woensdag 29 oktober 2008

Glijen

Als kind had ik een vriend waarmee ik alles dee hoogslaper. Vaak fantaseerde ik dat ik helemaal niet het laddertje meer af hoefde te dalen, maar dat ik vanuit mijn bed in een glijbaan kon stappen die me naar beneden zou voeren. Aanvankelijk gleed ik dan alleen naar beneden, de trap af, maar later breidde mijn glijbaan zich uit. Hij kon natuurlijk ook helemaal naar school lopen. Dan rolde ik 's ochtends uit mijn bed zo de glijbaan in, pakte tijdens de tocht mijn kleren van haakjes en eten van speciale borden. Superhandig natuurlijk. Jammer alleen dat het andersom niet kon, want mijn schoollokaal lag lager dan mijn bed... Hoewel een hoge trap in de Merenwijk, naast de Dukdalf, dat probleem weer zou kunnen oplossen. Weer later bedacht ik een heel stelsel van glijbanen waarbij ik afslagen kon nemen naar judo, het kinderdagverblijf, Stefan en het zwembad.
Nu is iemand met mijn idee aan de haal gegaan! Dat is al vaker gebeurd (Zo is de geografie van het wielrennen is bijvoorbeeld al beschreven), maar niet getreurd: nu kunnen we er tenminste allemaal van genieten. Vreemd aan onderstaand filmpje is echter dat de hoofdpersoon van zijn werk naar zijn huis glijdt, maar wel net wakker wordt. Wie wordt er nu wakker op zijn werk om vervolgens naar huis te vertrekken? Dat is een beetje onduidelijk, maar het doet niet af aan het ontzettende vrolijke gevoel dat je krijgt bij het bekijken van deze reclame. Hiep hoi! Iedereen zijn eigen glijbaan en elke dag appeltaart!

donderdag 23 oktober 2008

Verjaardag

Wie begint zijn verjaardag nu met het verliezen van potjes Siedler von Catan? Ik. Vannacht was ik samen met de bebrilde Zwitsers Lukas en Thomas (geen familie) verwikkeld in een harde kolonisatiestrijd. Zo begon mijn verjaardag...
Nou, eigenlijk was 'ie gisteren al eerder begonnen. Ik had namelijk, om mijn verjaardag onvervalsd authentiek te kunnen laten beginnen, mijn middag gewijd aan het bakken van een appeltaart. En wel op die manier zoals ik hem het liefst heb, niet met appelschijfjes als vulling, maar met appelmoes. Omdat Goudreinetten hier ontbreken heb ik de taart gebakken met de even zo geschikte Rode Boskoop, ook wel de Schone van Boskoop. (De Rode Boskoop is in Nederland slechts bij de Biowinkel te koop, maar hier vliegen ze me om de oren.) Al met al was mijn taart goed gelukt, hoewel ik dat pas vanmorgen heb vastgesteld omdat ik hem toen pas aangesneden heb. Ook mijn huisgenoten hebben meegenoten van de taart.
Overigens had ik maandag al voor mijn ganze WG gekookt. Omdat ik dacht dat het leuk was om eens goed Nederlands uit te pakken, had ik een stel beproefde herfstrecepten uit de kast getrokken. Als hoofdgerecht had ik Heisser Blitz gemaakt, waar behalve aardappel en appel ook walnoten, kaas en witlof enthousiast doorheen stampten. Daarna had ik het wereldwijd onbekende Drei in der Pfanne gemaakt, volgens familierecept. Omdat we met vijf hier wonen kon ik de eerste exemplaren wel maken door drie mopjes in de pan te gooien, maar daarna restte er nog slechts twee. Dus in feite hebben Daniël en ik Zwei in der Pfanne gegeten. Ook lekker!

---Tussenkomend bericht: mijn huisgenoten zijn: Franzi, Nora, Albin en Daniël---

Vanmorgen werd ik op verjaardagstijd door Anne opgebeld, om kwart over zeven dus. Daarna heb ik meteen Maartje gefeliciteerd, waarna ook nog mijn beide ouders hun felicitaties naar mijn richting toe hebben gecommuniceerd. Ook uit Amsterdam waren de gelukwensen niet van de lucht. En van Simon werd me zelfs een Wagneriaanse verjaardag toegewenst! (Moet ik nog een presentatie over maken. Niet over een verjaardag, maar over Wagner en het Germaanse.) Wagneriaans zal het niet zijn, maar vanavond vier ik in bescheiden kring (huisgenoten, Thomas, Lukas en Laura (Nederlands meisje van Geschiedenis UU)) mijn verjaardag in Kohlenquelle.
Tot zover de verjaardagsberichten. Ik ga nu nog voor een niet nader te noemen tweelingzusje de stad in om een geschenk te kopen. Vanavond wacht het feestcomité en morgenochten mijn eerste taalcursus. Die taalcursus begint al om half negen, en het is een uur reizen, dus dat wordt doorbijten morgenochtend. Morgenmiddag komt een Nederlandse delegatie om mijn 24-zijn extra luister bij te zetten. Ik denk daarom dat ik me pas weer na het weekend meldt. Het ga u goed!

vrijdag 17 oktober 2008

Even tussendoor...

De echte kenner had natuurlijk al lang door dat de afbeelding bovenaan mijn webstek van het boek 'Emil und die Detektive' afkomstig is, van de kaft. We zien Emiel en Gustaaf met de toeter achter een aanplakpaal Grondijs, de schurk van het boek, in de gaten houden. Het is één van mijn favoriete kinderboeken en nu actueel omdat het in Berlijn speelt. Grondijs neemt in het boek zijn intrek in een hotel op de Nollendorfplatz. Nu wil het feit dat de metro vanaf de FU richting de stad de Nollendorfplatz als eindstation heeft en dat ik daar over kan stappen op de U2 naar Pankow, richting mijn huis. Zo reis ik elke keer als ik de U-bahn neem, door Kästners belevingswereld... Die is alleen wel erg veranderd. Het plein maakt nu een beetje een verlopen indruk en er staat niet veel fraais meer overeind. Toch, in deze omgeving komen Emiel, Gustaaf, Pony Hoedje en de kleine Dinsdag wel erg dichtbij, om van de Professor nog te zwijgen. Wachtwoord: Emiel!



Nagekomen bericht: toen ik een plaatje voor dit bericht zocht kwam ik er pas achter dat het schitterende schilderij van Kirchner kennelijk de Nollendorfplatz is. Dit terwijl ik al jaren een poster van dit schilderij in mijn kamer heb hangen, ook hier in Berlijn. Het stond op de tentoonstellingsposter van 'Schilders van Berlijn' van Singer Laren.
Zo komt alles samen. Ik heb die afbeelding altijd al fraai gevonden en ik heb ook gedacht dat Trier, de illustrator die Emiel heeft getekend en dus ook de kaft van de boeken, geïnspireerd was door schilderijen van Kirchner. Zo heeft de Nollendorfplatz zowel Kästner als Kirchner als Trier beïnvloed. Wauw!

woensdag 15 oktober 2008

Psst! Kan je een geheimpje bewaren?


Ik dacht even dat het een grap was toen ik op de plattegrond van de FU keek. Ik moest naar mijn eerste hoorcollege in Hörsaal B van het Friedrich Meinecke Institut. Ik was al om iets over half negen op de fiets gestapt om te zorgen dat ik om tien uur in ieder geval bij de zaal was. Ik reed zonder veel moeite naar het hoofdgebouw van de FU: het duurde een uur. Een uur! En ik zou nog veel langer binnen de stad kunnen rijden. Nou ja, Dahlem is echt meer een dorp.
De FU heeft middenin een villawijk zijn intrek genomen. Gedeeltelijk vertakt de universiteit in voormalige woonvilla's en gedeeltelijk in modernistische leerfabrieken uit de jaren '50 en '60. Hierdoor lijkt het net een Engelse of Amerikaanse campus waarop een aantal vermogenden hun villa's hebben gebouwd. Of natuurlijk een villawijk waarin bruusk een aantal universiteitspanden zijn geplant en waar 30.000 studenten over de stoepen sjokken.
Goed, na een uur was ik bij U-Bahnhof Dahlem-Dorf en keek bij de hoofdingang op de plattegrond. Ik moest naar de Koserstraat en wel via de Archivstrasse! "Jaja, dat hadden ze leuk verzonnen die vrije universiteiters, dat alle historici naar hun instituut moesten door de Archivstrasse. Een mooie metafoor, dat zeker: de historicus moet eerst de bronnen lezen en in kaart brengen voordat hij werkelijk kennis kan vergaren over het verleden. Maar tegelijkertijd is het toch een beetje vreemd om om dergelijke redenen een straat de archiefstraat te noemen." Met deze gedachten fietste ik door de Archivstrasse naar het instituut, maar na honderd meter werden mijn gedachten gelogenstraft, want daar stond ineens het "Preussisches Geheimes Staatsarchiv". Een fiks neoclassicistisch bouwwerk met allerlei zijvleugels en een hoofdgebouw. Boven de ingang in het tympaan een dreigende adelaar en de naam in grote letters eronder.

Bam! Het was duidelijk dat de Archivstrasse niet zo was gedoopt om historici te behagen, maar omdat hier een archief stond om u tegen te zeggen. Maar Geheimes was het toch niet zo. Ik bedoel een geheim archief impliceert toch eigenlijk dat het ondergronds bestaat en dat alleen de betrokkenen weten waar het is. Een geheim genootschap is ook niet geregistreerd en op een geheime wapenopslagplaats zet je ook geen bord met 'geheime wapenopslagplaats'! Als men dat wel zou doen dan waren de wapeninspecties in Irak heel soepel verlopen. Ik snap natuurlijk wel dat wat ín het archief lag geheim was, maar toch vond ik het apart. Als je het geheim wil houden, geef er dan geen ruchtbaarheid aan en bewaar je staatsstukken in een onbeduidende loods in Posen.
Om de hoek kwam ik bij het instituut van geschiedenis. Dit viel helaas in het niet bij het Staatsarchiv, want ook dit pand was de natte droom van een blinde symmetrofiele architect met een voorliefde voor goedkoop beton.

zondag 12 oktober 2008

Het verleden links laten liggen...


Elke plek heeft een geschiedenis, maar Berlijn heeft er wel erg veel van. Het mooie is dat de geschiedenis hier werkelijk overal te vinden is, ook bij mij om de hoek. Als ik de Ueckermünder Strasse uitfiets kom ik (mits ik linksaf sla bij het uitgaan van mijn voordeur) bij de Norweger Strasse. Hier bevinden zich aan de linkerkant van de straat huizen zoals dat van mij. Hoge pastelkleurige 19e-eeuwse huizen die in de DDR tijd voorzien zijn van fantasieloze balkons. Aan de rechterkant van de Norweger Strasse staat een betonnen schutting, wie even verder rijdt in zuidelijke richting kan met de fiets een groot viaduct op en heeft van daaruit zich op het land achter de schutting. Hier ligt een woestenij van berken, bosjes, spoorlijnen (er splitsen drie S-Bahnlijnen) en verroeste rommel. De huizenblokken aan mijn kant van de schutting en aan de andere kant van de woestenij staan wel tweehonderd meter van elkaar af. Hier ligt een groene strook midden in de stad. Hier stond tot in 1989 de Muur. 28 jaar lang konden de mensen in de Ueckermünder Strasse alleen rechts de Oslöer Strasse in. Nou ja, ze konden wel naar de Norweger Strasse, maar daar konden ze niet verder. Niet verder lopen en niet verder kijken.


Het is moeilijk voor te stellen dat de stad voor iets meer dan een miljoen Berlijners de stad hier ophield. Mijn straat ligt nu midden in Berlijn en lag toen aan de westelijke grens. Als ik in de Norweger Strasse rechtsaf sla en naar het noorden rij dan kom ik bij een ander viaduct en bij S-Bahnhof Bornholmer Strasse. Hier, bij de Grenzübergang Bornholmer Strasse konden de Ossi's als eerste om half twaalf 's avonds op 9 november 1989 de Wessies bezoeken. Enkele jaren later werd de tramlijn vanuit het Oosten naar het Westen doorgetrokken en zijn er bruggen bijgebouwd en heropend, maar nog steeds bevindt er zich een grens tussen Prenzlauerberg (mijn wijk) en Mitte (aan de overkant). Mitte worstelt met criminaliteit, werkloosheid en onvrede terwijl Prenzlauerberg langzaamaan uitgroeit tot een jonge-koppels-met-kinderen-die-ondanks-hun-voortschrijdende-leeftijd-nog-altijd-graag-de-hippe-grootstedelijking-uithangenwijk.

donderdag 9 oktober 2008

Gecast


Hallo do! Damen und Herren, Kekse und Birnen,

De afgelopen nachten was de bank (geen omvalgevaar geweest, gelukkig) in de huiskamer van de WG van Philipp mijn bed, maar sinds een kwartier weet ik dat ik een eigen kamer heb hier in Berlin. Ik woon vanaf vanavond in de Ueckermünder Strasse in Berlin Prenzlauerberg. Het kamerzoeken heeft me wat meer hoofdbrekens bezorgd dan ik had gedacht, want bij elke 'besichtigung' trof ik wel 20 concurrenten. Gelukkig verliep de 'casting' (Zo noemen ze het hier. Dat klinkt toch een stukje meer glamourous dan hospiteeravond. In Duitsland voelt de kamerzoekende zich een ster en in Nederland lijkt het meer of er een ziekenhuisbezoek in het verschiet ligt) in de Ueckermünderstrasse soepel. Vanaf zes uur vanavond kan ik mijn nieuwe kamer in. Vanuit 'Standort Prenzlberg', het Amsterdam-Zuid van Berlin zal ik verslag doen van mijn belevenissen aan de dorpsuniversiteit van Dahlem; de Freie Universität Berlin (afbeelding is het Ubahnstation van de Uni), en het leven van alledag in de Duitse hoofdstad.