vijftal afreizen?" Welnu, beste lezer, naar Lancaster. Aldaar zou de oudste telg haar mastertitel uitgereikt krijgen. (Ach, wat worden kinderen toch snel oud. Ik weet nog goed hoe ze geboren werd, tsja...) Ja, zo'n uitreiking der mastertitel is waarlijk geen kleinigheid. Dat staat in de hiërarchie ongetwijfeld boven het Overlevingsbrevet, hoewel watertrappelen met kleren aan bepaald geen sinecure is, dat weet een kind. Kortom de master in spé, de ouders en de tweeling zaten al weken met rode koontjes te wachten tot het moment gekomen was dat ze gezamenlijk naar Lancaster zouden afreizen. Alhoewel, geheel gezamenlijk ging het gezin niet op weg. Een meerderheid van vier verplaatste zich per Peugeot Partner en ferry (niet Hoogendijk). De jongste dochter zag zich door studiedruk genoodzaakt haar bezoek tot een minimum te beperken. Als een ware vrouw van de wereld liet zij zich invliegen om van de ceremonie getuige te zijn. Aldus geschiedde.
Het gezelschap nam zijn intrek in een koddige cottage in het Lancastriaanse heuvelland. Hier brachten zij met plezier het weekend door, maandag zou het ware reisdoel immers pas plaatsvinden. Zij vulden hun tijd met wandelen, lezen en het kijken van Disney-films. Ondertussen was het aantal flauwe grappen niet van de lucht. Het is u ongetwijfeld bekend dat de schrijver dezes hier groot plezier aan beleeft en er zelf graag deel aan heeft. Nu heeft hij dit niet van een vreemde. Een appel valt doorgaans niet ver van de boom. De pater familias heeft alle remmingen laten varen sinds zijn kroost het huis heeft verlaten, zo lijkt het althans. Aan de lopende band kraamt hij nonsens uit. Het summum hiervan was wel zijn niet aflatende stroom verhalen over Pakze.
Pakze is de naam van een imaginaire hond. Deze naam had de oude man enkel en alleen verzonnen om omstanders de stuipen op het lijf te jagen. De vader van het gezinnetje zag helemaal voor zich hoe voorbijgangers verstijfd van schrik zouden blijven staan als hij zijn hond riep: "Pak ze! Pakze!" Om hetgeen aan zijn geestesoog voorbijtrok kracht bij te zetten riep de man te pas en te onpas plotseling de naam van zijn hond en veinsde bovendien dat de trouwe viervoeter hard aan zijn leiband (eveneens imaginair) trok. De verhalen over het lieve huisdier waren zo talrijk dat ondergetekende precies weet wat voor hond Pakze is. Het is een zogenaamd vuilnisbakkenras, met korte krul, een soort kroeshaar. De kleur is aldus onduidelijk want vlekkerig van aard. Het beestje is niet groot en niet klein. Hij is aartsbraaf en luistert uitstekend naar zijn naam.
Vreemd genoeg werden de verhalen over Pakze afgewisseld met onverwachte exclamaties van de zin: "had ik maar een blusdeken". Voorgaande uitgesproken als ware de vader een Rinus Michels-imitator. Zowel bij de verhalen over Pakze als bij de blusdeken liep de moeder paars aan en schoot in een nimmer aflatende lachhik. Zoon en dochters konden niet anders dan met open mond en verschrikking in de ogen toekijken. (Hoewel de potsen van hun vader ook meer dan eens een lach aan hen ontlokten) Vervolgens herpakten zij zich, gebaarden naar de verbaasde Engelsen dat hun ouders became mad, indeed, om erna het ouderpaar weer tot bedaren te brengen.
De uitreiking zelf was een lust voor oog en oor. De professoren kwamen ieder in hun persoonlijk kleurig kleed de grote zaal in, begeleid door drie trompettisten. Een waar schouwspel. De alumni, ook gekleed in lange gewaden en getooid met een hoed met kwastje, werden gefeliciteerd door de rector magnificus. Tot slot kreeg Prinses Alexandra een eredoctoraat uitgereikt in de muziek. Het kon de vijf zeer behagen in dat zij in Engeland getuige waren van een typisch engelse situatie. Klassen spelen nog immer een belangrijke rol in het Verenigd Koninkrijk en het ontging de oplettende luisteraar natuurlijk niet dat het Uwe Koninklijke Hoogheid niet van de lucht was.
Vanaf deze plek zou ik nog graag de oudste dochter willen feliciteren met het behalen van de mastertitel: Gefeliciteerd!
zondag 11 december 2005
Europeaan
Als je nou toch naar Engeland gaat als goedgeaarde Nederlander, dan ga je er toch vanuit dat je geen paspoort nodig hebt. Het is toch belachelijk dat je dan in Woerden vlug uit de trein moet om terug naar Utrecht te treinen om je paspoort uit je kamer te vissen. Het is vooral volslagen ridicuul dat je dan daarna niet naar Leiden moet, maar naar Maassluis. Dan moet je dus met de sneltrein naar Rotterdam en vandaar uit met de Sprinter richting Maassluis-West. West? Is Maassluis groot genoeg voor twee stations? Ja, Vlaardingen heeft er zelfs drie, belachelijk, grootheidswaan! Bah! De mensen daar hebben te lang onder de rook van Rotterdam gewoond en zijn volkomen de weg kwijt.
Ik groet u vanuit Britannia!
Ik groet u vanuit Britannia!
woensdag 7 december 2005
Ouderwets stevig swingen
Ik heb normaal al een onbedwingbare lust om met de liedjes in mijn hoofd mee te zingen. Op de fiets en in een lege treincoupé geef ik me gewoon volledig over aan deze neiging. Dan zit ik te zingen dat het een lieve lust is. Tranentrekkers, levensliederen, kinderliedjes, chansons, folksongs, canons (lastig hoor, alleen) en popsongs. Nog erger is dat ik ook ritmisch meebeweeg, dansen kan ik het niet noemen.
Nu heeft de Sint bij zijn bezoek aan Nederland voor mij een mp3 spelertje achtergelaten. Dat is de goden verzoeken natuurlijk! Met echte muziek op mijn oren kan ik me gewoon niet inhouden. Ik swing dus nu voortdurend de pan uit. Dus als je me schokschouderend, hoofdknikkend en onsamenhangende geluiden voortbrengend langs ziet rijden op mijn racefiets, schrik niet. Nee ik heb geen beroerte, geen epileptische aanval. Er is gewoon sprake van ouderwets stevig swingen.
Dan wil ik graag afsluiten met een rijmpje nog uit Krakau:
Een oude man uit Hillegom
ging 's avonds graag een blokje om.
Dan liep hij langs de bollenvelden,
waar de Polen bollen pelden.
Hij kon die Polen zeer waarderen.
Hij vond die Polen toffe peren.
Maar je had ook halve zolen,
en die waren tegen Polen.
Nu heeft de Sint bij zijn bezoek aan Nederland voor mij een mp3 spelertje achtergelaten. Dat is de goden verzoeken natuurlijk! Met echte muziek op mijn oren kan ik me gewoon niet inhouden. Ik swing dus nu voortdurend de pan uit. Dus als je me schokschouderend, hoofdknikkend en onsamenhangende geluiden voortbrengend langs ziet rijden op mijn racefiets, schrik niet. Nee ik heb geen beroerte, geen epileptische aanval. Er is gewoon sprake van ouderwets stevig swingen.
Dan wil ik graag afsluiten met een rijmpje nog uit Krakau:
Een oude man uit Hillegom
ging 's avonds graag een blokje om.
Dan liep hij langs de bollenvelden,
waar de Polen bollen pelden.
Hij kon die Polen zeer waarderen.
Hij vond die Polen toffe peren.
Maar je had ook halve zolen,
en die waren tegen Polen.
zaterdag 3 december 2005
Jargon
Amai, vandaag om half een gaan trainen. Nou ja, eerst was het bd-time met de Swabo familie. Om een uur toch vertrokken, langs de Leidsevaart tweeënvijftig zestien. We gingen en bloc, op de grote plateau. De Spijker voerde de forcing en zat met zijn hol open en zijn tong tussen de spaken te stoempen op de kop. Ik zat in zijn wiel met mijn pik te spelen. Ik had moraal.
Toen het mijn aflossing was liepen toch de benen vol, tsja pap in de benen, ik reed met vierkante wielen. Maar ja je moet toch hard trainen om niet in de mongolenwaaier terecht te komen. Ondertussen was het gaan regenen, gelukkig hoefden we bij de heuveltest bij Meijendel maar drie keer tweeënvijftig veertien omhoog. Toch was ik blij dat ik mijn lupaatje had meegenomen, anders had ik het nog zwaarder gehad op de terugweg.
Terug reden we voor de wind op negenendertig vijftien, dat is geen verzet natuurlijk, maar je moet je rust pakken. De Spijker en Meijer sloegen bij Wassenaarse slag af, maar Dikbil en ik volgden de Duif naar de Bollenstreek, daar lagen kleren van Den Dissel, die Dikbil mee moest nemen. Toen de Duif was afgeslagen reden Dikbil, Michiel, de Duitser en ik nog als een malle over de Boender.
Toen we daar van iedereen afscheid hadden genomen reden Dikbil en ik naar huis. Want ja, de finish ligt pas aan de meet. Door de regen was mijn fiets vies. Kon ik na zo'n zware training ook nog eens mijn kader gaan kuisen.
Amai, Parijs is nog ver.
Toen het mijn aflossing was liepen toch de benen vol, tsja pap in de benen, ik reed met vierkante wielen. Maar ja je moet toch hard trainen om niet in de mongolenwaaier terecht te komen. Ondertussen was het gaan regenen, gelukkig hoefden we bij de heuveltest bij Meijendel maar drie keer tweeënvijftig veertien omhoog. Toch was ik blij dat ik mijn lupaatje had meegenomen, anders had ik het nog zwaarder gehad op de terugweg.
Terug reden we voor de wind op negenendertig vijftien, dat is geen verzet natuurlijk, maar je moet je rust pakken. De Spijker en Meijer sloegen bij Wassenaarse slag af, maar Dikbil en ik volgden de Duif naar de Bollenstreek, daar lagen kleren van Den Dissel, die Dikbil mee moest nemen. Toen de Duif was afgeslagen reden Dikbil, Michiel, de Duitser en ik nog als een malle over de Boender.
Toen we daar van iedereen afscheid hadden genomen reden Dikbil en ik naar huis. Want ja, de finish ligt pas aan de meet. Door de regen was mijn fiets vies. Kon ik na zo'n zware training ook nog eens mijn kader gaan kuisen.
Amai, Parijs is nog ver.
donderdag 1 december 2005
Trui
Op de weg van school naar huis kwam ik altijd over een brug. Ik weet de naam niet, maar het was op het punt waar de Broekweg eindigde en je via een slinger het schuttersveld op reed. Een brug en viaduct tegelijk eigenlijk, en een spoorbrug. Hier won ik wedstrijden nog voor ik wedstrijden reed. Vooral aan het eind van het schooljaar, als de tour op televisie was, hoorde ik het commentaar als ik de brug op fietste. “Er is nog slechts een selecte groep aanwezig op de flanken van de Aubisque en Erik van Lakerveld zit er nog bij…” Op mijn blauwe racefietsje en met mijn tas op mijn rug hoopte ik dan ook altijd heimelijk dat er iemand naast me zou komen fietsen, met moeite, om me te vragen of ik aan wielrennen deed. Ik kon dan daarop antwoorden dat ik gewoon van mezelf zo hard fietsen kon. Vervolgens zou de, nu toch sterk hijgende, vreemdeling me uitnodigen om bij de wielervereniging te komen fietsen.
Helaas, ik ben nooit ontdekt door een vreemdeling…
Toen ik veertien was stopte ik met atletiek, want ik mocht van mijn ouders op wielrennen. Ik had informatie ingewonnen bij Swift. Gijs had me op zijn eigen onbeschofte manier te woord gestaan: “Juh, je mot gewoon in het clubblad kijke, daarr kejje zien wanneer de jeugd trraint” Dat deed ik. En ik kreeg een fiets, een rood-witte Koga Miyata superwinner. Ik geloof dat mijn familieleden dit de mooiste vinden die ik ooit gehad heb, maar ik ben het er als kenner mee oneens, dat spreekt. Op mijn verjaardag kon ik trots aan iedereen mijn fiets laten zien en ik droomde avond aan avond over mijn successen op de fiets.
Helaas, ik boekte nooit successen op de fiets.
Ik was werkelijk een schlemiel op de fiets, maar net als bij alle voorgaande sporten zat ik daar niet echt mee. Ik vond het gewoon leuk. Dus onderging ik vrolijk mijn lot, ik reed de eerste anderhalf jaar geen wedstrijd uit. De anderhalf jaar daarna, als nieuweling, moest ik bij meer dan de helft van de wedstrijden vanaf de kant toezien wie er won. Nee, bij de junioren was het beeld niet anders, ik heb in twee jaar tijd nooit een betere uitslag gereden dan 14e. Zowel in Kruiningen als in Maren-Kessel kwam ik op deze hoogte. Dolgelukkig natuurlijk, want deze plek leverde toch zeker zeven euro op!
In de winter dat ik zou moeten kiezen in welke seniorencategorie ik door zou willen gaan werd de SwABo opgericht. Dit was een samenwerking tussen Swift, de Bollenstreek en Avanti, en ze wilden me best opnemen in hun elite/belofte ploeg. Dit is het hoogste amateurniveau. Dat leek me wel wat.
Mijn eerste wedstrijd als belofte was de Ronde van Steenbergen. Ik was met de trein er naartoe gegaan, althans naar Bergen op Zoom en had de rest gefietst. Alle moeite was vergeefs, want na anderhalf rondje, ongeveer vijf minuten, was ik eraf. Er aan voor de moeite. Helaas, ik… Ho, nee geen helaas, want twee weken later werd ik clubkampioen en ik werd 19e in de Ronde van Waddinxveen, met 100 deelnemers. Vreemd genoeg beviel me deze hogere categorie beter dan de junioren. En ik reed hier meer dan de helft van de criteriums uit. De klassiekers waren te zwaar, maar het jaar erna reed ik die ook uit en hoefde ik slechts bij enkele criteriums voortijdig de kleedkamer op te zoeken. Dit jaar leek het aanvankelijk een beetje tegen te vallen, de uitslagen althans. Maar ik plaatste me voor het NK, ik won de tijdritcompetitie van Zuid-Holland. Maar het mooiste volgde in de zomer. Ik werd vijfde in Nootdorp, 13e in Rotterdam, en eindigde daar ook goed in het klassement. Ik won de leidersprijs in Zeist. Ik reed werkelijk als een beest op het Nederlands Studentenkampioenschap, ik had top drie kunnen rijden, ware het niet dat mijn vluchtgroepje in extremis werd teruggepakt. De dag erna was het wel feest. Ik voelde me niet al te best, maar mijn ploegmaat Wobbe van den Kieboom, VDK voor kenners, bleef me naar voren brengen (ik was als een soort kopman aangesteld in deze laatste klassieker van het jaar) terwijl de rechte wegen van de Haarlemmermeer onder onze wielen weggleden. Zijn moeite bleek niet voor niets. Bij Schiphol reden er elf man weg, zo’n 25 kilometer voor de meet. Hier zat ik bij. En zoals in mijn stijl ligt, ik werd 11e. Maar elfde in een wedstrijd als deze is goed, er zaten twee profs in de kopgroep. Alle renners kwamen uit een continental team, dat is hoger dan mijn clubteam, op twee na, ik en een andere jongen. Die ander had overigens een klassieker eerder dat jaar, ook in de Haarlemmermeer, gewonnen. Hij was dus, zoals wij zeggen, geen pannenkoek.
Maar u zult zich wel afvragen, vanwaar dit hele verhaal? Is dit zijn afscheidsreden? Hangt hij de fiets in de wilgen? Stopt hij op zijn hoogtepunt? Welnee, mijn hoogtepunt moet nog komen. Het is slechts een opstap(je) naar een leuke mededeling. Ik ga op 25 maart ’s lands eer verdedigen op de Wereldkampioenschappen Wielrennen voor Studenten in Herentals (België)! En dit is een nieuw hoogtepunt. Want bij zo’n wk kan ik een trui winnen. Dit is het hoogste in het wielrennen, een trui. Ook al win ik waarschijnlijk niet, ben geen winnaarstype hè, te aardig, het idee alleen al geeft een kik. Nu alleen hopen dat ik niet uren in de file sta voor de start en op het nippertje op tijd kom en stijf van de zenuwen op moet geven na half koers, zoals op het nk.
Helaas, ik ben nooit ontdekt door een vreemdeling…
Toen ik veertien was stopte ik met atletiek, want ik mocht van mijn ouders op wielrennen. Ik had informatie ingewonnen bij Swift. Gijs had me op zijn eigen onbeschofte manier te woord gestaan: “Juh, je mot gewoon in het clubblad kijke, daarr kejje zien wanneer de jeugd trraint” Dat deed ik. En ik kreeg een fiets, een rood-witte Koga Miyata superwinner. Ik geloof dat mijn familieleden dit de mooiste vinden die ik ooit gehad heb, maar ik ben het er als kenner mee oneens, dat spreekt. Op mijn verjaardag kon ik trots aan iedereen mijn fiets laten zien en ik droomde avond aan avond over mijn successen op de fiets.
Helaas, ik boekte nooit successen op de fiets.
Ik was werkelijk een schlemiel op de fiets, maar net als bij alle voorgaande sporten zat ik daar niet echt mee. Ik vond het gewoon leuk. Dus onderging ik vrolijk mijn lot, ik reed de eerste anderhalf jaar geen wedstrijd uit. De anderhalf jaar daarna, als nieuweling, moest ik bij meer dan de helft van de wedstrijden vanaf de kant toezien wie er won. Nee, bij de junioren was het beeld niet anders, ik heb in twee jaar tijd nooit een betere uitslag gereden dan 14e. Zowel in Kruiningen als in Maren-Kessel kwam ik op deze hoogte. Dolgelukkig natuurlijk, want deze plek leverde toch zeker zeven euro op!
In de winter dat ik zou moeten kiezen in welke seniorencategorie ik door zou willen gaan werd de SwABo opgericht. Dit was een samenwerking tussen Swift, de Bollenstreek en Avanti, en ze wilden me best opnemen in hun elite/belofte ploeg. Dit is het hoogste amateurniveau. Dat leek me wel wat.
Mijn eerste wedstrijd als belofte was de Ronde van Steenbergen. Ik was met de trein er naartoe gegaan, althans naar Bergen op Zoom en had de rest gefietst. Alle moeite was vergeefs, want na anderhalf rondje, ongeveer vijf minuten, was ik eraf. Er aan voor de moeite. Helaas, ik… Ho, nee geen helaas, want twee weken later werd ik clubkampioen en ik werd 19e in de Ronde van Waddinxveen, met 100 deelnemers. Vreemd genoeg beviel me deze hogere categorie beter dan de junioren. En ik reed hier meer dan de helft van de criteriums uit. De klassiekers waren te zwaar, maar het jaar erna reed ik die ook uit en hoefde ik slechts bij enkele criteriums voortijdig de kleedkamer op te zoeken. Dit jaar leek het aanvankelijk een beetje tegen te vallen, de uitslagen althans. Maar ik plaatste me voor het NK, ik won de tijdritcompetitie van Zuid-Holland. Maar het mooiste volgde in de zomer. Ik werd vijfde in Nootdorp, 13e in Rotterdam, en eindigde daar ook goed in het klassement. Ik won de leidersprijs in Zeist. Ik reed werkelijk als een beest op het Nederlands Studentenkampioenschap, ik had top drie kunnen rijden, ware het niet dat mijn vluchtgroepje in extremis werd teruggepakt. De dag erna was het wel feest. Ik voelde me niet al te best, maar mijn ploegmaat Wobbe van den Kieboom, VDK voor kenners, bleef me naar voren brengen (ik was als een soort kopman aangesteld in deze laatste klassieker van het jaar) terwijl de rechte wegen van de Haarlemmermeer onder onze wielen weggleden. Zijn moeite bleek niet voor niets. Bij Schiphol reden er elf man weg, zo’n 25 kilometer voor de meet. Hier zat ik bij. En zoals in mijn stijl ligt, ik werd 11e. Maar elfde in een wedstrijd als deze is goed, er zaten twee profs in de kopgroep. Alle renners kwamen uit een continental team, dat is hoger dan mijn clubteam, op twee na, ik en een andere jongen. Die ander had overigens een klassieker eerder dat jaar, ook in de Haarlemmermeer, gewonnen. Hij was dus, zoals wij zeggen, geen pannenkoek.
Maar u zult zich wel afvragen, vanwaar dit hele verhaal? Is dit zijn afscheidsreden? Hangt hij de fiets in de wilgen? Stopt hij op zijn hoogtepunt? Welnee, mijn hoogtepunt moet nog komen. Het is slechts een opstap(je) naar een leuke mededeling. Ik ga op 25 maart ’s lands eer verdedigen op de Wereldkampioenschappen Wielrennen voor Studenten in Herentals (België)! En dit is een nieuw hoogtepunt. Want bij zo’n wk kan ik een trui winnen. Dit is het hoogste in het wielrennen, een trui. Ook al win ik waarschijnlijk niet, ben geen winnaarstype hè, te aardig, het idee alleen al geeft een kik. Nu alleen hopen dat ik niet uren in de file sta voor de start en op het nippertje op tijd kom en stijf van de zenuwen op moet geven na half koers, zoals op het nk.
maandag 28 november 2005
Louter Rauter
Je hebt van die mensen, tsja...
Sommige mensen die...
Ja, er zijn mensen die je, nou ja, eigenlijk toch maar liever niet uitnodigt op je verjaardag. Sommige mensen daar deel je toch liever op een warme vochtige tropenavond geen eenpersoonsbed mee. Er bestaan mensen die je liever geen dropje geeft als je toch aan het uitdelen bent. Van die mensen die je ontloopt als je ze tegenkomt omdat je liever geen gesprek met ze aanknoopt omdat andere mensen dan weleens zouden kunnen gaan denken dat je met de persoon in kwestie warme banden onderhoudt. Die mensen die je liever een schop zou geven, maar je doet het niet omdat dat nu eenmaal ethisch gezien niet mag. Je kent ze wel, sommige mensen daar zou je nog geen tweedehandspeugootje van kopen. Van die mensen waar je je dode hond nog niet door zou laten dekken. Zulke mensen zijn er.
Goed, dat is al erg genoeg, lijkt me, zulke mensen. Maar denk je nu eens zo'n persoon in. Heb je iemand? Mooi. Vertrippel de nare gevoelens die bij deze persoon horen. Eng hè! Nou, zo is Rauter.
Hanns Albin Rauter. (Nee het is geen typfout: Hanns) Deze 'vrolijke' Oostenrijker (contradictio in terminis?) heeft tijdens de periode 1940-1945 in onze streken vertoeft. Deze man was namelijk als Generalkommissar für das Sicherheitswesen en ook nog eens Höhere SS- und Polizeiführer. Van Germaanse gezelligheid was niet echt sprake. Hij was beschermeling van Himmler en maakte verder met bijna iedereen ruzie, en maakte echt werk van de uitzetting van de Joden. Hij werd de kleine Himmler genoemd, niet zonder reden.
Op 7 maart 1945 vond er per ongeluk een aanslag plaats op Rauter. Verzetsleden uit de omgeving van Apeldoorn wilden een vrachtwagen stelen. Twee van de stoutmoedigen waren ooit SS-ers geweest en hadden voor de gelegenheid zich in hun oude kloffie gehesen. Een derde had zich als Marechaussee vermomd. Zo gekleed gingen ze staan bij de Woeste Hoeve. (volgens mij tegenwoordig ook de naam van een dubieus etablissement in de polder vlak voor Hoogkerk onder de rook van Groningen). Ze posteerden zich op de weg om een vrachtwagen te overvallen, maar hielden per ongeluk de cabriolet van Rauter aan. Kennelijk mankeerde er iets aan de motor van Rauters bolide, anders zie ik niet in hoe het geluid van een cabriolet verward kan worden met dat van een vrachtwagen. Maar goed, de vergissing was daar en er volgde een vuurgevecht waarbij de auto doorzeefd werd met kogels en de assistent en chauffeur van Rauter het loodje legden. Hijzelf weigerde dit, maar hield de schijn wel op toen de vermetele verzetshelden de auto intuurden. Overtuigd dat iedereen dood was maakten de drie dat ze weg kwamen. Rauter werd 's ochtends zwaargewond gevonden en werd naar het ziekenhuis gebracht. Als represaille werden er 117 Nederlanders geëxecuteerd...
In '49 werd hij na een proces, dat als voorbeeld diende voor andere Duitse oorlogsmisdadigers, ter dood veroordeeld. Waar zijn lijk is, dat is nog altijd staatsgeheim. Spannend!!!
Waarom vertel ik dit? Over deze man ga ik voor Onderzoeksseminar III een biografie schrijven. Aan de hand van honderden bladzijden archiefmateriaal zal ik proberen deze man te doorgronden.
Normaal gaat een auteur zich vereenzelvigen met datgene of diegene die hij beschrijft, maar ik neem toch aan dat 't dit keer niet zo zal zijn. Laten we dat in ieder geval maar hopen...
PS Voor de posterfans, bekijk de 'foute' posters op de site van het NIOD.
Sommige mensen die...
Ja, er zijn mensen die je, nou ja, eigenlijk toch maar liever niet uitnodigt op je verjaardag. Sommige mensen daar deel je toch liever op een warme vochtige tropenavond geen eenpersoonsbed mee. Er bestaan mensen die je liever geen dropje geeft als je toch aan het uitdelen bent. Van die mensen die je ontloopt als je ze tegenkomt omdat je liever geen gesprek met ze aanknoopt omdat andere mensen dan weleens zouden kunnen gaan denken dat je met de persoon in kwestie warme banden onderhoudt. Die mensen die je liever een schop zou geven, maar je doet het niet omdat dat nu eenmaal ethisch gezien niet mag. Je kent ze wel, sommige mensen daar zou je nog geen tweedehandspeugootje van kopen. Van die mensen waar je je dode hond nog niet door zou laten dekken. Zulke mensen zijn er.
Goed, dat is al erg genoeg, lijkt me, zulke mensen. Maar denk je nu eens zo'n persoon in. Heb je iemand? Mooi. Vertrippel de nare gevoelens die bij deze persoon horen. Eng hè! Nou, zo is Rauter.
Hanns Albin Rauter. (Nee het is geen typfout: Hanns) Deze 'vrolijke' Oostenrijker (contradictio in terminis?) heeft tijdens de periode 1940-1945 in onze streken vertoeft. Deze man was namelijk als Generalkommissar für das Sicherheitswesen en ook nog eens Höhere SS- und Polizeiführer. Van Germaanse gezelligheid was niet echt sprake. Hij was beschermeling van Himmler en maakte verder met bijna iedereen ruzie, en maakte echt werk van de uitzetting van de Joden. Hij werd de kleine Himmler genoemd, niet zonder reden.
Op 7 maart 1945 vond er per ongeluk een aanslag plaats op Rauter. Verzetsleden uit de omgeving van Apeldoorn wilden een vrachtwagen stelen. Twee van de stoutmoedigen waren ooit SS-ers geweest en hadden voor de gelegenheid zich in hun oude kloffie gehesen. Een derde had zich als Marechaussee vermomd. Zo gekleed gingen ze staan bij de Woeste Hoeve. (volgens mij tegenwoordig ook de naam van een dubieus etablissement in de polder vlak voor Hoogkerk onder de rook van Groningen). Ze posteerden zich op de weg om een vrachtwagen te overvallen, maar hielden per ongeluk de cabriolet van Rauter aan. Kennelijk mankeerde er iets aan de motor van Rauters bolide, anders zie ik niet in hoe het geluid van een cabriolet verward kan worden met dat van een vrachtwagen. Maar goed, de vergissing was daar en er volgde een vuurgevecht waarbij de auto doorzeefd werd met kogels en de assistent en chauffeur van Rauter het loodje legden. Hijzelf weigerde dit, maar hield de schijn wel op toen de vermetele verzetshelden de auto intuurden. Overtuigd dat iedereen dood was maakten de drie dat ze weg kwamen. Rauter werd 's ochtends zwaargewond gevonden en werd naar het ziekenhuis gebracht. Als represaille werden er 117 Nederlanders geëxecuteerd...
In '49 werd hij na een proces, dat als voorbeeld diende voor andere Duitse oorlogsmisdadigers, ter dood veroordeeld. Waar zijn lijk is, dat is nog altijd staatsgeheim. Spannend!!!
Waarom vertel ik dit? Over deze man ga ik voor Onderzoeksseminar III een biografie schrijven. Aan de hand van honderden bladzijden archiefmateriaal zal ik proberen deze man te doorgronden.
Normaal gaat een auteur zich vereenzelvigen met datgene of diegene die hij beschrijft, maar ik neem toch aan dat 't dit keer niet zo zal zijn. Laten we dat in ieder geval maar hopen...
PS Voor de posterfans, bekijk de 'foute' posters op de site van het NIOD.
zondag 27 november 2005
vrijdag 25 november 2005
Underground
Al binnen enkele dagen is ontdekt dat deze weblog weer in gebruik is genomen. Ditte van Dulmen Krump was de speurneus. Het feit dat ik commentaar had geleverd op Pieters blog was voldoende aanleiding voor deze detectivette om eens naar Eriks blog te surfen. Nu is mijn weblog geen publiek geheim meer...
Ik kan natuurlijk een nieuwe beginnen, eentje die niemand vinden kan omdat ie 'Svens supersite' of 'Olijs en de twee barren' heet. Vooral de laatste zou legendarisch zijn met mooie foto's en verhalen van en over Olijs, de vrolijke West-Fries. Wat zou die jongen veel avonturen beleven. Daar heb je geen idee van. Bijvoorbeeld die ene keer dat hij op een koude winterdag de buurtbus naar Warmenhuizen nam. En daar slechts gekleed in een minuscuul bikinietje mensen toeriep: Warmenhuizen ja! Maar warme straten, ho maar! Om vervolgens een loflied op Steven Rooks aan te heffen, de vermaarde drager van de bolletjestrui en geboren en getogen Warmenhuizer. Waarna het hele dorp het met rode bollen beschilderde café in trok en er toch nog een warme, nee zelfs hete, nacht voor onze held Olijs volgde.
Of die keer dat hij 's nachts bij Sint Maartensvlotbrug werd aangesproken door een kreupele oude man met één oog. Goh, wat was hij toen bang geweest. Hij had echt gedacht dat zijn laatste uurtje geslagen had, nou! En dat hij toen omzichtig probeerde de man te passeren zonder antwoord te geven op zijn vraag. De oude man had namelijk het gore lef gehad om hem te vragen hoe laat het was! En dat terwijl iedereen in West-Friesland toch wist dat Olijs van kindsbeen af een verschrikkelijke angst koesterde voor alles waar wijzers aan te pas kwamen. Nooit naar school geweest ook; bang voor onderwijzers. Hij was ook degene die als eerste in Nederland voortdurend zijn middelvinger opstak, hij probeerde zo weinig mogelijk zijn wijsvinger te gebruiken.
In blinde paniek, want grote en kleine wijzers dansten om hem heen en wezen wijsgerig op hem. Wijselijk, want door schade en schande wijs geworden, spoedde Olijs zich op gehaaste wijze over de Vlotbrug, de oude man achterlatend.
Maar neen, niets van dit al. Besloten is, met meerderheid van stemmen: 1 tegen 0, om met Eriks blog verder te gaan als underground site. Een site met weinig bezoekers, een verstrooingsplek voor de intelligentsia.
Ik kan natuurlijk een nieuwe beginnen, eentje die niemand vinden kan omdat ie 'Svens supersite' of 'Olijs en de twee barren' heet. Vooral de laatste zou legendarisch zijn met mooie foto's en verhalen van en over Olijs, de vrolijke West-Fries. Wat zou die jongen veel avonturen beleven. Daar heb je geen idee van. Bijvoorbeeld die ene keer dat hij op een koude winterdag de buurtbus naar Warmenhuizen nam. En daar slechts gekleed in een minuscuul bikinietje mensen toeriep: Warmenhuizen ja! Maar warme straten, ho maar! Om vervolgens een loflied op Steven Rooks aan te heffen, de vermaarde drager van de bolletjestrui en geboren en getogen Warmenhuizer. Waarna het hele dorp het met rode bollen beschilderde café in trok en er toch nog een warme, nee zelfs hete, nacht voor onze held Olijs volgde.
Of die keer dat hij 's nachts bij Sint Maartensvlotbrug werd aangesproken door een kreupele oude man met één oog. Goh, wat was hij toen bang geweest. Hij had echt gedacht dat zijn laatste uurtje geslagen had, nou! En dat hij toen omzichtig probeerde de man te passeren zonder antwoord te geven op zijn vraag. De oude man had namelijk het gore lef gehad om hem te vragen hoe laat het was! En dat terwijl iedereen in West-Friesland toch wist dat Olijs van kindsbeen af een verschrikkelijke angst koesterde voor alles waar wijzers aan te pas kwamen. Nooit naar school geweest ook; bang voor onderwijzers. Hij was ook degene die als eerste in Nederland voortdurend zijn middelvinger opstak, hij probeerde zo weinig mogelijk zijn wijsvinger te gebruiken.
In blinde paniek, want grote en kleine wijzers dansten om hem heen en wezen wijsgerig op hem. Wijselijk, want door schade en schande wijs geworden, spoedde Olijs zich op gehaaste wijze over de Vlotbrug, de oude man achterlatend.
Maar neen, niets van dit al. Besloten is, met meerderheid van stemmen: 1 tegen 0, om met Eriks blog verder te gaan als underground site. Een site met weinig bezoekers, een verstrooingsplek voor de intelligentsia.
woensdag 23 november 2005
Publiek geheim
Ik moet proberen nu vol te houden. Kom op Erik, je kan het! Daarom vandaag weer een stukje.
Ik ben er in Krakau meerdere malen op gewezen dat ik altijd verhalen vertel. Dat klopt, ik weet het, en vooral vaak en veel over mijn vader. In ieder geval zelden over mezelf, zoveel heb ik nog niet meegemaakt. Bovendien overkomen mij vooral dingen als ik op de fiets zit. Als ik alleen deze verhalen zou vertellen dan kwam ik al helemaal over als een autistische malloot. (nog meer dan nu)
Ik weet dus dat ik veel verhalen vertel, wat ik niet precies weet is of dit bij het publiek in de smaak valt... Christie heeft me in vertrouwen meegedeeld dat zij het wel leuk vind, waarvoor dank, dank, veel dank. Ik kan me echter ook voorstellen dat het voor sommige mensen teveel van het goede is. Toch blijf ik volharden en deze maal zelfs digitaal. En geen verhaal over mijn vader, maar over mijn huisgenootje Siera:
-Waarschuwing, dit verhaal valt in de categorie 'vies', mensen met een zwak gestel of die zojuist haring met uitjes hebben gegeten wordt ontraden verder te lezen-
Met één voet over de drempel
Vanochtend na een verkwikkende douche en dito ontbijt (bordje Habermout) stapte ik goedgeluimd de deur uit. Wacht, ik was dit van plan, maar moest halverwege noodgedwongen het verlaten van mijn huis staken. Want wat lag daar vrolijk te glimmen onder mijn opgeheven voet, daar op de drempel? Ik had vrij vlug een diagnose gesteld, niet dat ik een kenner ben, integendeel, maar dit was zonder twijfel kots. Braaksel, overgeefsel, bah!
Bij nadere inspectie bleek niet alleen de drempel slachtoffer van de mysterieuze projectielbraker te zijn geweest. Nee, ook onze aandoenlijk ouderwetse voordeur, met panelen en een decoratief randje, was vakkundig ondergebarft. Vlak onder het slot lag een heuveltje brokken op het decoratieve randje. Opgeruimd en proper als ik ben, buiten mijn kamer hè, besloot ik dat de deur niet zonder een grondige wasbeurt zijn diensten als voordeur kon doorzetten. Flux schakelde ik mijn enige mannelijke huisgenoot, Marius, in. Hij was juist bezig aan een soort continental breakfast, maar onderbrak deze met graagte. Onvervaard vulden we een emmer met warm water en daalden getweeën af naar de bezoedelde deur.
Voor we de inhoud van de emmer tegen de deur hadden doen belanden hadden we nog vlug aan de ingrediënten de half verteerde maaltijd gedetermineerd dat we hier te maken met de Mexicaanse schotel die Siera de avond ervoor met smaak verorberd had. Een veeg teken. Zij lag nog in bed, het was reeds 11 uur, en op de voordeur zat haar voormalige diner, hier was vermoedelijk sprake van overmatig drankgebruik of ziekte. Wij gokten op het eerste.
Nadat we als Sherlock en Holmes de dader van deze gruweldaad hadden achterhaald, smeet Marius met ware doodsverachting het lauwwarme water tegen de deur. Het water golfde ogenblikkelijk pesterig terug, we konden het ternauwernood ontwijken. De stemming zat er goed in. Jolig vulden we emmer na emmer en smeten water tegen de deur. Dit bleek echter niet afdoende. Gewapend met de oude afwasborstel (gelukkig hadden we nog een nieuwe) ben ik de witte deurposten te lijf gegaan, waar de groen-bruine spetters gruwelijk detoneerden met onze groene deur.
Uiteindelijk was dan de deur weer zo goed als nieuw en kon ik met een gerust hart en een schone deur achterlatend me naar de Argusvergadering begeven.
's Middags liep ik, klaar om op de fiets te stappen, half in fietskledij gestoken door het huis te drentelen, toen ik Siera aantrof. Zij had juist een wc-marathon gehouden, en haar roerei stond onaangeroerd in de keuken. Naïviteit veinzend vroeg ik hoe het met haar ging. "Slecht", zei ze, "ik heb net in de wc staan kotsen. En oh ja, heb ik nou gister tegen de deur aan gekotst?" Breed grijnzend moest ik dit beamen, zij schaamde zich diep. Ik probeerde haar gerust te stellen dat de opruimwerkzaamheden slechts een bron van vermaak waren geweest, maar het mocht niet echt baten. Jammer want het was echt waar. Ik heb geen problemen met kots tegen de voordeur. (Nee dit is geen vrijbrief voor vrijuit vomeren op de Abstederdijk!) Ik ben eigenlijk een soort vieze man.
Nou lieve kijkbuiskinderen, dit was het weer voor vandaag. Overigens is het wel grappig dat ik hier zit te schrijven op een blog die voor iedereen toegankelijk is, maar waar niemand kijkt, omdat ze denken dat er nooit iets nieuws op verschijnt. Publiek, maar toch een beetje geheim...
Ik ben er in Krakau meerdere malen op gewezen dat ik altijd verhalen vertel. Dat klopt, ik weet het, en vooral vaak en veel over mijn vader. In ieder geval zelden over mezelf, zoveel heb ik nog niet meegemaakt. Bovendien overkomen mij vooral dingen als ik op de fiets zit. Als ik alleen deze verhalen zou vertellen dan kwam ik al helemaal over als een autistische malloot. (nog meer dan nu)
Ik weet dus dat ik veel verhalen vertel, wat ik niet precies weet is of dit bij het publiek in de smaak valt... Christie heeft me in vertrouwen meegedeeld dat zij het wel leuk vind, waarvoor dank, dank, veel dank. Ik kan me echter ook voorstellen dat het voor sommige mensen teveel van het goede is. Toch blijf ik volharden en deze maal zelfs digitaal. En geen verhaal over mijn vader, maar over mijn huisgenootje Siera:
-Waarschuwing, dit verhaal valt in de categorie 'vies', mensen met een zwak gestel of die zojuist haring met uitjes hebben gegeten wordt ontraden verder te lezen-
Met één voet over de drempel
Vanochtend na een verkwikkende douche en dito ontbijt (bordje Habermout) stapte ik goedgeluimd de deur uit. Wacht, ik was dit van plan, maar moest halverwege noodgedwongen het verlaten van mijn huis staken. Want wat lag daar vrolijk te glimmen onder mijn opgeheven voet, daar op de drempel? Ik had vrij vlug een diagnose gesteld, niet dat ik een kenner ben, integendeel, maar dit was zonder twijfel kots. Braaksel, overgeefsel, bah!
Bij nadere inspectie bleek niet alleen de drempel slachtoffer van de mysterieuze projectielbraker te zijn geweest. Nee, ook onze aandoenlijk ouderwetse voordeur, met panelen en een decoratief randje, was vakkundig ondergebarft. Vlak onder het slot lag een heuveltje brokken op het decoratieve randje. Opgeruimd en proper als ik ben, buiten mijn kamer hè, besloot ik dat de deur niet zonder een grondige wasbeurt zijn diensten als voordeur kon doorzetten. Flux schakelde ik mijn enige mannelijke huisgenoot, Marius, in. Hij was juist bezig aan een soort continental breakfast, maar onderbrak deze met graagte. Onvervaard vulden we een emmer met warm water en daalden getweeën af naar de bezoedelde deur.
Voor we de inhoud van de emmer tegen de deur hadden doen belanden hadden we nog vlug aan de ingrediënten de half verteerde maaltijd gedetermineerd dat we hier te maken met de Mexicaanse schotel die Siera de avond ervoor met smaak verorberd had. Een veeg teken. Zij lag nog in bed, het was reeds 11 uur, en op de voordeur zat haar voormalige diner, hier was vermoedelijk sprake van overmatig drankgebruik of ziekte. Wij gokten op het eerste.
Nadat we als Sherlock en Holmes de dader van deze gruweldaad hadden achterhaald, smeet Marius met ware doodsverachting het lauwwarme water tegen de deur. Het water golfde ogenblikkelijk pesterig terug, we konden het ternauwernood ontwijken. De stemming zat er goed in. Jolig vulden we emmer na emmer en smeten water tegen de deur. Dit bleek echter niet afdoende. Gewapend met de oude afwasborstel (gelukkig hadden we nog een nieuwe) ben ik de witte deurposten te lijf gegaan, waar de groen-bruine spetters gruwelijk detoneerden met onze groene deur.
Uiteindelijk was dan de deur weer zo goed als nieuw en kon ik met een gerust hart en een schone deur achterlatend me naar de Argusvergadering begeven.
's Middags liep ik, klaar om op de fiets te stappen, half in fietskledij gestoken door het huis te drentelen, toen ik Siera aantrof. Zij had juist een wc-marathon gehouden, en haar roerei stond onaangeroerd in de keuken. Naïviteit veinzend vroeg ik hoe het met haar ging. "Slecht", zei ze, "ik heb net in de wc staan kotsen. En oh ja, heb ik nou gister tegen de deur aan gekotst?" Breed grijnzend moest ik dit beamen, zij schaamde zich diep. Ik probeerde haar gerust te stellen dat de opruimwerkzaamheden slechts een bron van vermaak waren geweest, maar het mocht niet echt baten. Jammer want het was echt waar. Ik heb geen problemen met kots tegen de voordeur. (Nee dit is geen vrijbrief voor vrijuit vomeren op de Abstederdijk!) Ik ben eigenlijk een soort vieze man.
Nou lieve kijkbuiskinderen, dit was het weer voor vandaag. Overigens is het wel grappig dat ik hier zit te schrijven op een blog die voor iedereen toegankelijk is, maar waar niemand kijkt, omdat ze denken dat er nooit iets nieuws op verschijnt. Publiek, maar toch een beetje geheim...
maandag 21 november 2005
Reanimatie
Vandaag is bij mijn ouders thuis het langverwachte pakketje uit York bezorgd. Ik was al onder voorbehoud toegelaten, maar ik kon in principe nog afgewezen worden. Geef ze eens ongelijk.
Ik begon de afgelopen dagen een beetje zenuwachtig te worden en ik had al driftig rondgemaild naar zoveel mogelijk betrokkenen. Op hoge poten Marlies Bussemaker op haar vestje gespuugd. (Geeft nare vlekken) Maar ik was om niets bezorgd geweest, ha! Morgen trein ik eventjes naar Leiden om de papieren op te halen, alles in te vullen en weer retour afzender naar de UK te sturen.
Dat zou eigenlijk iedereen moeten doen!
- Wat papieren invullen en naar Engeland sturen?
Nee, duh, naar Leiden treinen. Het is een prachtige stad, vooral in de begindagen van oktober.
Maar het feit dat ik deze blog reanimeer hangt samen met mijn zekere vertrek naar de andere kant van de grijze koude Noordzee. My Bonnie is over the ocean... Ik ben namelijk van plan het thuisfront een beetje op de hoogte te houden over al mijn avonturen aldaar door middel van berichten op deze blog. Nu het internet zelfs voor mijn 88-jarige oma geen geheimen meer kent, staat niets me in de weg.
Goed, een korte cursus html zou geen kwaad kunnen, dan kan ik me nog beter presenteren. Hoewel ik het eigenlijk zou moeten kunnen, ik had tenslotte ooit een 10 voor een Historisch Ambacht site over het kasteel Moersbergen en natuurlijk een prachtige site over Floor Kuylman.
Ik hou het weer even voor gezien met de mededeling dat mijn weekend weer begonnen is, en bovendien dat Krakau echt geweldig was. Ik heb nog nooit zoveel gelachen in één week. Ik had voor het eerst van mijn leven last van een post-vakantie-dip. Ik! Ik, het toonbeeld van evenwichtigheid...
Aju paraplu!
Ik begon de afgelopen dagen een beetje zenuwachtig te worden en ik had al driftig rondgemaild naar zoveel mogelijk betrokkenen. Op hoge poten Marlies Bussemaker op haar vestje gespuugd. (Geeft nare vlekken) Maar ik was om niets bezorgd geweest, ha! Morgen trein ik eventjes naar Leiden om de papieren op te halen, alles in te vullen en weer retour afzender naar de UK te sturen.
Dat zou eigenlijk iedereen moeten doen!
- Wat papieren invullen en naar Engeland sturen?
Nee, duh, naar Leiden treinen. Het is een prachtige stad, vooral in de begindagen van oktober.
Maar het feit dat ik deze blog reanimeer hangt samen met mijn zekere vertrek naar de andere kant van de grijze koude Noordzee. My Bonnie is over the ocean... Ik ben namelijk van plan het thuisfront een beetje op de hoogte te houden over al mijn avonturen aldaar door middel van berichten op deze blog. Nu het internet zelfs voor mijn 88-jarige oma geen geheimen meer kent, staat niets me in de weg.
Goed, een korte cursus html zou geen kwaad kunnen, dan kan ik me nog beter presenteren. Hoewel ik het eigenlijk zou moeten kunnen, ik had tenslotte ooit een 10 voor een Historisch Ambacht site over het kasteel Moersbergen en natuurlijk een prachtige site over Floor Kuylman.
Ik hou het weer even voor gezien met de mededeling dat mijn weekend weer begonnen is, en bovendien dat Krakau echt geweldig was. Ik heb nog nooit zoveel gelachen in één week. Ik had voor het eerst van mijn leven last van een post-vakantie-dip. Ik! Ik, het toonbeeld van evenwichtigheid...
Aju paraplu!
woensdag 9 februari 2005
Na maandenlange radiostilte laat Erik weer van zich horen
Een tweede poging, en een lekker recept!
Ik heb, zoals wel gebleken is, me een slechte blogger betoond. Ik heb na mijn vuurdoop geen enkel bericht meer gepost. Mijn blogdesinteresse was zelfs zo groot dat ik username en password vergeten was en dus blogspot om hulp heb moeten vragen om mijn eigen weblog weer in te kunnen. Maar nu wil ik toch nog een keer proberen om er iets van te maken. Ik heb de technische mogelijkheden nog niet onder de knie, maar die wil ik me wel eigen maken.
Het probleem dat echter speelt is dat ik niet precies weet wat ik op zo'n blog moet zetten. Ik zou mijn allerdiepste zielenroerselen aan het internet kunnen toevertrouwen. Maar ik heb al moeite om dat de enkelen die me na aan het hart liggen mee te delen (als ik dat al doe), dus het lijkt me niets voor iedereen zichtbaar mijn puurste emoties te tonen.
Dan kan ik de blog altijd nog gebruiken om te vertellen wat ik allemaal heb beleefd vandaag, gisteren of vorige week. Maar dat is niet zoveel; slapen, eten, fietsen, eten en slapen. En of het jullie nou interesseert of ik langs de Lange Linschoten naar Lopik ben gefietst of via Langevelderslag naar de Boender in Noordwijkerhout? Ik denk het niet.
Ik weet niet of het technisch mogelijk is, maar misschien is het houden van een poll een goed idee... Maar ja, voor een beetje een goede poll moet je toch minstens 30 respondenten hebben om er geldende conclusies aan te verbinden. Ja dat weet ik wel, ik had immers een 9.75 voor statistiek. Ik heb al met al na anderhalf jaar studie bereikt dat de vakken die me het minst interesseren me het best lijken te liggen. Maar wie wil nou zijn leven wijden aan vakken als statistiek en Historisch Ambacht? Ik niet.
Ach, wat verder? Ik heb geen onderwijsvrije week omdat ze aan de Universiteit Utrecht geen synchroonlopende roosters hebben. Elke faculteit kan doen waar ie zin in heeft, dat betekent in mijn geval dat ik als ik vrij heb van Geschiedenis, begin met het nieuwe blok van Sociale geografie en dat als ik vrij heb van Sociale Geografie dan, ik nog net bezig ben met het staartje van het geschiedenisblok.
Na deze poging tot een doorstart van mijn blog hoop ik dat de reacties binnen stromen. Laat me in ieder geval weten wat je van me weten wil. Wat wil je op mijn blog lezen? Mijn zielenpijn, mijn fietsavonturen? Of lekkere pastarecepten, die vet noch duur zijn, maar voedzaam en lekker tot en met. Wat dacht je van;
Pasta met allerlei lekkers!
Ingrediënten:
-zwarte olijven (één blik, ontpit)
-3-4 tomaten (gewoon vers)
-kappertjes (half potje)
-ansjovis (één blikje)
-rozemarijn (vers Albert Heijntakje)
-peper en zout (snufjes naar smaak)
Bereiding:
Kook de pasta (vlindertjes, spiralen of andere feestelijke vormen) al dente, zie pak ca. 11min, in ruimkokend water (mooie zin, hè) met flink wat zout (zeg 6 snufjes) en wat olijfolie. Snijd ondertussen de tomaten in stukjes, de olijven door het midden en de ansjovis ook tot stukjes en flikker dit tezamen met de kappertjes en wat rozemarijn (alleen de blaadjes! Niet de hele boomstam erbij, snij het wellicht nog een beetje fijn met een beetje olijfolie erbij in een koekenpan of zoiets. Af en toe roeren en niet te lang op het vuur want dan wordt het pap. Gooi als de pasta gaar is alles bij elkaar en smullen maar!!!
Toetjestip van deze week:
Koop een pak scharreleierkoeken (1 euro bij AH). Zorg dat je ze in de gaten houdt na opening van de verpakking want voor je het weet zitten ze overal. Ze kunnen zich met verbazende snelheid verspreiden en plakken muurvast aan al je meubels, muren en plafond. Als je niet oppast laten ze zich plotseling op je vallen en dan ben je de pineut...
Maar goed, als je ze onder contrôle hebt neem je twee eierkoeken en besmeert een beider koeken met appelstroop. Lekker dik niet te zuinig! Klap de tweede eierkoek erop en dan kan je hem zo je mik in proppen. Goddelijk gewoon.
Ik heb, zoals wel gebleken is, me een slechte blogger betoond. Ik heb na mijn vuurdoop geen enkel bericht meer gepost. Mijn blogdesinteresse was zelfs zo groot dat ik username en password vergeten was en dus blogspot om hulp heb moeten vragen om mijn eigen weblog weer in te kunnen. Maar nu wil ik toch nog een keer proberen om er iets van te maken. Ik heb de technische mogelijkheden nog niet onder de knie, maar die wil ik me wel eigen maken.
Het probleem dat echter speelt is dat ik niet precies weet wat ik op zo'n blog moet zetten. Ik zou mijn allerdiepste zielenroerselen aan het internet kunnen toevertrouwen. Maar ik heb al moeite om dat de enkelen die me na aan het hart liggen mee te delen (als ik dat al doe), dus het lijkt me niets voor iedereen zichtbaar mijn puurste emoties te tonen.
Dan kan ik de blog altijd nog gebruiken om te vertellen wat ik allemaal heb beleefd vandaag, gisteren of vorige week. Maar dat is niet zoveel; slapen, eten, fietsen, eten en slapen. En of het jullie nou interesseert of ik langs de Lange Linschoten naar Lopik ben gefietst of via Langevelderslag naar de Boender in Noordwijkerhout? Ik denk het niet.
Ik weet niet of het technisch mogelijk is, maar misschien is het houden van een poll een goed idee... Maar ja, voor een beetje een goede poll moet je toch minstens 30 respondenten hebben om er geldende conclusies aan te verbinden. Ja dat weet ik wel, ik had immers een 9.75 voor statistiek. Ik heb al met al na anderhalf jaar studie bereikt dat de vakken die me het minst interesseren me het best lijken te liggen. Maar wie wil nou zijn leven wijden aan vakken als statistiek en Historisch Ambacht? Ik niet.
Ach, wat verder? Ik heb geen onderwijsvrije week omdat ze aan de Universiteit Utrecht geen synchroonlopende roosters hebben. Elke faculteit kan doen waar ie zin in heeft, dat betekent in mijn geval dat ik als ik vrij heb van Geschiedenis, begin met het nieuwe blok van Sociale geografie en dat als ik vrij heb van Sociale Geografie dan, ik nog net bezig ben met het staartje van het geschiedenisblok.
Na deze poging tot een doorstart van mijn blog hoop ik dat de reacties binnen stromen. Laat me in ieder geval weten wat je van me weten wil. Wat wil je op mijn blog lezen? Mijn zielenpijn, mijn fietsavonturen? Of lekkere pastarecepten, die vet noch duur zijn, maar voedzaam en lekker tot en met. Wat dacht je van;
Pasta met allerlei lekkers!
Ingrediënten:
-zwarte olijven (één blik, ontpit)
-3-4 tomaten (gewoon vers)
-kappertjes (half potje)
-ansjovis (één blikje)
-rozemarijn (vers Albert Heijntakje)
-peper en zout (snufjes naar smaak)
Bereiding:
Kook de pasta (vlindertjes, spiralen of andere feestelijke vormen) al dente, zie pak ca. 11min, in ruimkokend water (mooie zin, hè) met flink wat zout (zeg 6 snufjes) en wat olijfolie. Snijd ondertussen de tomaten in stukjes, de olijven door het midden en de ansjovis ook tot stukjes en flikker dit tezamen met de kappertjes en wat rozemarijn (alleen de blaadjes! Niet de hele boomstam erbij, snij het wellicht nog een beetje fijn met een beetje olijfolie erbij in een koekenpan of zoiets. Af en toe roeren en niet te lang op het vuur want dan wordt het pap. Gooi als de pasta gaar is alles bij elkaar en smullen maar!!!
Toetjestip van deze week:
Koop een pak scharreleierkoeken (1 euro bij AH). Zorg dat je ze in de gaten houdt na opening van de verpakking want voor je het weet zitten ze overal. Ze kunnen zich met verbazende snelheid verspreiden en plakken muurvast aan al je meubels, muren en plafond. Als je niet oppast laten ze zich plotseling op je vallen en dan ben je de pineut...
Maar goed, als je ze onder contrôle hebt neem je twee eierkoeken en besmeert een beider koeken met appelstroop. Lekker dik niet te zuinig! Klap de tweede eierkoek erop en dan kan je hem zo je mik in proppen. Goddelijk gewoon.
Abonneren op:
Reacties (Atom)


