maandag 29 mei 2006

Kip?

Het afgelopen weekend stond voor het eerst in lange tijd niet in het teken van fietsen. Nee, ik heb me met mijn tweede liefhebberij bezig gehouden: eten.
Zoals iedereen natuurlijk weet is het namelijk vandaag memorial day in de Verenigde Staten. En wat doen Amerikanen om dit te vieren? Zij komen allen tezamen om te barbecuen. Jawel. En omdat zaterdag beter uitkwam dan maandag vond er zaterdagmiddag om vier uur 's middags (wat een tijd!) een barbecue plaats.
Ik had speciaal voor de gelegenheid mijn Amerikaansevlagboxer aangetrokken en een t-shirt met 'Wisconsin Wildcats' erop (ik blijf natuurlijk een cheesehead). Zo helemaal op mijn memorialdaybest gekleed stortte ik me op de heerlijke spijzen die op de tafel in de woonkamer waren uitgestald. Een waar feestmaal!
Toen de avond viel gingen we met een groepje de stad in. Nou heb ik in vorige verhalen al enkele facetten van het Engelse uitgaansleven belicht, maar een belangrijk onderdeel ervan is, naar ik meen, nog in duisternis gehuld. Ik had me er ook nog niet erg in verdiept tot ik er zaterdag op overweldigende wijze mee werd geconfronteerd. Natuurlijk, ik had wel vaker groepjes vrouwen, soms ook mannen, verkleed door York zien lopen. Met een paarse glittercowboyhoed op, of allemaal in het knalgeel gekleed, maar ze waren me nooit echt opgevallen, maar nu kon ik er niet meer omheen: engelsen en hun vrijgezellenfeesten. Of zoals ze hier heten hen parties (voor vrouwen) en stag parties (voor mannen).
Wij bevonden ons die avond in een bar met de welsprekende naam Orgasmic, met zo'n naam kan je ook eigenlijk niets anders verwachten. We hadden een tafeltje veroverd naast de dansvloer (aanwezig in elke club, terwijl geen enkele Engelsman of -vrouw met de voetjes van de vloer gaat), en hadden juist geproost toen er een lading vreemd gekleedde vrouwen het etablissement binnengolfde. Ze kwamen in etappes. Eerst waren daar de in nachtclubkleding gehulde struise dames, vervolgens dromden er ladingen dienstertjes om ons heen, met witte schortjes. Achter mij kwamen twee dunne verpleegstertjes te zitten terwijl aan de andere kant van de dansvloer een zestal playboy bunnies de kroeg op stelten zetten. Ook was er een dame in leer gehuld en een ander was in nagenoeg niets gehuld. Kortom, een gezellige boel, schaamteloos en verbazingwekkend afstotelijk, maar gezellig.
Daarna vulde een groep in pak gehulde mannen de dansvloer en zij probeerden wanhopig om indruk te maken op Heather (zij ging trouwen. Dat weet ik want dat stond op de enorme button die ze achterop haar rug had) en haar vriendinnen. De jongen die ging trouwen (naam onbekend, maar hij had een ketting met een gigantische hanger eraan, waar STAG! op stond om zijn nek hangen) en zijn vrienden dropen echter snel af. Daarna liep de pub snel leeg, en moesten we wederom verbaasd vaststellen dat we om half twaalf naar huis gingen.
De dag erna werd ik om kwart voor twaalf 's ochtends wakker om om twaalf uur met Sasha en Lisa naar de Evil Eye Lounge te gaan. Daar zouden wij, en dat hebben we ook gedaan, genieten van een sunday roast. We kregen ieder een bord met onnoemlijk veel voedsel voorgezet. In ieder geval kregen we vlees, Yorkshire pudding, wortel, aardappel, broccoli, turnip en rode kool. Dit alles was overgoten met jus, en daarna nog een keer met nog meer jus. En dat dan twee keer. Minimaal. Inderdaad, een eenvoudig doch voedzame maaltijd... en een goed weekend.

woensdag 24 mei 2006

The Dutchie of York

Ik ben er nog, weest niet bevreesd, maar ik ben steeds maar kort in de buurt van internet. Van schrijven komt dus maar weinig, maar ik maak voldoende mee. Ik zal proberen hiervan weer wat vaker kond (hihi) te doen.

Afgelopen week, dus voor het weekend, waren de York Races. Ik wist dit niet. Ik kwam er achter toen ik samen met Kit en Alastair op weg was naar een race in Little Weighton (waar ik 2e werd). Het was me namelijk opgevallen dat er behoorlijk wat limousines door de straten gleden. Dit was zo legden zij uit vanwege de paardenrennen. Tout York en omstreken steekt zich dan in hoed en jurk, of in pak en das, want York is een rijke en lichtelijk bekakte stad.
Toen ik vrijdag langs de paardenrenbaan reed zag ik met eigen ogen alle opgesmukte paardenliefhebbers langswandelen. De dames flaneerden in zonjapon en de mannen in pak. Maar er stond een harde zuidwestenwind en donkere wolken haasten zich door de lucht. Niet bepaald een dag om in een zomerjurk buiten door te brengen. Maar ja, Engelsen voelen geen kou en bij paardenrennen horen jurken.
Behalve kleding is ook vervoer erg belangrijk. Waar bij wielerwedstrijden veel toeschouwers zelf op de fiets komen, daar heb ik geen enkele ruiter in de stad gezien. Nee, men komt met de auto. En niet zomaar een auto. Een Bentley, MG, Jaguar of Rolls en het liefste met een zo kort mogelijk nummerbord, voor ons huis reed een auto met D6 als nummerbord. Want hoe korter hoe duurder het nummerbord. Sowieso zijn nummerborden hier een lust voor het oog. Wat te denken van K9 DOG: een hondenliefhebber tot en met. Maar niet alle nummerborden zijn even geslaagd. Neem nu de volgende, die ik twee weken geleden zag:K7 LUC. Het kan toeval zijn, maar volgens mij wilde iemand een geluksnummerbord, maar was 7 LUCK al vergeven en ging hij (of zij, maar waarschijnlijk hij) akkoord met dit matige alternatief.
Als ik later met mijn Triumph rondrij dan lijkt 3 OCT me een leuke optie.

vrijdag 12 mei 2006

Schone schijn

Overal gele bloemen, of blauwe lucht, en heel veel groen gras. En af en toe blauwe bloesem of witje wolken. Maar alleen heel af en toe, voor de afwisseling. Er groeit hier vooral veel koolzaad. Ik denk dat ongeveer een vijfde van het land verborgen is onder een dik tapijt koolzaad. Het ruikt een beetje naar kaas, vind ik. Het heeft een beetje een weeige zoete geur, wel lekker. Het is eigenlijk alsof ik voortdurend in een ansichtkaart gevangen zit.
In Engeland mag het dan officieel verdwenen zijn, maar de klassenmaatschappij bestaat nog steeds. Iedere Engelsman weet uit welke klasse hij komt en in welke klasse hij niet terecht wil komen. Je kan je dus ook beter voordoen dan je bent: keeping up appearances. Zelfs bloemen doen hier aan mee. Koolzaad niet nee, die niet. Koolzaad is een hardwerkend gewas dat de grond vruchtbaar maakt en tevreden is met zijn lot: als niets meer op de grond wil groeien dan kan koolzaad er bloeien alsof het een zachtaardige composthoop betreft. Nee dandelions, dat zijn de nouveaux riches van het bloemenrijk. Wat nou dandelion! Dat klinkt toch veel te stijlvol en dapper. Het lijkt haast wel een samenvoegsel van Dandy en Lion. Een bloem met gevoel voor mode en het hart van een leeuw. Jaja, ik moet het nog maar zien. Het is gewoon een paardenbloem!

Zelfs in huize Fulford is de lente in volle hevigheid losgebarsten, want toen ik vanmorgen Chris, onze hobbit/dwerg/schoonmaker verwachtte, stond er plotseling een lange blonde deerne in de keuken te boenen. Ze valt even in voor Chris.

dinsdag 9 mei 2006

Briefgeheim


We krijgen altijd heel veel post. Niet omdat we enorm populair zijn, maar omdat de vorige bewoners van ons huis een grote schare fans blijken te hebben. Vooral James Peasland is uitermate in trek. Gewoonlijk laten we de stapel post groeien en groeien en gooien het vervolgens in de hoek van de huiskamer, waar het gestaag verder groeit. Eersgisteren echter hebben we een brief geopend. De envelop schreeuwde er om! De brief was namelijk geadresseerd aan:

Private Investigator Sam TURNER
67 Fulford Road Fishergate
YO10 4BD York
Royaume - Uni


En afkomstig van:

Gérard SEURAT
11 Grandes Allee de la Faisanderie
77185 Lognes
FRANCE

Omdat we wel wilden weten met wat voor spannende zaken Sam Turner zich bezig hield openden we de envelop. Er zat één blaadje in met een surrealistische tekst (als je de afbeelding opslaat kan je zien wat er in staat):


In het kort bestaat de brief uit twee delen. Ten eerste een dialoog over het bekijken van de binnenkant van de voet van Deux. Het is daar prachtig, en groot, en laat je denken over het wezen van het bestaan. Bovendien is het ideaal omdat je zo de voet kan bestuderen terwijl hij nog werkt, net zoals je vissen het best in het water kan bekijken in plaats van opgevist.
Het tweede deel lijkt een korte monoloog, ofwel van Daniil, ofwel van Antony. Hierin wordt beschreven hoe de ik-persoon geniet van het in elkaar slaan van ongenode gasten. Kortom een vrolijke knakker.

We hebben er ons in Fulford College eens in verdiept, maar we komen er niet uit. Is het een grap? Is het een code? Het lijkt een deel van een toneelstuk. Het is pagina 9, waar is de rest? Hoe loopt het af? Kortom een groot mysterie. Ik hou u op de hoogte...

zondag 7 mei 2006

Vereniging

Wie had ooit gedacht dat ik mij nog eens met een houten driver over zou geven aan freestyle outdoor cross country golf? Toch was het zo. Nadat ik donderdag de steilste asfaltweg van Engeland had beklommen (33%), ben ik vrijdag met Sasha, David, Yukino en Lisa langs de Ouse gelopen naar een groot open veld. Daar hebben we onder een zinderend lentezonnetje een balletje geslagen. Die ballen waren we daarna onmiddelijk kwijt in het hoge gras, althans als we ze daadwerkelijk wisten te raken.
(merk club: Wilson. Handig om mee te nemen naar een onbewoond eiland. Mocht je daar terechtkomen. Dan heb je iets om tegen te praten. Wilson, in plaats van Vrijdag. Goh, dat zou een leuke film op kunnen leveren...)

A person can belong to a club, but with golf, a club can belong to a person too...

dinsdag 2 mei 2006

Omslachtig

Gisteren ben ik teruggekeerd in York. "Wederom?", zult u zeggen. Ja, wederom. Ik was afgelopen weekend namelijk in Nederland, niet vanwege Koninginnedag, maar omdat ik voor Swabo de PWZ Zuidenveld Tour moest rijden. En met redelijk succes. De Swabikkels bereikten ondanks het slechte weer tijdens hun rit een mooie negende plaats in de ploegentijdrit. En de dag erna was ik de enige van de ploeg die de finish haalde, ik was 35e. Van de 160 gestarte renners kwamen er maar 38 aan de meet. Kortom ik had het aardig goed gedaan. Toch was ik niet tevreden; het was de derde keer in drie weken dat ik 35e werd. En ik wil juist in de top 30, want daar liggen punten, geld en eeuwige roem...

Gisteren kwam ik na een ware Odyssee weer aan bij Fulford College. Toen de rozenvingerige Eoos zich bij lange na nog niet liet zien en zowel de dieren, als de mensen, als de goden nog in diepe slaap verzonken waren, toen rende ik met mijn aluminium ros in een plastic fietskoffer door het centrum van Leiden. Op weg naar het station om de trein van tien voor half zes te halen. Van de tocht bezweet en met vermoeide ledematen wist ik mij vlak voor het fluitje in de trein te werpen, tussen de deuren door. De deuren die als de klaprotsen reizigers, vermoeid, telkenmale weer verbrijzelen, terwijl zij jammeren en kermen.
Toen dan nu eindelijk Helios zich aan de hemel had genesteld, koos ik het ruime sop. De groengrijze zee was kalm, maar de regen daalde dicht en nog grijzer neer. Op het schip richtte ik een feestmaal aan, nadat ik het vet op de schenkelstukken had gebonden en aan de goden had geofferd. Daarna stortte ik me op het ontbijt zoals honden zich na een lange dag zonder eten en drinken, rond hun voederbakken elkaar verdringend, kwispelend en nu en dan luid blaffend de stukken rauw vlees verscheuren die hun baasje ze in hun trog te eten gaf. Zo nu at ik met plezier mijn boterhammetjes.
Nadat ik de gevaren van de Sirenen had leren kennen en had doorstaan door een mp3 speler op mijn oren te zetten, kwam het land in zicht. Bij Harwich gingen we aan land. Het eiland was vruchtbaar, want het vee was dik, de mensen vriendelijk en overal bloeide de kornoelje.
Per trein reisde ik verder naar Londen, de navel van het eiland. Daar aangekomen kwam een in geel gehulde behelmde man op mij af. Een ziener. Hij vertelde me hoe ik, alvorens mijn reis te vervolgen, af moest dalen naar de Hades. Ik kon hier, zo vertelde hij mij, zonder de hulp van de oude veerman Charon geraken, door met fietskist en al de diepe grotten van Londen af te dalen, daar zou ik met de hulp van reusachtige slangen mijn weg in de onderwereld kunnen vinden. Ik deed zoals mij gezegd was, terwijl mijn makkers jammerden en kermden. Ik daalde met fietskist en al af in de diepe grotten van Londen. Daar zag ik de zielen van de overledenen. Het was een verschrikkelijk gezicht, en ik weende korte tijd. Plotseling kwam er met donderend geraas een reusachtige slang op me af die me opzoog en even later met grote kracht me weer uitspoog. Ik was in een labyrint geraakt. Maar ik vond mijn weg eenvoudig, zoals de Minotaurus, wanneer er jonge mannen in zijn doolhof dolen, zonder moeite hen weet te vinden en verslindt. Zo vond ik een open ruimte waar een tweede slang mijn opzoog en wederom weer uitspoog. Nu was mijn opdracht volbracht en ik worstelde me naar boven met de zware koffer achter me aan.
En voort ging de tocht. Boven gekomen rende ik naar de trein die mij na al die dagen weer thuis zou brengen, naar Berik. Het laatste deel van mijn reis was echter een ware beproeving. Urenlang bracht ik staande door, terwijl de honger en de dorst me kwelden, zodat ik jammerde en kermde. Maar uiteindelijk verschenen de bekende contouren van York aan de horizon. Ik was thuis. Nadat ik op zeer treffende, maar bloederige wijze, de vrijers die zich om Beriks hand verdrongen met mijn grote boog naar Hades had gestuurd, kon ik eindelijk rusten. Hehe...