Je hebt van die mensen, tsja...
Sommige mensen die...
Ja, er zijn mensen die je, nou ja, eigenlijk toch maar liever niet uitnodigt op je verjaardag. Sommige mensen daar deel je toch liever op een warme vochtige tropenavond geen eenpersoonsbed mee. Er bestaan mensen die je liever geen dropje geeft als je toch aan het uitdelen bent. Van die mensen die je ontloopt als je ze tegenkomt omdat je liever geen gesprek met ze aanknoopt omdat andere mensen dan weleens zouden kunnen gaan denken dat je met de persoon in kwestie warme banden onderhoudt. Die mensen die je liever een schop zou geven, maar je doet het niet omdat dat nu eenmaal ethisch gezien niet mag. Je kent ze wel, sommige mensen daar zou je nog geen tweedehandspeugootje van kopen. Van die mensen waar je je dode hond nog niet door zou laten dekken. Zulke mensen zijn er.
Goed, dat is al erg genoeg, lijkt me, zulke mensen. Maar denk je nu eens zo'n persoon in. Heb je iemand? Mooi. Vertrippel de nare gevoelens die bij deze persoon horen. Eng hè! Nou, zo is Rauter.
Hanns Albin Rauter. (Nee het is geen typfout: Hanns) Deze 'vrolijke' Oostenrijker (contradictio in terminis?) heeft tijdens de periode 1940-1945 in onze streken vertoeft. Deze man was namelijk als Generalkommissar für das Sicherheitswesen en ook nog eens Höhere SS- und Polizeiführer. Van Germaanse gezelligheid was niet echt sprake. Hij was beschermeling van Himmler en maakte verder met bijna iedereen ruzie, en maakte echt werk van de uitzetting van de Joden. Hij werd de kleine Himmler genoemd, niet zonder reden.
Op 7 maart 1945 vond er per ongeluk een aanslag plaats op Rauter. Verzetsleden uit de omgeving van Apeldoorn wilden een vrachtwagen stelen. Twee van de stoutmoedigen waren ooit SS-ers geweest en hadden voor de gelegenheid zich in hun oude kloffie gehesen. Een derde had zich als Marechaussee vermomd. Zo gekleed gingen ze staan bij de Woeste Hoeve. (volgens mij tegenwoordig ook de naam van een dubieus etablissement in de polder vlak voor Hoogkerk onder de rook van Groningen). Ze posteerden zich op de weg om een vrachtwagen te overvallen, maar hielden per ongeluk de cabriolet van Rauter aan. Kennelijk mankeerde er iets aan de motor van Rauters bolide, anders zie ik niet in hoe het geluid van een cabriolet verward kan worden met dat van een vrachtwagen. Maar goed, de vergissing was daar en er volgde een vuurgevecht waarbij de auto doorzeefd werd met kogels en de assistent en chauffeur van Rauter het loodje legden. Hijzelf weigerde dit, maar hield de schijn wel op toen de vermetele verzetshelden de auto intuurden. Overtuigd dat iedereen dood was maakten de drie dat ze weg kwamen. Rauter werd 's ochtends zwaargewond gevonden en werd naar het ziekenhuis gebracht. Als represaille werden er 117 Nederlanders geëxecuteerd...
In '49 werd hij na een proces, dat als voorbeeld diende voor andere Duitse oorlogsmisdadigers, ter dood veroordeeld. Waar zijn lijk is, dat is nog altijd staatsgeheim. Spannend!!!
Waarom vertel ik dit? Over deze man ga ik voor Onderzoeksseminar III een biografie schrijven. Aan de hand van honderden bladzijden archiefmateriaal zal ik proberen deze man te doorgronden.
Normaal gaat een auteur zich vereenzelvigen met datgene of diegene die hij beschrijft, maar ik neem toch aan dat 't dit keer niet zo zal zijn. Laten we dat in ieder geval maar hopen...
PS Voor de posterfans, bekijk de 'foute' posters op de site van het NIOD.
maandag 28 november 2005
zondag 27 november 2005
vrijdag 25 november 2005
Underground
Al binnen enkele dagen is ontdekt dat deze weblog weer in gebruik is genomen. Ditte van Dulmen Krump was de speurneus. Het feit dat ik commentaar had geleverd op Pieters blog was voldoende aanleiding voor deze detectivette om eens naar Eriks blog te surfen. Nu is mijn weblog geen publiek geheim meer...
Ik kan natuurlijk een nieuwe beginnen, eentje die niemand vinden kan omdat ie 'Svens supersite' of 'Olijs en de twee barren' heet. Vooral de laatste zou legendarisch zijn met mooie foto's en verhalen van en over Olijs, de vrolijke West-Fries. Wat zou die jongen veel avonturen beleven. Daar heb je geen idee van. Bijvoorbeeld die ene keer dat hij op een koude winterdag de buurtbus naar Warmenhuizen nam. En daar slechts gekleed in een minuscuul bikinietje mensen toeriep: Warmenhuizen ja! Maar warme straten, ho maar! Om vervolgens een loflied op Steven Rooks aan te heffen, de vermaarde drager van de bolletjestrui en geboren en getogen Warmenhuizer. Waarna het hele dorp het met rode bollen beschilderde café in trok en er toch nog een warme, nee zelfs hete, nacht voor onze held Olijs volgde.
Of die keer dat hij 's nachts bij Sint Maartensvlotbrug werd aangesproken door een kreupele oude man met één oog. Goh, wat was hij toen bang geweest. Hij had echt gedacht dat zijn laatste uurtje geslagen had, nou! En dat hij toen omzichtig probeerde de man te passeren zonder antwoord te geven op zijn vraag. De oude man had namelijk het gore lef gehad om hem te vragen hoe laat het was! En dat terwijl iedereen in West-Friesland toch wist dat Olijs van kindsbeen af een verschrikkelijke angst koesterde voor alles waar wijzers aan te pas kwamen. Nooit naar school geweest ook; bang voor onderwijzers. Hij was ook degene die als eerste in Nederland voortdurend zijn middelvinger opstak, hij probeerde zo weinig mogelijk zijn wijsvinger te gebruiken.
In blinde paniek, want grote en kleine wijzers dansten om hem heen en wezen wijsgerig op hem. Wijselijk, want door schade en schande wijs geworden, spoedde Olijs zich op gehaaste wijze over de Vlotbrug, de oude man achterlatend.
Maar neen, niets van dit al. Besloten is, met meerderheid van stemmen: 1 tegen 0, om met Eriks blog verder te gaan als underground site. Een site met weinig bezoekers, een verstrooingsplek voor de intelligentsia.
Ik kan natuurlijk een nieuwe beginnen, eentje die niemand vinden kan omdat ie 'Svens supersite' of 'Olijs en de twee barren' heet. Vooral de laatste zou legendarisch zijn met mooie foto's en verhalen van en over Olijs, de vrolijke West-Fries. Wat zou die jongen veel avonturen beleven. Daar heb je geen idee van. Bijvoorbeeld die ene keer dat hij op een koude winterdag de buurtbus naar Warmenhuizen nam. En daar slechts gekleed in een minuscuul bikinietje mensen toeriep: Warmenhuizen ja! Maar warme straten, ho maar! Om vervolgens een loflied op Steven Rooks aan te heffen, de vermaarde drager van de bolletjestrui en geboren en getogen Warmenhuizer. Waarna het hele dorp het met rode bollen beschilderde café in trok en er toch nog een warme, nee zelfs hete, nacht voor onze held Olijs volgde.
Of die keer dat hij 's nachts bij Sint Maartensvlotbrug werd aangesproken door een kreupele oude man met één oog. Goh, wat was hij toen bang geweest. Hij had echt gedacht dat zijn laatste uurtje geslagen had, nou! En dat hij toen omzichtig probeerde de man te passeren zonder antwoord te geven op zijn vraag. De oude man had namelijk het gore lef gehad om hem te vragen hoe laat het was! En dat terwijl iedereen in West-Friesland toch wist dat Olijs van kindsbeen af een verschrikkelijke angst koesterde voor alles waar wijzers aan te pas kwamen. Nooit naar school geweest ook; bang voor onderwijzers. Hij was ook degene die als eerste in Nederland voortdurend zijn middelvinger opstak, hij probeerde zo weinig mogelijk zijn wijsvinger te gebruiken.
In blinde paniek, want grote en kleine wijzers dansten om hem heen en wezen wijsgerig op hem. Wijselijk, want door schade en schande wijs geworden, spoedde Olijs zich op gehaaste wijze over de Vlotbrug, de oude man achterlatend.
Maar neen, niets van dit al. Besloten is, met meerderheid van stemmen: 1 tegen 0, om met Eriks blog verder te gaan als underground site. Een site met weinig bezoekers, een verstrooingsplek voor de intelligentsia.
woensdag 23 november 2005
Publiek geheim
Ik moet proberen nu vol te houden. Kom op Erik, je kan het! Daarom vandaag weer een stukje.
Ik ben er in Krakau meerdere malen op gewezen dat ik altijd verhalen vertel. Dat klopt, ik weet het, en vooral vaak en veel over mijn vader. In ieder geval zelden over mezelf, zoveel heb ik nog niet meegemaakt. Bovendien overkomen mij vooral dingen als ik op de fiets zit. Als ik alleen deze verhalen zou vertellen dan kwam ik al helemaal over als een autistische malloot. (nog meer dan nu)
Ik weet dus dat ik veel verhalen vertel, wat ik niet precies weet is of dit bij het publiek in de smaak valt... Christie heeft me in vertrouwen meegedeeld dat zij het wel leuk vind, waarvoor dank, dank, veel dank. Ik kan me echter ook voorstellen dat het voor sommige mensen teveel van het goede is. Toch blijf ik volharden en deze maal zelfs digitaal. En geen verhaal over mijn vader, maar over mijn huisgenootje Siera:
-Waarschuwing, dit verhaal valt in de categorie 'vies', mensen met een zwak gestel of die zojuist haring met uitjes hebben gegeten wordt ontraden verder te lezen-
Met één voet over de drempel
Vanochtend na een verkwikkende douche en dito ontbijt (bordje Habermout) stapte ik goedgeluimd de deur uit. Wacht, ik was dit van plan, maar moest halverwege noodgedwongen het verlaten van mijn huis staken. Want wat lag daar vrolijk te glimmen onder mijn opgeheven voet, daar op de drempel? Ik had vrij vlug een diagnose gesteld, niet dat ik een kenner ben, integendeel, maar dit was zonder twijfel kots. Braaksel, overgeefsel, bah!
Bij nadere inspectie bleek niet alleen de drempel slachtoffer van de mysterieuze projectielbraker te zijn geweest. Nee, ook onze aandoenlijk ouderwetse voordeur, met panelen en een decoratief randje, was vakkundig ondergebarft. Vlak onder het slot lag een heuveltje brokken op het decoratieve randje. Opgeruimd en proper als ik ben, buiten mijn kamer hè, besloot ik dat de deur niet zonder een grondige wasbeurt zijn diensten als voordeur kon doorzetten. Flux schakelde ik mijn enige mannelijke huisgenoot, Marius, in. Hij was juist bezig aan een soort continental breakfast, maar onderbrak deze met graagte. Onvervaard vulden we een emmer met warm water en daalden getweeën af naar de bezoedelde deur.
Voor we de inhoud van de emmer tegen de deur hadden doen belanden hadden we nog vlug aan de ingrediënten de half verteerde maaltijd gedetermineerd dat we hier te maken met de Mexicaanse schotel die Siera de avond ervoor met smaak verorberd had. Een veeg teken. Zij lag nog in bed, het was reeds 11 uur, en op de voordeur zat haar voormalige diner, hier was vermoedelijk sprake van overmatig drankgebruik of ziekte. Wij gokten op het eerste.
Nadat we als Sherlock en Holmes de dader van deze gruweldaad hadden achterhaald, smeet Marius met ware doodsverachting het lauwwarme water tegen de deur. Het water golfde ogenblikkelijk pesterig terug, we konden het ternauwernood ontwijken. De stemming zat er goed in. Jolig vulden we emmer na emmer en smeten water tegen de deur. Dit bleek echter niet afdoende. Gewapend met de oude afwasborstel (gelukkig hadden we nog een nieuwe) ben ik de witte deurposten te lijf gegaan, waar de groen-bruine spetters gruwelijk detoneerden met onze groene deur.
Uiteindelijk was dan de deur weer zo goed als nieuw en kon ik met een gerust hart en een schone deur achterlatend me naar de Argusvergadering begeven.
's Middags liep ik, klaar om op de fiets te stappen, half in fietskledij gestoken door het huis te drentelen, toen ik Siera aantrof. Zij had juist een wc-marathon gehouden, en haar roerei stond onaangeroerd in de keuken. Naïviteit veinzend vroeg ik hoe het met haar ging. "Slecht", zei ze, "ik heb net in de wc staan kotsen. En oh ja, heb ik nou gister tegen de deur aan gekotst?" Breed grijnzend moest ik dit beamen, zij schaamde zich diep. Ik probeerde haar gerust te stellen dat de opruimwerkzaamheden slechts een bron van vermaak waren geweest, maar het mocht niet echt baten. Jammer want het was echt waar. Ik heb geen problemen met kots tegen de voordeur. (Nee dit is geen vrijbrief voor vrijuit vomeren op de Abstederdijk!) Ik ben eigenlijk een soort vieze man.
Nou lieve kijkbuiskinderen, dit was het weer voor vandaag. Overigens is het wel grappig dat ik hier zit te schrijven op een blog die voor iedereen toegankelijk is, maar waar niemand kijkt, omdat ze denken dat er nooit iets nieuws op verschijnt. Publiek, maar toch een beetje geheim...
Ik ben er in Krakau meerdere malen op gewezen dat ik altijd verhalen vertel. Dat klopt, ik weet het, en vooral vaak en veel over mijn vader. In ieder geval zelden over mezelf, zoveel heb ik nog niet meegemaakt. Bovendien overkomen mij vooral dingen als ik op de fiets zit. Als ik alleen deze verhalen zou vertellen dan kwam ik al helemaal over als een autistische malloot. (nog meer dan nu)
Ik weet dus dat ik veel verhalen vertel, wat ik niet precies weet is of dit bij het publiek in de smaak valt... Christie heeft me in vertrouwen meegedeeld dat zij het wel leuk vind, waarvoor dank, dank, veel dank. Ik kan me echter ook voorstellen dat het voor sommige mensen teveel van het goede is. Toch blijf ik volharden en deze maal zelfs digitaal. En geen verhaal over mijn vader, maar over mijn huisgenootje Siera:
-Waarschuwing, dit verhaal valt in de categorie 'vies', mensen met een zwak gestel of die zojuist haring met uitjes hebben gegeten wordt ontraden verder te lezen-
Met één voet over de drempel
Vanochtend na een verkwikkende douche en dito ontbijt (bordje Habermout) stapte ik goedgeluimd de deur uit. Wacht, ik was dit van plan, maar moest halverwege noodgedwongen het verlaten van mijn huis staken. Want wat lag daar vrolijk te glimmen onder mijn opgeheven voet, daar op de drempel? Ik had vrij vlug een diagnose gesteld, niet dat ik een kenner ben, integendeel, maar dit was zonder twijfel kots. Braaksel, overgeefsel, bah!
Bij nadere inspectie bleek niet alleen de drempel slachtoffer van de mysterieuze projectielbraker te zijn geweest. Nee, ook onze aandoenlijk ouderwetse voordeur, met panelen en een decoratief randje, was vakkundig ondergebarft. Vlak onder het slot lag een heuveltje brokken op het decoratieve randje. Opgeruimd en proper als ik ben, buiten mijn kamer hè, besloot ik dat de deur niet zonder een grondige wasbeurt zijn diensten als voordeur kon doorzetten. Flux schakelde ik mijn enige mannelijke huisgenoot, Marius, in. Hij was juist bezig aan een soort continental breakfast, maar onderbrak deze met graagte. Onvervaard vulden we een emmer met warm water en daalden getweeën af naar de bezoedelde deur.
Voor we de inhoud van de emmer tegen de deur hadden doen belanden hadden we nog vlug aan de ingrediënten de half verteerde maaltijd gedetermineerd dat we hier te maken met de Mexicaanse schotel die Siera de avond ervoor met smaak verorberd had. Een veeg teken. Zij lag nog in bed, het was reeds 11 uur, en op de voordeur zat haar voormalige diner, hier was vermoedelijk sprake van overmatig drankgebruik of ziekte. Wij gokten op het eerste.
Nadat we als Sherlock en Holmes de dader van deze gruweldaad hadden achterhaald, smeet Marius met ware doodsverachting het lauwwarme water tegen de deur. Het water golfde ogenblikkelijk pesterig terug, we konden het ternauwernood ontwijken. De stemming zat er goed in. Jolig vulden we emmer na emmer en smeten water tegen de deur. Dit bleek echter niet afdoende. Gewapend met de oude afwasborstel (gelukkig hadden we nog een nieuwe) ben ik de witte deurposten te lijf gegaan, waar de groen-bruine spetters gruwelijk detoneerden met onze groene deur.
Uiteindelijk was dan de deur weer zo goed als nieuw en kon ik met een gerust hart en een schone deur achterlatend me naar de Argusvergadering begeven.
's Middags liep ik, klaar om op de fiets te stappen, half in fietskledij gestoken door het huis te drentelen, toen ik Siera aantrof. Zij had juist een wc-marathon gehouden, en haar roerei stond onaangeroerd in de keuken. Naïviteit veinzend vroeg ik hoe het met haar ging. "Slecht", zei ze, "ik heb net in de wc staan kotsen. En oh ja, heb ik nou gister tegen de deur aan gekotst?" Breed grijnzend moest ik dit beamen, zij schaamde zich diep. Ik probeerde haar gerust te stellen dat de opruimwerkzaamheden slechts een bron van vermaak waren geweest, maar het mocht niet echt baten. Jammer want het was echt waar. Ik heb geen problemen met kots tegen de voordeur. (Nee dit is geen vrijbrief voor vrijuit vomeren op de Abstederdijk!) Ik ben eigenlijk een soort vieze man.
Nou lieve kijkbuiskinderen, dit was het weer voor vandaag. Overigens is het wel grappig dat ik hier zit te schrijven op een blog die voor iedereen toegankelijk is, maar waar niemand kijkt, omdat ze denken dat er nooit iets nieuws op verschijnt. Publiek, maar toch een beetje geheim...
maandag 21 november 2005
Reanimatie
Vandaag is bij mijn ouders thuis het langverwachte pakketje uit York bezorgd. Ik was al onder voorbehoud toegelaten, maar ik kon in principe nog afgewezen worden. Geef ze eens ongelijk.
Ik begon de afgelopen dagen een beetje zenuwachtig te worden en ik had al driftig rondgemaild naar zoveel mogelijk betrokkenen. Op hoge poten Marlies Bussemaker op haar vestje gespuugd. (Geeft nare vlekken) Maar ik was om niets bezorgd geweest, ha! Morgen trein ik eventjes naar Leiden om de papieren op te halen, alles in te vullen en weer retour afzender naar de UK te sturen.
Dat zou eigenlijk iedereen moeten doen!
- Wat papieren invullen en naar Engeland sturen?
Nee, duh, naar Leiden treinen. Het is een prachtige stad, vooral in de begindagen van oktober.
Maar het feit dat ik deze blog reanimeer hangt samen met mijn zekere vertrek naar de andere kant van de grijze koude Noordzee. My Bonnie is over the ocean... Ik ben namelijk van plan het thuisfront een beetje op de hoogte te houden over al mijn avonturen aldaar door middel van berichten op deze blog. Nu het internet zelfs voor mijn 88-jarige oma geen geheimen meer kent, staat niets me in de weg.
Goed, een korte cursus html zou geen kwaad kunnen, dan kan ik me nog beter presenteren. Hoewel ik het eigenlijk zou moeten kunnen, ik had tenslotte ooit een 10 voor een Historisch Ambacht site over het kasteel Moersbergen en natuurlijk een prachtige site over Floor Kuylman.
Ik hou het weer even voor gezien met de mededeling dat mijn weekend weer begonnen is, en bovendien dat Krakau echt geweldig was. Ik heb nog nooit zoveel gelachen in één week. Ik had voor het eerst van mijn leven last van een post-vakantie-dip. Ik! Ik, het toonbeeld van evenwichtigheid...
Aju paraplu!
Ik begon de afgelopen dagen een beetje zenuwachtig te worden en ik had al driftig rondgemaild naar zoveel mogelijk betrokkenen. Op hoge poten Marlies Bussemaker op haar vestje gespuugd. (Geeft nare vlekken) Maar ik was om niets bezorgd geweest, ha! Morgen trein ik eventjes naar Leiden om de papieren op te halen, alles in te vullen en weer retour afzender naar de UK te sturen.
Dat zou eigenlijk iedereen moeten doen!
- Wat papieren invullen en naar Engeland sturen?
Nee, duh, naar Leiden treinen. Het is een prachtige stad, vooral in de begindagen van oktober.
Maar het feit dat ik deze blog reanimeer hangt samen met mijn zekere vertrek naar de andere kant van de grijze koude Noordzee. My Bonnie is over the ocean... Ik ben namelijk van plan het thuisfront een beetje op de hoogte te houden over al mijn avonturen aldaar door middel van berichten op deze blog. Nu het internet zelfs voor mijn 88-jarige oma geen geheimen meer kent, staat niets me in de weg.
Goed, een korte cursus html zou geen kwaad kunnen, dan kan ik me nog beter presenteren. Hoewel ik het eigenlijk zou moeten kunnen, ik had tenslotte ooit een 10 voor een Historisch Ambacht site over het kasteel Moersbergen en natuurlijk een prachtige site over Floor Kuylman.
Ik hou het weer even voor gezien met de mededeling dat mijn weekend weer begonnen is, en bovendien dat Krakau echt geweldig was. Ik heb nog nooit zoveel gelachen in één week. Ik had voor het eerst van mijn leven last van een post-vakantie-dip. Ik! Ik, het toonbeeld van evenwichtigheid...
Aju paraplu!
Abonneren op:
Reacties (Atom)
