Gisteren ben ik teruggekeerd in York. "Wederom?", zult u zeggen. Ja, wederom. Ik was afgelopen weekend namelijk in Nederland, niet vanwege Koninginnedag, maar omdat ik voor Swabo de PWZ Zuidenveld Tour moest rijden. En met redelijk succes. De Swabikkels bereikten ondanks het slechte weer tijdens hun rit een mooie negende plaats in de ploegentijdrit. En de dag erna was ik de enige van de ploeg die de finish haalde, ik was 35e. Van de 160 gestarte renners kwamen er maar 38 aan de meet. Kortom ik had het aardig goed gedaan. Toch was ik niet tevreden; het was de derde keer in drie weken dat ik 35e werd. En ik wil juist in de top 30, want daar liggen punten, geld en eeuwige roem...Gisteren kwam ik na een ware Odyssee weer aan bij Fulford College. Toen de rozenvingerige Eoos zich bij lange na nog niet liet zien en zowel de dieren, als de mensen, als de goden nog in diepe slaap verzonken waren, toen rende ik met mijn aluminium ros in een plastic fietskoffer door het centrum van Leiden. Op weg naar het station om de trein van tien voor half zes te halen. Van de tocht bezweet en met vermoeide ledematen wist ik mij vlak voor het fluitje in de trein te werpen, tussen de deuren door. De deuren die als de klaprotsen reizigers, vermoeid, telkenmale weer verbrijzelen, terwijl zij jammeren en kermen.
Toen dan nu eindelijk Helios zich aan de hemel had genesteld, koos ik het ruime sop. De groengrijze zee was kalm, maar de regen daalde dicht en nog grijzer neer. Op het schip richtte ik een feestmaal aan, nadat ik het vet op de schenkelstukken had gebonden en aan de goden had geofferd. Daarna stortte ik me op het ontbijt zoals honden zich na een lange dag zonder eten en drinken, rond hun voederbakken elkaar verdringend, kwispelend en nu en dan luid blaffend de stukken rauw vlees verscheuren die hun baasje ze in hun trog te eten gaf. Zo nu at ik met plezier mijn boterhammetjes.
Nadat ik de gevaren van de Sirenen had leren kennen en had doorstaan door een mp3 speler op mijn oren te zetten, kwam het land in zicht. Bij Harwich gingen we aan land. Het eiland was vruchtbaar, want het vee was dik, de mensen vriendelijk en overal bloeide de kornoelje.
Per trein reisde ik verder naar Londen, de navel van het eiland. Daar aangekomen kwam een in geel gehulde behelmde man op mij af. Een ziener. Hij vertelde me hoe ik, alvorens mijn reis te vervolgen, af moest dalen naar de Hades. Ik kon hier, zo vertelde hij mij, zonder de hulp van de oude veerman Charon geraken, door met fietskist en al de diepe grotten van Londen af te dalen, daar zou ik met de hulp van reusachtige slangen mijn weg in de onderwereld kunnen vinden. Ik deed zoals mij gezegd was, terwijl mijn makkers jammerden en kermden. Ik daalde met fietskist en al af in de diepe grotten van Londen. Daar zag ik de zielen van de overledenen. Het was een verschrikkelijk gezicht, en ik weende korte tijd. Plotseling kwam er met donderend geraas een reusachtige slang op me af die me opzoog en even later met grote kracht me weer uitspoog. Ik was in een labyrint geraakt. Maar ik vond mijn weg eenvoudig, zoals de Minotaurus, wanneer er jonge mannen in zijn doolhof dolen, zonder moeite hen weet te vinden en verslindt. Zo vond ik een open ruimte waar een tweede slang mijn opzoog en wederom weer uitspoog. Nu was mijn opdracht volbracht en ik worstelde me naar boven met de zware koffer achter me aan.
En voort ging de tocht. Boven gekomen rende ik naar de trein die mij na al die dagen weer thuis zou brengen, naar Berik. Het laatste deel van mijn reis was echter een ware beproeving. Urenlang bracht ik staande door, terwijl de honger en de dorst me kwelden, zodat ik jammerde en kermde. Maar uiteindelijk verschenen de bekende contouren van York aan de horizon. Ik was thuis. Nadat ik op zeer treffende, maar bloederige wijze, de vrijers die zich om Beriks hand verdrongen met mijn grote boog naar Hades had gestuurd, kon ik eindelijk rusten. Hehe...

5 opmerkingen:
Fijn dat je weer bent aangekomen daar :D Best knap trouwens dat je, zodra de meeste renners uitvallen, wél de finish haalt :P Succes en tot snel!
Vertel mij, o muze... Ik ga donderdag weer naar Engeland, alwaar ik mijn kamp zal opslaan voor een luttele vier etmalen.
Waarom had je Berik niet meegenomen? Wat zou hij niet genoten hebben van de gevaarlijke crossing en,hangend over de reling, van het samen met jou turen in de mistige verten tot de eeuwige krijtrotsen opdoemden?In plaats van hem ten prooi te laten aan tochtige vrijers?En waarom diezelfde vrijers met een boog naar Hades gestuurd en niet direct?
En waarom niet even naar ons gezwaaid op die prachtige actiefoto?
Ondanks verwijten toch ***
Fijn dat je weer veilig bent aangekomen, jongen!
Ik ben op zoek naar mijn vader, je hebt de zelfde achternaam als hem, hij heet frank. Zou je me willen mailen als je wat over em weet of mischien iemand kent, die hem kent.
Bedankt.
Frouke f_partygirl@hotmail.com
PS:(leuke veralen schrijf je trouwens)
Een reactie posten